Goed idee Gi!

Als ze geen broer en zus waren geweest, was het allemaal heel anders gelopen. Dan keek hij uit op de Middellandse Zee of op de palmen van een Caraïbisch eiland. En niet zoals gisteren, vandaag, morgen en de komende twaalf jaar op de binnenplaats van de gevangenis vlak buiten Vrieswijk.

Voorbereiding is alles, kennis is macht. Peter had routines en die routines waren gebaseerd op het oude gezegde van Guido Gezelle: “denk alleer gij doende zijt, en doende: denk dan nog”. Dit bracht hem een solide reputatie in het criminele milieu. 
   De roof op bestelling ging goed, prima zelfs. Niemand gewond of getraumatiseerd. Vier schilderijen netjes met een beschermhoes bij oma op zolder. Eerst het stof neer laten dalen en hup! naar de klant. De overdracht en gelijktijdige betaling was over drie maanden.
   Peter had een jaar het beveiligingssysteem bestudeerd en met Jack alle ins en outs van het museum nagegaan. Ze hadden de museumjaarkaart er de eerste week al uit. Het platleggen van het systeem was zo gepiept, de beweging van de bewakers waren omzeild. De zwakke plek (drie defecte camera’s bij de rechter achterhoek van het museum, bij de Abbemadreef) ten volle uitgebuit: voorbereiding is alles, kennis is macht. Dat bleek. Pas de volgende ochtend merkte een bezoeker dat een paar wanden leger leken dan andere. 

Jeanette, Peters zusje, had een prijsvraag gewonnen en mocht op wetenschapsexcursie. Eenentwintig innovatieve bedrijven toonden zich van hun beste kant in een loods buiten Utrecht. Uit het hele land kwamen slimmeriken van HAVO vijf en VWO zes. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst nietwaar? 
   Op de lijst van bedrijven stonden twee bedrijven waar Peter meer van wilde weten. Voorbereiding is alles, kennis is macht.
   Het softwarebedrijf ‘Big Brother’, had stand 4 en bracht met AI en camerasystemen, verdacht gedrag in kaart. Handig bij Schiphol én, zo melde de begeleidende tekst, bij het herkennen van observatie door criminelen. Het tweede bedrijf, met standnummer 15, deed in optische apparatuur zoals nachtkijkers.
   Trots liep Jeanette met haar grote broer Peter door de hal. Zij had niet zo’n suffe ouder als begeleider, of erger de docent techniek. Ze trok hem van stand naar stand en Peter was zo goed om aan alle experimenten mee te doen. 
   Peter moest plassen en ze spraken af bij het hippe laboratorium van stand 12. 
   Stand 12 haalde hij niet. Voor hij zijn handen had kunnen wassen, waren deze door boeien op de rug geklemd. Jeanette zag hij pas terug bij de rechtszaak. 
   Tja, wie valt niet voor de wervende tekst: “Spannend! Misschien heb jij crimineel DNA in je!” De nieuwe speedtest verwerkte binnen vijf minuten DNA met een 80% zekerheid, en ze waren live gekoppeld aan de database van de politie. Enthousiast liet Jeanette wangslijm afnemen en tekende het toestemmingsformulier. Was ze familie van Jack de Ripper of een van de Daltons? Wie zou het zeggen? 
   Ze bleek familie van een blonde haar, geklemd in het kozijn van het museum en huidschilfers op de stenen daaronder.