#416 Leve de zorgverneukers
Als je alleen nog het tikken van de notebook van de notulist hoort, weet je in welke fase je bent beland. Vaak klinkt er dan nog wat geroezemoes van de raadsleden die om een of andere reden hun mening liever niet in het openbaar willen gooiden, en dat nu proberen te compenseren. Deze keer kijkt iedereen elkaar vooral met mysterieuze blikken aan. Het is wachten op het einde van het getik. Ik heb nog wel een relaas, maar ik ben gebonden. Aan spreektijd, partijbelangen, sociale status, persoonlijke eer en fysieke- en online veiligheid.
Het is een dejavu-moment met al die andere keren, toen ik ook al die dingen wilde weggooien. Opofferen voor de goede zaak, is hoe ze het noemen. Als je het aan alle raadsleden zou vragen, zouden ze ongetwijfeld zeggen voor een goede zaak te strijden. Een maatschappelijk belang, de verbindende factor in de samenleving. De mannen en vrouwen die hun handen diep in het vuur steken, om de ijzers eruit te halen waar de burgers naar op zoek zijn.
De notuliste tikt stevig door, op haar hoofd verschijnen enkele zweetdruppels. Ze is de derde alweer in het laatste half jaar. We praten misschien te veel; of wellicht is het euvel toch dat we alleen zeer hooggekwalificeerde mensen voor de functie aannemen, die er vrij snel achter komen dat ze liever het praat- in plaats van het schrijfwerk doen. Uiteindelijk zijn heel veel beslissingen te verklaren uit eergevoel.
Eigenlijk weet ik wel dat ik het ga zeggen, maar toch doen mijn ogen nog een rondje. Op zoek naar een goedkeuring waarvan ik ook wel weet dat die er niet gaat komen.
'Mag ik nog een ding toevoegen?' Voor mijn gevoel klink ik als een verlegen eerstejaars student die in een werkgroep vol zichzelf ophemelende corpsballen nog wat wil zeggen. De corpsballen die nu in de zaal zitten, hebben hun hoofden vooral diep in de mobieltjes genesteld.
'Is dit nou echt nodig? We hebben toch ooit ze helemaal opgehemeld en ze als helden beschouwd? We hebben voor ze geklapt, ze geroemd. We hadden een plan opgesteld om het ze gemakkelijker te maken. En nu gooien we dat gewoon weer weg, zogenaamd omdat er opeens een financieel plaatje is waar we niet aan kunnen voldoen? Is dit niet gewoon een politiek correcte manier om tegen ze zeggen dat we alleen wat om ze geven als dat voor onszelf wat beter uitkomt?'
Hoofdschuddende raadsleden. De opgegroeide student is te opstandig geweest. In de raadszaal is geen ruimte voor toneelstukjes als de notulist al aan het schrijven is.
'Joris,' hoor ik ergens in de verte de voorzitster zeggen, 'we hebben hier geen budget voor. En dat weet je zelf ook donders goed.'
Het tikken is opgehouden, dat betekent tijd voor het plenaire gedeelte.
'Dames, heren; het was een vruchtbare vergadering. De besluiten waren niet makkelijk om te nemen, maar wel nodig. Applaus voor onszelf dat we het lef hebben gehad ze te nemen.'
Als de voorzitster is uitgesproken begint het klappen der handen, alsof er een opera van het niveau Callas heeft plaatsgevonden. Sommige raadsleden slaan zelfs nog een paar keer op de houten tafel om het wat kracht bij te zetten. Mijn toneelstukje begint echter pas als ik ben opgestaan en in de deuropening nog even rondkijk.
'Klap maar voor jullie zelf in plaats van de mensen voor wie jullie zouden moeten klappen. Arrogante eikels.' Zei ik dat laatste echt? Ik denk dat de burger die een beetje snapt hoe het er bij ons aan toe gaat, het wel kan raden. Maar er komt vast nog wel een nieuw dejavu-momentje. Wie weet wat er dan gebeurt.
Virtuoso: een perfecte…
Lid sinds
8 jaar 2 maandenRol
Virtuoso: een perfecte weergave van hoe het er aan toe gaat in dit soort bijeenkomsten.
Zeurtje: in de laatste zin van de vierde alinea ontbreekt een 'te'.