#497 Na de natuurramp
“Felix, zo heet jij toch?”
De stokoude man kijkt mij doordringend aan. In zijn helblauwe kijkers herken ik het blauw van de meren in deze streek. Zijn witte haardos zilvert in het felle zonlicht. Hij schudt mijn hand. Het is een stevige handdruk. Met de andere hand strijkt hij mij door de haren.
“Een donkerbruine krullenbol, net als je vader. Wat lijk je op hem.”
Ik zeg hem dat ik niet weet wie hij is, ik was nog te jong toen men mij hier weghaalde.
“Jouw vader en ik waren twee handen op één buik. Wij hebben veel samen verwezenlijkt in dit dorp. Helaas blijft er haast niets van over.”
“Ons huis,” vraag ik “staat het nog overeind?”
“Kom, ik zal je er naartoe brengen, maar bereid je voor op het ergste.”
Wij beklimmen de heuvel en ik zit weer op mijn fietsje. Mijn vader leert mij hoe het moet en holt achter mij aan. Hij roept dat ik voor mij moet kijken. Pardoes, ik val. Als ik de grond raak, klinkt een dof gerommel, net of het onweert, maar in de hemel is geen wolkje te bespeuren.
“Wat was dat papa?”
“Dat was jij die met je val de grond deed trillen”, lacht vader.
Toch merk ik dat hij plots zeer bezorgd kijkt en wij keren naar huis terug.
“Kijk, daar is het”, zegt de vriendelijke man.
Ik probeer mij onze woonst terug voor de geest te halen, maar deze ruïne lijkt in niets op het huis dat ik elke avond zie voor ik inslaap. Voor de ingestorte muren staat een kruis. De man merkt de onrust in mijn ogen. Hij legt zijn verweerde hand op mijn schouder.
“Dat kruis heb ik hier geplaatst. Jouw ouders en je zusje hebben de ramp niet overleefd, dat weet je, maar wij hebben hun lichamen nooit gevonden. Het is of de aarde ze heeft opgeslorpt. Dit is hun laatste rustplaats.”
Onder het kruis staat gras en bloeien rozen. Dan weet ik het weer. Die diep lila rozelaar stond voor de ingang en omhelsde als het ware de deur. Ik ruik weer hun teder aroma en hoor het zoemen van de bijen als ik er onderdoor loop. Mijn zusje glimlacht als mama haar zegt: “Madame Isaac Pereire. Dat is de naam van die roos.”
De man merkt hoe ik naar de bloemen kijk en wegdroom.
“Jouw mama was gek op die rozen. Om de zoveel dagen kregen mijn vrouw en ik van haar een tuiltje. Dan geurde heel ons huis. Ze zal tevreden zijn dat haar rozen deze ramp uiteindelijk hebben overleefd.”
“Jouw echtgenote? Hoe is het met haar? Heb ik haar gekend?”
“Helaas, zij is enkele jaren na het drama overleden. Ze was gek op jou. Wij hadden geen kinderen en ze was diepbedroefd toen jouw tante je kwam halen om bij haar te gaan wonen in de verre stad.”
Vier waterige ogen kijken elkaar aan, vier handen strengelen in elkaar. Deze reis was niet tevergeefs.
Mooi emotionele beschrijving…
Lid sinds
1 jaar 4 maandenRol
Mooi emotionele beschrijving, Gi. Wat me vooral aanspreekt is dat je de ramp in het midden laat. Was het een oorlog, een atoombom? Vind ik ook helemaal niet interessant. In je titel vind ik het dus ook niet persé nodig. Deze scene is waar het om gaat.
Flashback en grapje over het gerommel vind ik vooral erg goed geplaatst.
Dankjewel Raymond om te…
Lid sinds
8 jaar 2 maandenRol
Dankjewel Raymond om te reageren.
Een mooi verhaal Gi. Precies…
Lid sinds
11 maanden 4 wekenRol
Een mooi verhaal Gi. Precies wat Raymond zegt, de ramp in het midden met verdriet, hoop en rozen eromheen.
Fijn Sandra dat je het mooi…
Lid sinds
8 jaar 2 maandenRol
Fijn Sandra dat je het mooi vond.
Dag Gi Dat heb je echt knap…
Lid sinds
5 jaar 11 maandenRol
Dag Gi
Dat heb je echt knap aangepakt. Het begin van je verhaal vind ik erg goed, mooie beschrijving van de oude man, erg beeldend, zoals de rest van je verhaal.
Om een element te vinden om je tekst te verbeteren: de dialoog: je schrijft een gesprek op maar dat is altijd wat ping-long: de ene zegt iets, de andere reageert, teerwijl je daar ook beweging in kan brengen, door niet zomaar droog te dialogeren.
Erg fijn om te lezen, je ziet het zo voor je, dus erg knap gedaan!
Johanna
Hoi Gi, mooi gedaan. Graag…
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
Hoi Gi, mooi gedaan. Graag gelezen.
Vier waterige ogen kijken elkaar aan, vier handen strengelen in elkaar. ---> bij deze zin vraag ik me af of het niet mooier is om twee paar ogen te zeggen. De vier verstrengelde handen zie ik ook niet direct voor me. Ik zou bij mannen eerder denken aan een arm om de schouder, maar dat is gevoelsmatig. Het gevoel dat je beschrijft is er niet minder om.
Hi Gi, wat een mooie…
Lid sinds
2 jaar 9 maandenRol
Hi Gi, wat een mooie weergave van de vriendschap tussen generaties. De beelden die je schets kunnen zó op canvas gezet worden. Knap.
Dank Fief en Schmetterling…
Lid sinds
8 jaar 2 maandenRol
Dank Fief en Schmetterling voor de attentvolle reacties.