#384 Aliens
Rillend van de kou stonden ze op een kluitje bij het wrak van hun ruimteschip. De landing was op het nippertje goed afgelopen – alleen hun ruimtevaartuig had het niet overleefd. Ze hadden deze planeet op goed geluk gekozen: ze konden niet anders toen ze door wat voor onbekende oorzaak ook, ver van hun bestemming, uit hun wormgat geslingerd werden en zich verder tevreden moesten stellen met de wetten van ene Albert Einstein, die zo’n vijftigduizend jaar later geboren zou worden.
Van hun technologie was niet veel meer over dan een verwrongen hoop metaal, waaruit her en der nog wat rook omhoog kringelde. Ze hadden hun ruimteschip overhaast moeten verlaten: de opgehoopte interdimensionale spanningen hadden zelfs het metaal vlam doen vatten, en ze hadden niets kunnen redden behalve zichzelf. Zonder de energie van het schip boden hun zelfacclimatiserende gewaden maar weinig bescherming tegen de ijzige wind, die over de besneeuwde vlakte joeg. Uiteindelijk hadden ze beschutting gevonden in een rotshol, waar een verscheidenheid van kleinere dieren ook al school voor het barre klimaat. Met de paracommunicators die enkelen van hen nog bij zich hadden vingen ze een conversatie op.
“Wegjagen?” vroeg de grootste van de kleinere wezens. “Of opvreten?” Hij had een harig lijf, een harde stem, en was ongeveer half zo hoog als de nieuw aangekomen schuilzoekers. Hij stond op handen en voeten, zijn hoofd was niet rond maar langwerpig. De mond daarin was buitenproportioneel, met een paar tanden die er behoorlijk venijnig uitzagen. In de grot klonken instemmende geluiden, maar een kleiner, leniger wezen dat er iets anders uitzag sprong op een rotsrichel en riep met zachtere stem en in een andere taal: “Wacht even. Pas als je ze niet gebruiken kunt eet je ze op. Laten we eerst eens kijken of ze ergens goed voor zijn.”
Dit zeggend nam het wezen een sprong en belandde midden in de groep ruimteschipbreukelingen.
Met een schok werd Robert wakker. Een van de poezen had zich tegen hem aan gevlijd, zijn kop lag op Roberts schouder, zijn snorharen kriebelden in zijn gezicht. Hij bleef even stil liggen en zag hoe het boek waaruit hij in slaap gevallen was nog op bed lag. “Waren de goden kosmonauten”, vroeg het omslag hem. Robert grinnikte toen hij het gespin van de poes naast zijn oor hoorde en voelde hoe de andere twee tegen zijn benen aan op het bed lagen. Hij dacht terug aan de lange wandelingen die hij met zijn honden had gemaakt, aan het plezier dat het voerritueel van honden en katten hem elke dag verschafte, aan het eindeloze geduld waarmee hij hun rommel opruimde of beantwoordde aan hun verzoeken om aandacht.
Misschien waren baasjes wel kosmonauten, dacht hij bij zichzelf. Maar dan hebben de goden die aardig om hun poten gewikkeld. En hij viel weer in slaap.
Hoi Bob, wat een leuk…
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
Hoi Bob, wat een leuk verhaal. In eerste instantie dacht ik dat de ruimtewezen als huisdieren gehouden werden. Leuke twist. Met plezier gelezen.
vroeg het omslag hem. --> de omslag toch?
zichzelf. Maar ---> de maar hoort achter een komma. Deze twee zinnen horen bij elkaar met maar als voegwoord.
Hallo Fief, dank voor je…
Lid sinds
4 jaar 5 maandenRol
Hallo Fief, dank voor je repliek. Leuke typo trouwens "ruimtewezen". Want dat zijn ze inderdaad, voor eeuwig wees, zonder familie op een vreemde planeet.
Overigens doe ik het nu weer: een hoofdzin beginnen met een voegwoord. En met reden: zoals deze site en andere al zeggen, het is niet allleen toegestaan, maar vaak zelfs aan te bevelen.
Het en de omslag: omslag is blijkbaar een matraswoord: de een zegt het, de ander de. Het omslag schijnt vaker gebruikelijk te zijn in de grafische wereld (en daar heb ik een halve eeuw in vertoefd)
Boob, net als Fief had ik…
Lid sinds
8 jaar 2 maandenRol
Bob, net als Fief had ik niet verwacht dat de huisdieren pas in de derde alinea hun entree zouden doen. In de laatste alinea wringt mij het woord 'baasjes', tenzij bij jou de katten de baas zijn in huis. Van de eerste twee alinea's heb ik gesmuld.
Hoi Bob, interessant,…
Lid sinds
12 jaar 11 maandenRol
Hoi Bob, interessant, spannend verhaal. Ik had graag gelezen hoe het met die ruimtereizigers afliep, maar ja... je moest ook nog aan de opdracht voldoen. Wellicht was dat de redding van die astronauten.
'Nee hè?' dacht ik. 'Niet …
Lid sinds
3 jaar 5 maandenRol
'Nee hè?' dacht ik. 'Niet "het was maar een droom."' Maar dat was het wel. En het werkte ook nog. Leuk gedaan. Ik moest ook meteen denken aan Sapiens van Yuval Noah Harari, waarin hij beargumenteert dat het het graan is dat de mens heeft geknecht.
Het vervelende zeurtje: "door wat voor onbekende oorzaak dan ook" is contaminatisch. Maak je keuze, Bob: 'onbekend' of 'wat voor dan ook'.
Sakura, dank je wel. Die…
Lid sinds
4 jaar 5 maandenRol
Sakura, dank je wel. Die vergelijking van Yuval Harari vind ik mooi, maar dat is maar een van de vele vormen waarin mensen de ondergeschikten worden van hun eigen bedenksels. Kijk maar naar (op?) je smartphone.
Wat zeurtje betreft: geen contaminatie maar een tautologie. Hou ik soms wel van. Ik heb in huis diverse dubbele openslaande porte brisée-deuren die naar twee kanten opengaan. Eventueel kan "onbekende" eruit, maar ik laat het erin, omdat in wormgaten alles dubbel mysterieus is.
Ik vind het mooi hoe je het…
Lid sinds
6 jaar 11 maandenRol
Ik vind het mooi hoe je het verhaal zelfs in deze bescheiden omvang body geeft met de 'zelfacclimatiserende gewaden' en de 'paracommunicators'. Al moet ik dan wel weer zeggen dat ik bij paracommunicators een beetje een Emile Ratelband vibe krijg.
Lid sinds
8 jaar 2 maandenRol
Als je in het juiste nest…
Lid sinds
13 jaar 9 maandenRol
Als je in het juiste nest geboren wordt, is een hondenleven zo slecht nog niet. En het is vast niet voor niets dat de bijnaam van onze kat prinses is. Ze hebben ons inderdaad goed om onze vingers gewonden. Met deze bijzondere insteek weet je dat in je verhaal heel mooi neer te zetten.
Ik ben ook fan van de tweede alinea met zijn interdimensionale spanningen en zelfacclimatiserende gewaden. Mooie vondsten!
Dag Bob, Ik bleef even…
Lid sinds
3 jaar 2 maandenRol
Dag Bob,
Ik bleef even haken (voor mij SOL - jargon) op het ‘op goed geluk kiezen’ van een bestemming, waarin ze geen keuze hadden. Zo las ik het eerst, pas later viel het kwartje.
Toen de huisdieren aan bod kwamen, zag ik meteen de parallel en in die zin was voor mij de laatste paragraaf niet per se nodig, al valt er ook wel iets voor te zeggen dat de bevestiging van een interpretatie ook wel prettig is.
Dat opgehoopte interdimensionale spanningen metaal vlam doen vatten, vind ik leuk gevonden. Het klinkt net echt.
Je verhaal vond ik leuk om te lezen!
Ik wil er wel van alles over…
Lid sinds
3 jaar 1 maandRol
Ik wil er wel van alles over schrijven, maar ik zou niet weten wat en dat mag je als een compliment opvatten. Je hebt ons weer op een heerlijk verhaal getrakteerd, dankjewel.
Naar de duvel met die katten…
Lid sinds
4 jaar 2 maandenRol
Naar de duvel met die katten en honden! Ik wil weten hoe het de aliens verder verging!
Fantastisch verhaal.Prachtig hoe je de droom afbreekt, levert een mooi contrast op.
Hoi Bobcom, Wat een…
Lid sinds
4 jaar 5 maandenRol
Hoi Bobcom,
Wat een interessante insteek voor je verhaal. Leuk ook hoe een absurde droom zo goed aansluit op een boek dat eerder nog gelezen is. Dat maakt het 'het was maar een droom' geen storend cliché, maar een logische overgang.
Ik loop een beetje vast op de verhoudingen: ik vind het aliengedeelte ten opzichte van het stuk in de wakkere wereld wat lang. Het zit hem dan vooral in de tweede alinea. Gezien het prehistorische tijdperk waarin de aliens landen zou ik er eerder voor kiezen om dan wat meer woorden te besteden aan dat 'prehistorische' instinct van eten of gegeten worden - wat je trouwens erg leuk verwerkt in de rest van het gedeelte met de aliens! Je beschrijft de technologie wel in erg mooie zinnen en met interessante woordkeuze. Maar desondanks blijft die alinea voor mij wat traag lezen.
Ik zou de laatste zin of weglaten, of ik zou je hoofdpersoon weer laten sluimeren tussen het wakker zijn en slapen in, om weer die droomtoestand terug te laten. Nu voelt het einde wat abrupt.
Ik heb je verhaal wel met veel interesse gelezen. Het is altijd leuk als je geen idee hebt waar een verhaal naartoe gaat, omdat de inhoud zo origineel en onverwacht is!
Groet,
Nadine