Wekelijkse schrijfopdracht #527 - Verdwaald Tussen de Doden: Avonturen van een Onhandige Toerist
Terwijl ik door de zonnige straat slenterde, dacht ik op weg te zijn naar een park. Google Maps had me dat tenminste beloofd, maar mijn richtingsgevoel bleek weer eens net zo betrouwbaar als een lekkend opblaasbootje. In plaats van bomen en vijvers, stond ik opeens oog in oog met een kerkje en een begraafplaats. "Nou ja," dacht ik, "ook een soort park, toch?" Ik had geen idee of ik daar überhaupt naar binnen mocht, want mijn kennis van de lokale taal was beperkt tot "bonjour" en "croissant", en laten we eerlijk zijn, dat helpt niet in elke situatie.
Maar goed, nieuwsgierigheid won het van twijfel, dus ik besloot door de poort te lopen. Dit was mijn eerste bezoek aan een begraafplaats, en ik voelde me een beetje ongemakkelijk. Het was een beetje dubbel: ik had de neiging om te fluisteren, alsof de overledenen nog zouden kunnen meeluisteren, maar tegelijkertijd had het ook iets rustgevends. Terwijl ik tussen de grafstenen door wandelde, probeerde ik de namen op de stenen in mijn hoofd op te lezen, alsof ik een soort stille grafquiz deed. Sommige graven zagen eruit als kleine paleisjes, terwijl ik me afvroeg hoeveel het gekost zou hebben om zo’n marmeren villa na je dood te krijgen.
Toen ik verder liep, zag ik een man met een hoed bij een graf staan. Hij stond daar in z'n eentje en keek nogal serieus naar de grafsteen. Het graf zelf was behoorlijk sober, zeker vergeleken met de indrukwekkende bouwwerken eromheen. Ergens was ik nieuwsgierig, en nieuwsgierigheid won het weer eens van beleefdheid. Dus, zoals een echte toerist betaamt, stapte ik dichterbij en las de naam: Jacques Toussaint, 1892 – 1939. "Oei," dacht ik, "die heeft de 50 niet eens gehaald."
Uit pure impuls vroeg ik aan de man met de hoed in het Nederlands: "Bent u soms de achterkleinzoon van meneer Toussaint?" Tot mijn verbazing knipoogde hij naar me. Juist, een knipoog... Dat kun je op veel manieren interpreteren, maar ik besloot dat ik de mysterieuze man maar gewoon met rust moest laten.
Na deze licht ongemakkelijke ontmoeting, plofte ik neer op een bankje om een broodje te eten. Terwijl ik mijn laatste happen wegwerkte, opende ik Google Maps (ja, weer diezelfde vriend die me de vorige keer naar een begraafplaats stuurde) om te kijken hoe ik bij het metrostation kon komen. En of ik onderweg ergens fatsoenlijke koffie kon scoren.
Ik verliet de begraafplaats en hobbelde de heuvel af, tot ik bij een blauw café kwam met de naam "Les Briques". Perfect, dacht ik, tijd om even bij te komen, mijn dag door te nemen en te bedenken wat ik vanavond zou doen. Misschien moest ik de volgende keer toch maar een papieren kaart kopen...
De grootste tegenwerking in…
Lid sinds
18 jaar 2 maandenRol
De grootste tegenwerking in dit verhaal is de onhandigheid met het richtingsgevoel, maar wat je doet is het aanstippen en je werkt het niet uit in een handelende scène. Ook benoem je de gevoelens in plaats van ze belevend door middel van handeling en gedachten op te schrijven, waardoor ik als lezer minder meebeleef met je personage. Leuk woord: hobbelend, is een voorbeeld van wat ik bedoel als goed voorbeeld. Perfect, dacht ik, tijd om even bij te komen is ook wat ik bedoel, door dat zinnetje leef ik meer mee met je personage.
Bij mij overheerst…
Lid sinds
13 jaar 9 maandenRol
Bij mij overheerst verwarring dat iemand googlemaps gebruikt, maar desondanks toch niet kan navigeren en het vertrouwen heeft op het eind dat een papieren kaart hem verder zal brengen. De hoofdpersoon spreekt pas later in het verhaal iemand aan, maar heeft al wel de neiging tot fluisteren, zonder met iemand in gesprek te zijn.