#367 - Zwei Zweibrückers von Zweibrücken
'Twee bruggen.' Ik scrolde naar beneden op de Wikipediapagina.
'Wat?' Een vragend gezicht dook op van achter het laptopscherm.
'Twee bruggen. De betekenis van Zweibrücken. Zo ver reikt mijn kennis van het Duits dus. Dat en "Wow, was bist du für eine schöne Jungfrau”.’
Plagen was liefde vragen, en die kreeg ik in compact formaat naar het hoofd gezwierd. Ik kon het verfrommeld papiertje net ontwijken.
'Vleier,’ had Els lachend gerepliceerd. ‘Maar toch bedankt dat je wilt meegaan.’
In gespeelde verontwaardiging had ik de prop van onze keukenvloer opgeraapt, er een luchtzoen aan vastgehaakt en terug richting afzender gestuurd. Ze deed geen moeite om te ontwijken.
Toch was de uitspraak over mijn gebrekkige kennis van de taal van onze oosterburen geen leugen. Maar belofte maakt schuld. Dus vertrok ik op een druilerige dinsdagochtend met Hans, mijn schoonbroer, richting Duitsland. Bestemming: Zweibrücken.
Hans en Els waren als broer en zus zwei handen op één bauch.
Levensgenieters waren het, met een passie voor de paardensport. Hij baatte een manege uit te Galmaarden en had, zoals hij trots via de telefoon verkondigde, net “de deal van zijn leven gesloten”.
‘Twee zandkleurige Zweibrückers, voor een prikje – een warmbloedras, ideaal voor de fok en paardensport!’
Uit Zweibrücken. Begot.
Met Hans’ Hulshof Horsetruck, waarvan het leer en kunststof nog naar luchtige nieuwigheid rook, was het aangenaam rijden over de verhakkelde Belgische wegen. Na een korte tussenstop in Luxemburg (twee tabak-behoeftigen aan boord) arriveerden we rond het middaguur op bestemming. Aangezien de afspraak met de verkoper pas om 14 uur zou plaatsvinden, was er tijd voor verpozing.
Het barokke stadje bood zijn hoopvolle bezoekers naast werelds grootste rosarium, een overvloed aan kirches en Kasteel Zweibrücken verder een aardig stadspleintje. Op het terras van een zaak genaamd Die zwei Herzöge (alles in zweivoud bleek de stelregel in Zweibrücken) zocht ik een plekje onder een intussen opgeklaarde hemel. Hans verkoos een slentertocht door het historisch centrum.
Het middaguur en de doorgebroken zon dreef het volk naar de terrassen, waardoor de wachttijd aardig opliep.
De ober die uiteindelijk mijn Bitburger Premium Pils bracht, was een klein, schraal mannetje dat volledig leek te verdwijnen achter het volle dienblad. Een dienblad met pootjes. Zo leek het althans.
Mijn milde binnenpret-grijns lokte een niet-begrijpende blik uit aan de man. Ik negeerde het, nam onverstoord een eerste slok en staarde tevreden naar een onbestaand punt in de verte.
Vier Bitburgers en vijf sigaretten later was het meeste volk van de terrassen terug naar hun dagelijkse bezigheden gevloeid. Ik bleef alleen achter met een jong koppeltje (al twintig? Of nog net niet?) waartussen het gesprek een luidruchtige wending leek te nemen.
Of misschien was de discussie al eerder gestart, maar had de drukte haar aanwezigheid gemaskeerd.
Mijn nieuwsgierigheid was geprikkeld. Ik gaf een kwartslag aan mijn stoel, zodat mijn innerlijke ramptoerist beter kon observeren. De ober-in-zakformaat verzamelde ondertussen de restanten van een drukke middagshift. Hij leek de heibel te negeren.
De jongeman, een struise kerel met een harde trek rond de mond, maakte grote gebaren. Zij hield het klein maar krachtig. Momenteel leek de jongedame in het onderlinge steekspel aan zet, waarbij de handen dirigeerstokjes leken voor haar betoog. Af en toe onderbrak ze de voorstelling om met ranke vingers door haar kastanjebruin haar te glijden.
Een prachtig schouwspel.
Haar vriend leek minder onder de indruk. Zelfs van drie tafels ver voelde ik de uitbarsting naderen. Toen die uiteindelijk kwam, stormde hij wild gesticulerend weg van tafel, daarbij de Lilliput-ober met dienblad een tik verkopend. De brave man zag zijn opruimactie op de terrastegels uiteenspatten.
Zij bleef bedeesd achter; haar sierlijke handen werkloos uitgeteld op tafel.
Zonder aarzeling rechtte ik de rug, liep richting Jungfrau en nam op de vrijgekomen stoel plaats. In plaats van op te kijken volgde er een snikkende woordenstroom waaruit ik “bedrog”, “tweede keer”, “ouders” en “appartement” kon opmaken. Na vijf minuten onafgebroken ratelen richtte ze zich plots op, ogenschijnlijk nu pas bewust van mijn aanwezigheid.
Op fluistertoon stamelde ze: ‘Wer bist du? Was machen Sie hier?’
‘Zwei Zweibrückers von Zweibrücken,’ antwoordde ik schouderophalend, terwijl de toppen van mijn vingers de hare voorzichtig raakten.
***
Hallo Tudor. Wat een…
Lid sinds
7 jaarRol
Hallo Tudor. Wat een huzarenstuk. Mooi. Wat mij betreft zou alles om de kern wat compacter kunnen. Heb het zeker met plezier gelezen.
Bij dat terras stond dus geen elektriciteitshuisje?
Dag Tudor Wat een mooi stuk…
Lid sinds
5 jaar 11 maandenRol
Dag Tudor
Wat een mooi stuk, de speling met de 'Zwei', de sfeersetting, de zinnen en de knipoog hier en daar. Ik vind het een heerlijke tekst.
Johanna
Dag Tudor, fijne tekst! De…
Lid sinds
3 jaar 2 maandenRol
Dag Tudor, fijne tekst! De humor (in bv de wissselende benoeming van de ober) en de fijne beschrijving van haar handen (als dirigeerstokjes, werkloos), vond ik specifiek heel leuk. Ook de initiële scene met het propje is prettig om lezen, heel frivool.
Een dingetje ben ik gaan opzoeken en dat is het geslacht van 'discussie'. Ik denk dat het dan 'haar aanwezigheid' moet zijn. (Ik weet overigens niet zeker of het de bedoeling is of we dat soort dingen hier ook zetten, helemaal niet mijn bedoeling om te muggenziften hoor.)
Ik vind overigens dat je een fijne manier hebt om de dingen te benoemen, bv ipv de glazen die tegen de grond vallen, de opruimactie die op de terrastegels uiteenspat. En zo staan er nog heel veel voorbeelden in je tekst.
@ allen: bedankt voor de…
Lid sinds
3 jaar 8 maandenRol
@ allen: bedankt voor de feedback.
@ Annabe: alle feedback welkom, zowel inhoudelijke als taalgerelateerde.
Wat je opmerking verder betreft: ik vermoed dat je gelijk hebt. Tekst aangepast!
Dank je.
Zweimahl gelezen, zweimahl…
Lid sinds
3 jaar 10 maandenRol
Zweimahl gelezen, zweimahl genoten. En ik ben zeker dat je Hans met een Grietje wilde trouwen. Zit ie daar met zijn Els.