#537 Cornelia en Hendrikus
Hendrikus stak de gietijzeren pook nog maar eens tussen de houtblokken en stookte de haard stevig op. Het was een koude avond en dat was in de kamer met het hoge plafond goed te merken.
“Hè, dat voelt lekker Hendrikus, de warmte komt me tegemoet. Goed tegen m’n reuma.”
Cornelia wreef over haar bovenarmen en liet haar breiwerk even voor wat het was.
Haar lange dubbele rok en hooggesloten blouse waren over het algemeen geen partij voor de winterse kou maar Hendrikus deed er alles aan om zijn vrouw zich zo behaaglijk mogelijk te laten voelen.
“Wat fijn dat we deze avond weer samen mogen beleven lieve vrouw, ieder jaar weer.
En dat in ons vertrouwde huis. Wat zijn we toch bevoorrecht.”
“Zeg dat, Hendrikus. Hoeveel jaar mogen wij deze avond al samenzijn. We zijn al zolang bij elkaar. Letterlijk een eeuwigheid. Ik kan nog steeds dat brutale jongetje voor me halen die je was toen we elkaar voor het eerst ontmoetten. Je droeg een bruine knickerbocker met witte blouse en een geruit colbert.”
Hendrikus glimlachte. “Ik was direct van je onder de indruk, in je blauwe hoepelrok en fluwelen jasje. Paars toch? Je wilde eerst niets van me weten.”
“Ha, ha, dat klopt. Ik vond je maar een praatjesmaker. Maar wat fijn dat we toch het geluk bij elkaar gevonden hebben.”
Hendrikus zette het ronde metalen brilletje recht op zijn neus en haalde zijn horloge uit de vestzak.
“Half elf alweer. We hebben nog maar kort. Ik haal nog even een frisse neus buiten."
Hij pakte de houten wandelstok die tegen de tafel stond en nam de hoge hoed die hij voor het gemak op het krukje naast de haard had gelegd.
“Nou, ik niet hoor, ” zei Cornelia. “Mij te koud. Kom je snel terug? We mogen niet te laat zijn. En doe zachtjes met de deur, anders horen ze het.”
Hendrikus verliet zachtjes de kamer terwijl Cornelia haar breinaalden weer liet klikken.
Ze voelde zich gelukkig. Al was het maar een avond per jaar, deze momenten samen waren onbetaalbaar.
Na een klein kwartier kwam Hendrikus terug uit de koude buitenlucht. “Heerlijk, zomaar even buiten zijn. Dit is wat ik meeste mis. Ik heb nog door het keukenraam naar binnen staan kijken. Ze zijn druk met de maaltijd voorbereiden. Geen idee wat. Ik zag allemaal kleine pannetjes op tafel en kleine schaaltjes met vooral vis en groenten. Dan geef ik toch de voorkeur aan onze gebakken varkensvlees en kabinet-pudding.”
“Ach Hendrikus, ieder jaar verbazen we ons hierover. Maar dit is de toekomst. Wij hebben hier geen weet van. Ze hebben je toch niet gezien?”
“Nee, natuurlijk niet. Dat kan toch ook niet?”
“Kom lekker met mij bij de haard zitten. We kunnen nog een uurtje genieten”.
Bamm! Cornelia en Hendrikus schrokken op. Een windvlaag had de buitendeur opengewaaid waardoor de halfopen kamerdeur met een knal dichtgeklapt was.
“Je hebt deur niet goed dichtgedaan! Snel, alles sluiten.” Haastig liep Hendrikus naar de hal, sloot de buitendeur en kwam terug naar de kamer.
“Ze hebben het gehoord. Daar komt iemand. Niets zeggen.” De toon in haar stem verried een lichte paniek bij Cornelia.
Een jonge vrouw kwam de kamer in, deed het licht aan en keek aandachtig rond. Ze droeg grove zwarte laarzen met goudkleurige gespen, een korte zwarte rok met daarboven een rode trui met glitters die met moeite haar navel bedekte.
Ik zal het me wel verbeeld hebben, dacht Amy. Of het kwam toch van buiten. Luidruchtige pubers misschien.
Ondanks dat de lichtjes in de kerstboom niet brandden en de kaarsen gedoofd waren was Amy verrukt over de versiering in de eetkamer. In het midden stond de lange eikenhouten eettafel met twee moderne zwarte kandelaars erop. Morgenochtend zou ze deze extra mooi dekken. Ze deed het licht weer uit en verliet de kamer.
“Zie je wel, ze hebben niets gemerkt. Dat doen ze nooit”, zei Hendrikus.
“Toch moeten we voorzichtig blijven, Hendrikus. Ik wil niet dat deze bewoners bang van ons worden.”
Nog een korte tijd zaten ze voor de open haard. Hand in hand. Toen stond Hendrikus op en zei: “Het is tijd Cornelia, we moeten gaan. Het was zo fijn je weer te zien.”
“Ik heb ervan genoten, Hendrikus. Tot volgend jaar. Gelukkig duurt dit in onze dimensie niet zo lang als hier.”
Ze gaven elkaar een zoen en stonden nog even innig met elkaar. Toen vervaagden hun silhouetten langzaam maar zeker en lieten ze de kamer leeg achter.
Johan mooi verhaal waarin de…
Lid sinds
5 maanden 3 wekenRol
Johan mooi verhaal waarin de 'eeuwige' liefde een speciale plek krijgt. Graag gelezen.
Hoi Johan, wat een bijzonder…
Lid sinds
5 jaar 8 maandenRol
Hoi Johan, wat een bijzonder verhaal. Je zette me in eerste instantie op het verkeerde been. Ik moest even schakelen toen het ineen over Amy ging, maar het werd snel duidelijk wat er gebeurde. Knap gedaan, graag gelezen.
Misschien kun je nog wat witregels toevoegen zodat er iets meer lucht in de tekst komt.
Dit is nu je vierde verhaal. Op je vorige verhalen heb je verschillende reacties gehad. Zelf heb je weinig gereageerd bij de andere verhalen. We vinden het ook leuk als je onze verhalen leest en daar iets van vindt.
Hendrikus stak de gietijzeren pook nog maar eens tussen de houtblokken ---> "nog maar eens" zou je ook weg kunnen laten.
“Wat fijn dat we deze avond weer samen mogen beleven lieve vrouw. Ieder jaar weer.
En dat in ons vertrouwde huis. Wat zijn we toch bevoorrecht.” --> lieve vrouw is een aanspreking, meestal zetten we dat achter of voor een komma. De zinnen worden door Hendrikus gesproken, dus die kun je achter elkaar zetten.
“Half elf alweer. We hebben nog maar kort. Ik haal nog even een frisse neus buiten”. ---> de punt op het einde hoort vóór het ah-teken.
Dit vind ik vreemd. Ze zijn maar één avond samen, dan besteed je die tijd toch zoveel mogelijk samen?
“Toch moeten we voorzichtig blijven Hendrikus. ---> Hendrikus is hier een aanspreking en daar hoort nog een komma voor.
Voor mij zou je niet steeds de naam hoeven te noemen.
“Ik zal het me wel verbeeld hebben”, dacht Amy. “Of het kwam toch van buiten. Luidruchtige pubers misschien.” --> Gedachten zetten we niet tussen aanhalingstekens.
Gelukkig duurt dit in onze dimensie niet zolang als hier.” --> zolang moet zo lang zijn.
Leuke nieuwe invalshoek zo…
Lid sinds
4 maanden 2 wekenRol
Leuke nieuwe invalshoek zo. Geestig (pun intended) dat geesten zich ook vergissen en dat we daarom wellicht af en toe een deur horen klapperen. Ik kreeg als feedback dat gesproken tekst op een nieuwe regel begint, ik wissel daar af en toe mee, omdat sommige verhalen zich er meer voor lenen, vooral de langere. Bij jouw verhaal kan het denk ik ook geen kwaad, dan valt het wat meer in brokken uit elkaar en wordt het net iets overzichtelijker denk ik. Verder graag gelezen.
Bedankt voor jullie…
Lid sinds
4 wekenRol
Bedankt voor jullie positieve reacties Job en Sonnema. @Fief, jij bedankt voor je grammaticale verbeteringen en feedback. 'Nog maar eens' had ik weg kunnen laten inderdaad. Maar deze woorden geven aan dat hij al meerdere keren aan het opstoken is geweest. Soms vind ik woorden schrappen, ook al zijn ze niet noodzakelijk, een verarming van de tekst. Je opmerking dat ik weinig gereageerd heb is zeer terecht. Ik heb de afgelopen weken wel veel van de verhalen gelezen. Ik kom niet met allerlei flauwe excuses aan maar het is zeker geen desinteresse. Je zal vaker een reactie onder de verhalen van mij zien.
Mooi gedaan. Graag gelezen.
Lid sinds
12 jaar 2 maandenRol
Mooi gedaan. Graag gelezen.