#445 Zwemles in Rotterdam West
Sandra duikt het water in. Twee keer per week 40 baantjes, al jarenlang. Ze kent alle baden en alle zwemtijden uit haar hoofd. Vandaag zwemt ze in zwembad de Oostervant in Rotterdam-West, bij juffrouw Tineke. Tineke is badjuffrouw maar geeft ook zwemles, ze is een begrip in de wijk.
Het is het vrij-zwemmen uurtje. Er zijn meer mensen. Ouders met kinderen die spelen, stelletjes die verliefd om elkaar heen draaien, bejaarde vriendinnen die keuvelen.
Heen en weer zwemt ze, heen en weer. Ze doet 45 seconden over één baantje, 15 keer schoolslag per baan. En elke keer gaat haar hoofd in het water en komt er weer uit. Dan scant ze waar alle andere zwemmers zijn.
Eén man valt haar op. Het is een vader die zijn kind leert zwemmen bij de startblokken aan de diepe kant van het bad. Hij legt het jongetje de schoolslag uit. De vader maakt de beweging met zijn armen en laat het kind hem nadoen. Dan legt hij het kind op een startblok en beweegt de armen en benen van het kind, zodat het jongetje de motoriek voelt. Als het kind weer naast hem staat, pakt hij het jongetje op. Het kind zal een jaar of vijf zijn, klein, schriel. De vader loopt naar de kant en gooit hem in het diepe water. Dan hurkt hij en zorgt dat het jongetje zich niet beetgrijpt aan de rand. Het jongetje trappelt en spartelt.
‘Zwem,’ schreeuwt de vader, ‘zwem naar je moeder.’ De vader wijst.
Sandra volgt zijn arm en inderdaad, aan de lange kant van het zwembad, staat een vrouw.
Sandra’s hoofd gaat in het water, ze maakt een slag, en ze komt boven. Ze ziet het jongetje, hij trappelt en huilt. Zijn hoofd gaat ook onder water en hij komt ook weer boven. De moeder is in hurkzit gegaan, ze reikt haar hand naar haar kind.
‘Kom Kas,’ roept ze, ‘je kan het.’
‘Zwem, gebruik je armen,’ schreeuwt de vader. Hij lijkt in paniek.
Sandra maakt een laatste slag, hoofd onder water, even weg van de wereld, en hoofd weer boven water. Ze bereikt de kant en voor één keer onderbreekt ze haar banenzwemmen. Ze houdt zich vast aan de rand en kijkt naar het kind. Het jongetje trapt en huilt en slaat met zijn armen en gilt en zijn hele lichaam beweegt. Hij vecht voor zijn leven.
Hij gilt: ‘Help me.’
Niemand doet wat. De vader schreeuwt: ‘Zwem, je moet zwemmen! Zwem!’ De moeder reikt haar hand wat verder, ze balanceert op de rand. Juffrouw Tineke staat verderop en aanschouwt het. Het kind trappelt en spartelt en gaat kopje onder. Hij beweegt en trapt en maait en krijst. Seconden.
Maar dan, tergend langzaam, beweegt het kind inderdaad richting zijn moeder. Het lukt. Het is geen zwemmen, het is geen watertrappelen, het is niets. Maar hij verdrinkt niet. En hij komt vooruit. Juffrouw Tineke kijkt. Sandra wacht. Het duurt lang. Af en toe gaat Kas weer even kopje onder. Maar zijn bewegingen worden rustiger. Hij trappelt. De tranen lopen over zijn wangen. Hij maait door het water, hij komt steeds dichter bij zijn moeder.
‘Kasim, je kan het,’ zegt ze. Haar hand reikt nog wat verder maar hij kan er nog niet bij. Hij houdt vol.
Sandra zet af en begint aan de baan terug. Ze kijkt toch om, ze wil weten of hij het haalt, of dat ze om moet keren. Dan ziet ze dat zijn moeder hem er uit helpt en knuffelt. Ze schudt haar hoofd en haar schouders. Ze ontspant. Het was eng. Ze kijkt naar juffrouw Tineke. Die knikt. Zwemles in Rotterdam.
__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Vorige versie
Sandra duikt het water in. Twee keer per week 40 baantjes, al jarenlang. Ze kent alle baden en alle zwemtijden uit haar hoofd. Vandaag zwemt ze in zwembad de Oostervant in Rotterdam West, bij juffrouw Tineke. Tineke is badjuffrouw maar geeft ook zwemles, ze is een begrip in de wijk.
Het is het vrij-zwemmen uurtje. Er zijn meer mensen. Ouders met kinderen die spelen, stelletjes die verliefd om elkaar heen draaien, bejaarde vriendinnen die keuvelen.
Heen en weer zwemt ze, heen en weer. Ze doet 45 seconden over één baantje, 15 keer schoolslag per baan. En elke keer gaat haar hoofd in het water en komt er weer uit. Dan scant ze waar alle andere zwemmers zijn.
Eén man valt haar op. Het is een vader die zijn kind leert zwemmen bij de startblokken aan de diepe kant van het bad. Hij legt het jongetje de schoolslag uit. De vader maakt de beweging met zijn armen en laat het kind hem nadoen. Dan legt hij het kind op een startblok en beweegt de armen en benen van het kind, zodat het jongetje de motoriek voelt. Als het kind weer naast hem staat, pakt hij het jongetje op. Het kind zal een jaar of vijf zijn, klein, schriel. De vader loopt naar de kant en gooit hem in het diepe water. Dan hurkt hij en zorgt dat het jongetje zich niet beetgrijpt aan de rand. Het jongetje trappelt en spartelt.
‘Zwem,’ schreeuwt de vader, ‘zwem naar je moeder.’ De vader wijst.
Sandra volgt zijn arm en inderdaad, aan de lange kant van het zwembad, staat een vrouw.
Sandra’s hoofd gaat in het water, ze maakt een slag, en ze komt boven. Ze ziet het jongetje, hij trappelt en huilt. Zijn hoofd gaat ook onder water en hij komt ook weer boven. De moeder is in hurkzit gegaan, zoals alle Arabische vrouwen zitten, en ze reikt haar hand naar haar kind.
‘Kom Oussema,’ roept ze, ‘je kan het.’
‘Zwem, gebruik je armen,’ schreeuwt de vader. Hij lijkt in paniek.
Sandra maakt een laatste slag, hoofd onder water, even weg van de wereld, en hoofd weer boven water. Ze bereikt de kant en voor één keer onderbreekt ze haar banenzwemmen. Ze houdt zich vast aan de rand en kijkt naar het kind. Het jongetje trapt en huilt en slaat met zijn armen en gilt en zijn hele lichaam beweegt. Hij vecht voor zijn leven.
Hij gilt: ‘Help me.’
Niemand doet wat. De vader schreeuwt: ‘Zwem, je moet zwemmen! Zwem!’ De moeder reikt haar hand wat verder, ze balanceert op de rand. Juffrouw Tineke staat verderop en aanschouwt het. Het kind trappelt en spartelt en gaat kopje onder. Hij beweegt en trapt en maait en krijst. Seconden.
Maar dan, tergend langzaam, beweegt het kind inderdaad richting zijn moeder. Het lukt. Het is geen zwemmen, het is geen watertrappelen, het is niets. Maar hij verdrinkt niet. En hij komt vooruit. Juffrouw Tineke knikt. Sandra wacht. Het duurt lang. Af en toe gaat Oussema weer even kopje onder. Maar zijn bewegingen worden rustiger. Hij trappelt. De tranen lopen over zijn wangen. Hij maait door het water, hij komt steeds dichter bij zijn moeder.
‘Oussema, je kan het,’ zegt ze. Haar hand reikt nog wat verder maar hij kan er nog niet bij. Hij houdt vol.
Sandra zet af en begint aan de baan terug. Ze kijkt toch om, ze wil weten of hij het haalt, of dat ze om moet keren. Dan ziet ze dat zijn moeder hem er uit helpt en knuffelt. Ze schudt haar hoofd en haar schouders. Ze ontspant. Het was eng. Ze kijkt naar juffrouw Tineke. Die knikt. Zwemles in Rotterdam-West.
Esther, eerst is het…
Lid sinds
8 jaar 3 maandenRol
Esther, eerst is het Arabisch hurken, daarna de naam van het jongetje dat duidt over wie dit stukje gaat. De moeder zal wel een burkini gedragen hebben anders kwam ze Rotterdam-West niet in. Ik zat te wachten tot ze in het water zou tuimelen en dat haar man haar uit het water moest halen, maar misschien kon hij ook niet zwemmen en moest juf Tineke toch in actie komen. G.G.
Ik ken Rotterdam niet, maar…
Lid sinds
2 jaar 10 maandenRol
Ik ken Rotterdam niet, maar moest meteen denken aan Borgerhout, een district van Antwerpen dat in de volksmond wel eens smalend Borgerokko genoemd wordt. Die Tineke had zomaar een rol in Spartacus kunnen krijgen.
Beste Gi en Schmetterling…
Lid sinds
6 jaar 8 maandenRol
Beste Gi en Schmetterling.
Dank jullie voor het lezen,
@Gi - heftige reactie, ik vond het wel meevallen, maar ik heb even een andere naam genomen, ik heb één tussenzin weggehaald en ik heb een werkwoord veranderd in een ander werkwoord.
@Schmetterling - zie mijn reactie bij Gi.
Verder weet ik niet wat ik met de feedback moet, behalve als het zat in de kleine wijzigingen die ik nu heb aangebracht.
Ik ben wel benieuwd: Wat is het/ was het waar jullie zo heftig op reageren? Wat vind je van de tekst in het algemeen, leest het makkelijk, vind je het geloofwaardig, kan je het volgen, word je ergens door geraakt? Ja, jullie worden geraakt, als ik het zo lees.
Wat raakt jullie en waarom? Was het het woord Arabisch, of de naam?
Nou, misschien willen jullie nog eens lezen, mijn dank alvast!
Groet, Esther
Esther, het klopt dat m.i…
Lid sinds
8 jaar 3 maandenRol
Esther, het klopt dat m.i. de nadruk iets te veel lag op de afkomst van het gezin. Ik vind de tweede versie neutraler maar de opbouw van de tekst was dik in orde en de inhoud was absoluut geloofwaardig. Men ziet wel meer van die uitslovers van vaders die hun kinderen dingen willen bijbrengen waar ze meestal zelf nooit toe in staat waren/zijn.
Hoi Esther, je beschrijft…
Lid sinds
5 jaar 8 maandenRol
Hoi Esther, je beschrijft een heftige scène, hoewel ik het me niet voor kan stellen dat een vader zijn kind letterlijk in het diepe gooit terwijl het niet kan zwemmen. Of wil je hiermee de spartaanse opvoeding benoemen?
Verder haak ik persoonlijk wat op de vele korte zinnen, het leest voor mij daardoor niet vloeiend.
De rol van juf Tineke vind ik wat vaag en voegt wat dat betreft voor mij niet veel toe. Ze kijkt alleen toe en doet niets terwijl de ouders in paniek zijn. De situatie zou voor mij dan ook geloofwaardiger zijn als je juf Tineke niet noemt. Ze heeft geen rol in dit verhaal en dat ze zo'n begrip is, haal ik er hier ook niet uit.
Het is het vrij-zwemmen uurtje. Er zijn meer mensen. Ouders met kinderen die spelen, stelletjes die verliefd om elkaar heen draaien, bejaarde vriendinnen die keuvelen. ---> Dat er meer mensen zijn, lijkt me logisch, bovendien noem je dat al in de zin erna en is dit eigenlijk overbodige informatie. Deze informatie kun je ook in één zin schrijven:
Het is het vrij-zwemmen uurtje: ouders met kinderen die spelen, stelletjes die verliefd om elkaar heen draaien, bejaarde vriendinnen die keuvelen.
Heen en weer zwemt ze, heen en weer. Ze doet 45 seconden over één baantje, 15 keer schoolslag per baan. En elke keer gaat haar hoofd in het water en komt er weer uit. Dan scant ze waar alle andere zwemmers zijn. ---> Is het relevant dat ze er 45 seconden over doet en 15 schoolslagen maakt? Naar mijn idee kun je dit korter en krachtiger schrijven, maar voor het verhaal voegt het naar mijn idee niets toe en zou je het ook weg kunnen laten.
Hij gilt: ‘Help me.’ ---> een kind van vijf zal "me" er niet bij zeggen, bovendien is hij in paniek, dan zal zelfs een volwassene alleen "help!" roepen.
De moeder is in hurkzit gegaan, ze reikt haar hand naar haar kind. ---> ik probeer het voor me te zien, maar ik denk dat een moeder eerder op haar knieën op de rand gaat zitten en dan haar hand uitsteekt.
beweegt het kind inderdaad richting zijn moeder. ---> inderdaad is een woord wat hier niets toevoegt. Het kind beweegt richting zijn moeder.
Het lukt. Het is geen zwemmen, het is geen watertrappelen, het is niets. Maar hij verdrinkt niet. En hij komt vooruit. ---> Het is wel iets, alleen geen watertrappelen of zwemmen. Mooier vind ik het ook als je hier één zin van zou maken:
Het lukt. Het is geen zwemmen en het is geen watertrappelen, maar hij blijft boven en hij komt vooruit.
Af en toe gaat Kas weer even kopje onder. Maar zijn bewegingen worden rustiger. ---> "maar" is hier een voegwoord en hoort achter een komma te staan.
Af en toe gaat Kas weer even kopje onder, maar zijn bewegingen worden rustiger.
Hoi Esther, Ik vind dit…
Lid sinds
4 jaar 6 maandenRol
Hoi Esther,
Ik vind dit verhaal te heftig vanuit meerdere gezichtspunten. Dat er ouders zijn die hun kind zo Spartaans opvoeden/ zwemles geven, wil ik wel geloven, ook omdat je daarin natuurlijk creatieve vrijheid mag nemen.
Maar een hoofdpersonage dat zo veel en zo vaak zwemt, en een badjuf die een begrip is in de wijk, die zouden dit nooit zo laten gebeuren. Dat gaat me echt een stapje te ver. Voornamelijk omdat leren zwemmen letterlijk een kwestie van leven of dood kan zijn. Dat benoem je hier zelf(s). Dit is niet gewoon hard of streng meer, maar regelrecht gevaarlijk.
Het gaat er mij niet zozeer om dat je het begrip Spartaans was ruim(er) genomen hebt, maar wel dat je nu twee personages hebt die je schetst als goede mensen, maar die 'erbij staan en kijken' op het moment dat echt actie is vereist. Het jochie verdrinkt nu niet, maar er zijn wel momenten waarop dat het niets scheelt scheelt of het zou gebeurd zijn...
Dat maakt je personages ongeloofwaardig, in ieder geval in de heldenrol die ze moeten vervullen. Held bedoel ik hier zowel in de narratieve als traditionele zin. En een held is nodig, zeker in een verhaal als dit.
Het lijkt alsof je de grenzen van Spartaans voor jezelf hebt opgezocht en daarbij meer hebt gekeken naar wat choqueert dan wat narratief logisch is.
Je mag lezer gerust choqueren, soms is dat voor een verhaal ook nodig. Maar de schok die teweeg wordt gebracht, moet altijd in dienst van het verhaal staan, niet andersom en dat gebeurt hier helaas wel.
Ik kan dan ook helaas niet veel met deze inzending.
Groet,
Nadine
Hoi Ester, je kunt het…
Lid sinds
5 jaar 8 maandenRol
Hoi Ester, je kunt het verhaal een gunstige draai geven door Sandra naar het jongetje toe te laten zwemmen en hem aan te laten moedigen en naar de kant laten coachen. Dan maak je van je hp een held. Juf Tineke zou ik dan niet meer noemen.
Dag Esther, Ik heb je…
Lid sinds
1 jaar 10 maandenRol
Dag Esther,
Ik heb je verhaal met plezier gelezen. Jammer dat er zulke ouders zijn, die hun kinderen zo ver pushen.
Het enige wat ik minder vond toevoegen aan het verhaal was de badjuf. Tineke.
Groetjes
Zoals ik al eerder schreef,…
Lid sinds
2 jaar 10 maandenRol
Zoals ik al eerder schreef, vertolkt Tineke in feite de hoofdrol. Lekker wachten tot het laatste moment: zo kweekt men toekomstige olympische medaillewinnaars. Enfin, volgens haar toch.
Hi Gi, dank je. Ja, er zijn…
Lid sinds
6 jaar 8 maandenRol
Hi Gi, dank je. Ja, er zijn wel veel verschillende mensen, dat klopt. Groet, Esther
HI Fief, dank voor je…
Lid sinds
6 jaar 8 maandenRol
HI Fief, dank voor je uitgebreide feedback. In de versie die ik thuis heb, heb ik een aantal van je suggesties overgenomen, vooral om zinnen soms wat meer samen te trekken.
Ik heb je idee overwogen om Sandra naar het kind toe te laten zwemmen, maar dan verandert het hele verhaal. Dat is niet mijn bedoeling.
Dank voor je meedenken.
Groet, Esther
Hi Nadine, dank voor je…
Lid sinds
6 jaar 8 maandenRol
Hi Nadine,
dank voor je uitgebreide feedback.
Ik citeer: "Dat maakt je personages ongeloofwaardig, in ieder geval in de heldenrol die ze moeten vervullen. Held bedoel ik hier zowel in de narratieve als traditionele zin. En een held is nodig, zeker in een verhaal als dit."
Ik begrijp niet helemaal wat je hiermee bedoelt. Ik zal er zeker over nadenken en er meer literatuur op naslaan.
"Maar de schok die teweeg wordt gebracht, moet altijd in dienst van het verhaal staan, niet andersom en dat gebeurt hier helaas wel."
Hier ga ik ook over nadenken. Ik begrijp ongeveer wat je bedoelt, ik weet niet of ik het op dezelfde manier zie, daar heb ik tijd voor nodig.
Dank voor je uitgebreide reactie, hartelijke groet, Esther
Hi Sensei, Dank je wel…
Lid sinds
6 jaar 8 maandenRol
Hi Sensei,
Dank je wel voor je feedback. Fijn dat je er plezier aan had, doet me goed dat te lezen.
Groetjes, Esther