#498 Zwartkijker
De lente is begonnen, dat merkte je gisteren niet, maar vandaag gelukkig weer wel. Als het in februari al zonnig weer is, voorspel ik dikwijls dat het met Pasen gaat sneeuwen. Dat komt meer dan eens uit. In dit seizoen kan je in de voormiddag op een bankje van de zon genieten en moet je in de namiddag een warme jas aantrekken en wegvluchten voor een hagelbui.
Nu schijnt de zon en ik waag mij in het park. Aan de vijver zet ik mij op een bank. Al snel struint een gozer op mij af die een zwarte hoodie draagt. De trekkoordjes van zijn capuchon zijn niet aangetrokken waardoor ik zijn licht getaand gelaat met donkere baard goed zie. Hij zet zich zwijgend aan het ander uiteinde van de bank. Met beide ellenbogen op de knieën houdt hij zijn gebogen hoofd in beide handen. Hij staart naar de grond en is duidelijk niet naar hier gekomen om naar de eendjes op het water te kijken.
Ik waag het erop en zeg: “Ook een goedemorgen. Wij kunnen weer van het goede weer genieten.”
Hij kijkt op, doet zijn capuchon af en kijkt mij somber aan. Zijn weelderige haardos is even donker als zijn baard.
“Zwijg man, het is die eeuwige sleur. Er komt geen eind aan. U hebt zeker niets om handen? Hier in het zonnetje zitten, lekker wegzakken. Dat is niet aan mij besteed.”
Op dat ogenblik komt Loes aangestapt met haar hondje Leo. Ik zie haar regelmatig in dit park. Ze zet zich tussen mij en de hoodieman, die ze wat achterdochtig aankijkt.
Ik vraag hoe het met haar gaat en meteen steekt ze van wal: “Ach, die dagelijkse sleur waar geen eind aan komt. Gelukkig heb ik Leo, die mij regelmatig de deur uit zeult.”
Dan kijkt ze de andere kant op naar de donkere man die mokkend in zichzelf praat: “Steeds maar die dozen. Geen lift. Trap op, trap af. Breng ze boven, naar de tweede verdieping. Daar staan er die naar de kelder moeten …”
Loes heeft nog meer lef dan ik en vraagt kortaf: “Wat is er met die dozen, mijnheer?”
Nors antwoordt hij: “Zwijg, mens, voor mijn werk moet ik steeds met dozen zeulen. Ik wordt er STAPELgek van”.
Meewarig zegt Loes: “Vertel eens, hoe lang doet u die job reeds?”
Verveeld staat de man op en jammert: “Morgen moet ik eraan beginnen.”
Hoi Gi, Opzien tegen een…
Lid sinds
4 jaar 5 maandenRol
Hoi Gi,
Opzien tegen een sleur die er nog niet eens ís... Interessante keuze! Het werkt goed, omdat je de jongeman omschrijft als een type dat je als heel zwaarmoedig ziet. Niet alleen in zijn houding, maar ook in zijn kledij. Het zijn kleren waar je makkelijk in weg kan duiken, of jezelf anoniem kan houden. Niet per se alleen maar, maar zeker wel geschikt voor iemand die duistere zaakjes heeft lopen. Om er dan achter te komen dat deze man een nederige dozensjouwer wordt, geeft een leuke plottwist.
Leuk gedaan!
Groet,
Nadine
Hoi Gi, Ik vind het leuk…
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
Hoi Gi, Ik vind het leuk verhaal met mooie omschrijvingen en een grappige plottwist, maar ik mis de beschrijving van de daadwerkelijke sleur. Ik lees nu vooral een toevallige ontmoeting tussen mensen die elkaar niet kennen. De vrouw geeft aan dat haar leven een sleur is, waaruit blijkt dat? De man heeft een nieuwe baan en zeurt nu al over sleur, hoe weet hij dat? Van de hp weet ik niet of hij zijn leven als een sleur ervaart.
Wat een leuke twist in het…
Lid sinds
11 maanden 4 wekenRol
Wat een leuke twist in het verhaal.
@Nadine, wat een opbeurende…
Lid sinds
8 jaar 2 maandenRol
@Nadine, wat een opbeurende feedback. Dankjewel.
@Fief, tja ik heb de sleur zelf niet beschreven, maar Nadine vond die keuze interessant. Dank om te reageren.
@Sandra: er zijn van die jobs die je zelfs niet moet uitoefenen om te weten dat ze snel een sleur zullen worden. Dankjewel voor de reactie
Goed bedacht Gi, dat je…
Lid sinds
2 jaar 9 maandenRol
Goed bedacht Gi, dat je stapelgek kan worden door het stapelen van dozen.