#460 - Bushfire
Bushfire
We lopen met zijn drieën door het lage struikgewas, het is bloedheet en de lucht is dik van de rook. Het zicht is slecht. Ik weet dat het vuur voor ons woedt omdat ik de vlammen kan zien wanneer ze oplaaien. Daar gaat weer een boom denk ik onwillekeurig. Volgens het commandocentrum is het vuur ook links en recht van ons. Zolang we de wind in de rug hebben gaat het goed.
Marc kijkt ons aan en zegt: “Verderop is nog een boerderij die we moeten checken.”
“Man, die zijn allang vertrokken. Die kennen de streek,” protesteer ik, “en als de wind draait zijn we de lul.”
“Ik hoef toch niet op mijn strepen te gaan staan?”
Wat is het toch een eikel, en te stom voor woorden. Hoe is het mogelijk dat hij bevelvoerder is geworden?
“Ok, ok, maar laten we wel snel zijn. Als de wind draait zitten we vast.”
We lopen naar die boerderij. De hitte is ondragelijk en de brand is goed te horen. Weinig mensen weten dat een brand ontzettend veel herrie maakt. Ik sta in de luwte van de boerderij. Het voelt als een oven.
“Volgens mij is iedereen weg.” roep ik. Marc en Robert komen bij me staan.
“Klopt,” zegt Marc, “hier is niemand meer.”
Zei ik toch, klootzak.
Ineens voel ik een hete windvlaag, en dan nog eentje. “De wind is gedraaid!” roep ik.
Ze kijken me verbaasd aan.
“Wegwezen, “ roep ik, “we moet als de sodemieter terug.”
Maar het is al te laat, we kunnen zien dat de weg achter ons door het vuur is afgesloten. Marc staat er besluiteloos bij en begint te jammeren: “Ik wil niet dood, ik wil naar mijn kinderen.”
“Verman je,” zeg ik, “ik wil ook naar mijn kind, maar we moeten nu als de sodemieter een strook grond leegmaken.”
“Huh? Jij hebt toch geen kinderen?”
“Tja Marc, heb jij je nooit afgevraagd waarom jouw jongste donker haar heeft in plaats van blond? Of laat ik het zo zeggen: ik weet ook dat Jenny het lekker vindt wanneer je haar zachtjes tussen haar schouders kriebelt. Dacht jij nu echt dat zij elke woensdagavond naar de boekenclub ging?”
“Mijn Jenny?” Ik zie dat het besef begint in te dalen en verstevig de greep op mijn schep. “Vuile klootzak.” zegt Marc en heft zijn schep op. Ik ben hem ruim voor en raak hem vol in zijn gezicht. Bloed spuit in het rond. God, wat wilde ik dit al lang doen. Heerlijk. Ik zie met voldoening hoe hij op de grond valt en blijft liggen.
Robert kijkt verbijsterd. “Kom op,” zeg ik, “we moeten een kuil graven, dan kan het vuur over ons heen razen.”
Ik kijk om heen en zie dat het vuur snel dichterbij komt, de rook wordt dikker en heter. Het lawaai is oorverdovend. De vlammen zijn wel twintig meter hoog. We beginnen als gekken te scheppen. Het is ongelofelijk heet. Ik zie dat het vuur tot op tien meter genaderd is en de kuil is nog lang niet groot genoeg. Een boomtop ontvlamt, breekt af en valt bovenop Robert. Ik zie dat er een brandende tak dwars door zijn oog heen is gestoken. Robert beweegt niet meer. Nog maar vijf meter. Ademhalen gaat bijna niet meer. Mijn longen branden en ik weet niet of het van de inspanning is of van verbranding. Ineens krijg ik een idee. Ik spring in de kuil, trek Robert over me heen en begin te bidden.
Hey Taco, goed verhaal…
Lid sinds
5 jaar 8 maandenRol
Hey Taco, goed verhaal. Laatst nog een film hierover gezien. Ik zie dat onze verhalen hier en daar raakvlakken hebben. Graag gelezen. Hopelijk waait het vuur over.
Heerlijk spannend, Taco, ik…
Lid sinds
8 jaar 3 maandenRol
Heerlijk spannend, Taco, ik zie inderdaad een gelijkenis met het verhaal van Fief in de mijn. Waarom mannen elkaar pesten met vreemd gaan in benarde situaties moeten jullie mij eens uitleggen. Graag gelezen.
Gi, bij mij kwam het voort…
Lid sinds
5 jaar 8 maandenRol
Gi, bij mij kwam het voort uit een voornemen van een van de mannen als hij het er levend af zou brengen.
Spannend verhaal! Het…
Lid sinds
8 jaar 2 maandenRol
Spannend verhaal! Het vastzitten in het vuur was al spannend en dan komt er ook nog zo'n ontdekking bij. Hopelijk houden de kinderen in ieder geval één vader over...
Heftige dag om een…
Lid sinds
1 jaar 5 maandenRol
Heftige dag om een brandweerman te zijn Taco! Ik weet ook nog niet of ik de verteller sympathiek vind of niet. Ergens ook wel lekker om het niet te weten, zet me aan het denken hoe het verder zal gaan. De spanning zat er in ieder geval goed in. Dat heb je krachtig overgebracht. Ook het verhaal is intrigerend. Het vloeken ben ik zelf minder van, op de één of andere manier vind ik over het algemeen de boodschap daardoor juist minder krachtig overkomen. Maar dat kan ook een persoonlijke voorkeur zijn.