#352 Heer des Huizes
Met een trillende hand steek ik de sleutel in het slot en open de voordeur. Tot mijn grote opluchting dringt er geen geur van ontbinding mijn neusgaten binnen, maar enkel die van pijptabak, mahoniehout en boenwas. Helemaal gerust ben ik nog niet, dus ik laat de wijkagent voorgaan. Die maakt zich kenbaar, maar een respons blijft uit. We stappen over een stapel post heen en gaan uit op onderzoek.
Het had er alle schijn van dat het weer goed ging. Na de dood van zijn vrouw liep mijn buurman lange tijd rond als een gebroken man, maar op een goede dag leek hij als een feniks uit de as te zijn herrezen. Het oude meubilair werd afgevoerd en beetje bij beetje vervangen voor … tja, feitelijk nóg oudere meubels; herhaaldelijk kwamen er busjes langs met antieke kasten, tafels en stoelen. Hij liep weer wat rechter en floot – net als vroeger – geïmproviseerde wijsjes door het spleetje tussen zijn voortanden.
Maar ineens werd het stil.
Dat de leveringen van meubels stopte, verontrustte mij niet zo – het huis moest inmiddels wel verzadigd zijn – maar van mijn buurman vernam ik taal noch teken meer, en het was niets voor hem om zonder het mij te laten weten op vakantie te gaan.
Een reservesleutel van zijn woning was in mijn bezit, maar uit angst voor wat ik zou aantreffen als ik poolshoogte zou nemen, schakelde ik de wijkagent in.
We staan in zijn woonvertrek en kijken onze ogen uit.
Een dressoir, een secretaire, een bonheur du jour en andere meubelstukken die enkel Frans verstaan, vormen tezamen met de grote exotische planten in koperen ketels een schitterend harmonieus geheel, waar wij beiden als dissonanten tussen staan.
Twee kolossale, oogstrelende stillevens sieren de wand, maar de mooiste stillevens zijn in drie dimensies om ons heen te vinden.
Naast een uitnodigende leren fauteuil staat een bijzettafeltje met opengeslagen boek, een leesbril, een pijp in een koperen asbak, een aangebroken whiskyfles, groene glazen spuitwaterfles met gaas bekleed, en een kristallen glas.
Daarachter de boekenkast, gevuld met oude meesterwerken in sierlijke Jugendstil-banden, die elke bibliofiel tot de hoogste vorm van extase brengen zou.
Voor het raam staat een massieven notenhouten bureau, ingelegd met groen leer en voorzien van een olielampje en bronzen Art Nouveau inktstel met ganzenveer, gereed om de eigenaar te assisteren bij het schrijven van diens magnum opus.
Ondanks alle weelde doet het vertrek nergens propperig aan. Eerder knus en gezellig.
Toch is dit decor zoveel méér dan een mooi plaatje dat in een woonblad niet zou misstaan; elk voorwerp vertelt iets over de persoonlijkheid van de buurman. Het is alsof we een inkijkje krijgen in zijn hoofd en zijn ziel.
De buurman zelf zien we echter nergens. Maar we horen hem wel; zijn zachte, kenmerkende tandengefluit lijkt zich van de ene hoek naar de andere te verplaatsen.
Beduusd verlaten wij de woning en trekken de deur achter ons dicht. Langzaam dringt er tot ons door wat er gebeurd moet zijn. Mijn buurman is volledig opgegaan in het interieur.
***
[Oude slotversie]
Ondanks alle weelde doet het vertrek nergens propperig aan. Eerder knus en gezellig.
Wat de agent waarschijnlijk niet weet, is dat elk voorwerp iets vertelt over de persoonlijkheid van de buurman. Het is alsof we een inkijkje krijgen in zijn hoofd en zijn ziel.
De buurman zien we echter nergens, maar we horen hem wel; zijn zacht kenmerkend tandengefluit lijkt zich van de ene hoek naar de andere te verplaatsen.
Stilzwijgend verlaten wij de woning en trekken de deur achter ons dicht. Verslagen kijken we elkaar aan. Woorden zijn overbodig, want we begrijpen allebei wat dit betekent. Mijn buurman is volledig opgegaan in het interieur.
Musonius: heerlijke…
Lid sinds
8 jaar 2 maandenRol
Musonius: heerlijke beschrijving van het interieur en dan fluitend verzwinden in opperste elevatie. Ik vermoed dat de boheur een typfout is want ik ken enkel een bonheur du jour.
Hoi Musonius, prachtig als…
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
Hoi Musonius, prachtig als altijd. Mooie zinnen, mooi opgebouwd. Met plezier en gelezen.
Ik vraag me nu wel af waar de buurman is gebleven.
Vanaf "De buurman zien we echter nergens, maar we horen hem wel; zijn zacht kenmerkend tandengefluit lijkt zich van de ene hoek naar de andere te verplaatsen.
Stilzwijgend verlaten wij de woning en trekken de deur achter ons dicht. Verslagen kijken we elkaar aan. Woorden zijn overbodig, want we begrijpen allebei wat dit betekent. Mijn buurman is volledig opgegaan in het interieur." heb ik het idee dat je er snel een einde aan moest breien. Je buurman kan wel opgegaan zijn in het meubilair en fluitend rondwaren, maar dan ligt er nog wel ergens een lijk.
Gi, Klopt, er is een ennetje…
Lid sinds
4 jaar 2 maandenRol
Gi,
Klopt, er is een ennetje weggevallen. Snel hersteld. Dank.
Fief.
Dank je.
Het antwoord op die vraag lees je in de laatste zin.
Ai, dat vind ik naar om te lezen. Ik raffel nooit verhalen af; doorgaans begin ik met het einde en werk daar naartoe. Wel vind ik dat een clou kort en bondig moet zijn. Als er op het einde te veel uitgelegd moet worden, vind ik dat je als schrijver faalt. Maar als het slot de illusie wekt haastwerk te zijn, heb ik iets niet goed gedaan.
Gaaf! Spannend. En mooie…
Lid sinds
3 jaar 10 maandenRol
Gaaf! Spannend.
En mooie twist met het letterlijkbenaderen van opgaan in het interieur. Het was echt zijn biotoop.
ZG op de schaal van je weet wel.
dag Musonius, Wat een mooi…
Lid sinds
5 jaar 11 maandenRol
dag Musonius,
Wat een mooi schrijfsel. Je geeft veel informatie, je ziet het zo voor je, er zit geen enkele herhaling of saaiheid in en het meest als een ferm; favoriet muziekstuk.
Een pareltje dus. Het einde is verrassend sterk.
Erg van genoten.
Johanna
Dank, Tony en Johanna, ik…
Lid sinds
4 jaar 2 maandenRol
Dank, Tony en Johanna, ik begin warempel te blozen.
Musonius, had al eerder…
Lid sinds
4 jaar 5 maandenRol
Musonius, ik had al eerder gemeld dat ik het in alle opzichten fantastisch stukje vind, maar mijn comments raken altijd zoek. Digitaal gekluns mijnerzijds. Het enige dat ik op te merken had was dat de sleutelzin "Wat de agent waarschijnlijk niet weet, is dat elk voorwerp iets vertelt over de persoonlijkheid van de buurman" een beetje uit de lucht komt vallen. Hoezo weet jij dat wel en de agent niet? Als je na het "knus en gezellig" opmerkt dat elk voorwerp en meubelstuk op de een of andere manier iets van de buurman zelf uitstraalt dan komt het "kijkje in zijn hoofd" voor mijn gevoel wat beter tot zijn recht.
De laatste alinea mist voor mijn gevoel een beetje van het raffinement van de opbouw daarvoor. Stilzwijgend, verslagen, woorden zijn overbodig: Ik mis een beetje wat jullie ervaren. Kunnen jullie niet langzaam tot het besef komen wat er gebeurd is? Sorry voor dit gezeur, want ik vind het een meesterstukje
Je mag zeuren, Bob, dank…
Lid sinds
4 jaar 2 maandenRol
Je mag zeuren, Bob, dank voor je respons.
Mijn idee was dat de hoofdpersoon zijn buurman beter kent dan de wijkagent, maar het is verder voor het verhaal niet van belang. Ik heb het slot wat aangepast. Beter?