#501 — Retromorfose
‘Roger? Roger waar ben je?’
Hij hoorde het stemmetje nauwelijks, maar herkende toch de verontruste toon van zijn moeder.
Hij werd wakker. Of liever: hij kwam bij kennis, want in welke staat hij ook was geweest, het had niet gevoeld als de slaap die hij kende. Hij voelde zich loom en log, alsof hij die avond zwaar getafeld had, maar dan vele malen erger.
‘Roger!’
Hij opende zijn ogen en moest een paar seconden wennen aan het mistige beeld. Er was iets met zijn ogen. Beter gezegd: er was óók iets met zijn ogen. Hij kon de kakkerlak, die zich half verscholen had achter een tafelpoot nauwelijks waarnemen, toch wist hij dat daar het zacht ritselende stemmetje vandaan kwam.
Het leek minuten te duren voordat Roger Smagas besef kreeg van zijn enorme lichaam en de kracht vond om overeind te komen. Hij miste een aantal poten en vleugels en zijn huid was zacht en week als pudding.
‘Roger, waar ben je? Je moet opschieten. Hij wordt wakker.’
‘Hier ben ik moeder.’ Zijn stem klonk rauw en bulderend en joeg de kakkerlak onder de deur door de kamer uit. Ook aan het ritmisch tikken van haar pootjes op het zeil, had hij zijn moeder herkend. Dat zij hém niet had herkend was duidelijk.
De streep licht die onder de deur door de kale slaapkamer binnenviel, werd nu door een andere kakkerlak onderbroken. Zijn vader. Het beestje liep een paar stappen verder de kamer in.
‘Roger, wat is er toch? Schiet op, we moeten gaan!’
‘Pap … pap, ik denk dat ik weer een keertje moet overslaan.’
De trilling van de stem deed de kakkerlak door zijn achterpootjes zakken waardoor deze automatisch omhoog keek.
‘Roger? Ben jij …?’
‘Ja pap’, bulderde hij. Dat is te zeggen, hij praatte normaal, maar voor het rudimentaire gehoor van een kakkerlak, zal het bulderend zijn overgekomen. ‘Ik ben weer … terugveranderd. Ik heb geen idee waardoor. Was het de laatste keer niet een lik beschimmelde pudding die we tegen de plint vonden, wat de oorzaak was? Misschien die blauwe aardbeien, ik weet het niet.’
‘We lossen het wel weer op, jongen,’ De facetogen van zijn vader stonden dof en vermoeid, ‘dat hebben we altijd gedaan.’
Hoi Bart, lijkt me inderdaad…
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
Hoi Bart, lijkt me inderdaad erg vermoeiend om steeds te wisselen tussen kakkerlak zijn en mens.
We mochten 300 woorden gebruiken, daar zit je ruim zestig woorden boven. Naar mijn idee kun je het verhaal een stuk strakker schrijven waardoor je binnen de limiet blijft. Zinnen uitleggen met "Of liever: ..." en "Beter gezegd: ..." en "Dat is te zeggen," stropen het verhaal. Te veel uitleg die niet nodig is.
Hij kon de kakkerlak, die zich half verscholen had achter een tafelpoot nauwelijks waarnemen, ---> ik zou voor de leesbaarheid de komma achter kakkerlak weghalen en plaatsen achter tafelpoot. Of ook achter tafelpoot een komma zetten.
‘We lossen het wel weer op, jongen,’ De facetogen van zijn vader stonden dof en vermoeid, ‘dat hebben we altijd gedaan.’---> de komma achter jongen moet een punt zijn. Je begint daarna namelijk met een nieuwe zin. van de komma achter vermoeid zou ik ook een punt maken en dan "Dat hebben we ..." met een een hoofdletter beginnen.
Ha Bart! Nog een Roger! :) …
Lid sinds
9 maandenRol
Ha Bart! Nog een Roger! :)
Leuk verhaal, graag gelezen! Ik vind vooral de familiedynamiek goed omschreven, de dynamiek die in het verhaal van Kafka ook een hoofdthema vormde.
haha... kakkerlakken in een…
Lid sinds
6 jaar 7 maandenRol
haha... kakkerlakken in een familie setting. Leuk verhaal en geinig geschreven. Hier en daar wat onduidelijkheden maar mag de pret niet drukken.
Zoals je weet mag je bij mij…
Lid sinds
18 jaar 2 maandenRol
Zoals je weet mag je bij mij wel zestig woorden meer schrijven ten bate van het verhaal. 300 vind ik een richtlijn. Ik vond het betrekken van de ouders bij het verhaal goed gevonden en ook het conflict verhelderen, namelijk weer tot mens te zijn veranderd, het probleem met het stemvolume en het wegwezen voor er iemand aankomt. Ook hier geen onverdeelde blijdschap over mens worden. Heerlijk leesbaar!
Dank Odile, en de anderen…
Lid sinds
12 jaar 5 maandenRol
Dank Odile, en de anderen ook. Leuke opdracht. Ik moet weer een beetje op gang komen, en ik moet ook iets beter op m'n woordenteller letten.