Lid sinds

3 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#349 --- Donder op

 

Het waait hard. De eiken ruisen in de tuin en het dak kreunt. Ik word wakker en hoor beneden een deur slaan. Ik loop op mijn blote voeten behoedzaam de trap af. Mijn hart slaat een tel over wanneer de voorlaatste trede kraakt. Hoe kan de voordeur nu open zijn? Ik gluur naar buiten. Het is halfdonker en de maan geeft de lucht een grijsgroene schijn. De donder rolt in de verte. Over de haag zie ik plots een rood puntje oplichten. Een sigaret? Een gedaante maakt zich los van een boom en komt mijn richting uit. De wind wakkert nog sterker aan. Blaadjes knisperen over het gazon.

‘Stijn? Wat doe jij hier?‘ Hij wandelt het paadje op naar de voordeur met een vreemde grijns op zijn gezicht. Ik ken Stijn al jaren, een jeugdvriend, maar hij woont niet in de buurt. Ik voel een achterdocht langs mijn rug omhoog kruipen. Er gaat een dreiging van hem uit al begrijp ik niet waarom. In mijn ooghoek zie ik in de verte een trechter vormen, onze ogen worden groter wanneer we de lucht afspeuren. Tornado’s? Hier? Een lichtflits doet krakend de boom splijten en ik trek hem de gang in. We moeten onze krachten verenigen om de deur toe te krijgen. Wanneer die dicht is grijpt Stijn mijn arm, het huis davert, een bliksem legt de elektriciteit lam. Ik sper mijn ogen wijd open.

Ik voel een druk op mijn borst. Gedesoriënteerd veer ik rechtop in mijn bed. Buiten hoor ik een onweer tekeergaan. Als een flits de gordijnen oplicht zie ik een silhouet. Verschrikt klik ik mijn nachtlampje aan.

‘Stijn? Wat doe jij hier?‘ Ik zie hem aan mijn bedeinde staan. Ik ben in de war maar de dreiging lijkt weg. ‘Ik was in de buurt, en zag je voordeur openstaan en ik kwam even kijken of alles ok was?’ ‘Hoe bedoel je? Het is midden in de nacht?’ Hij vraagt of ik zin heb in een potje scrabble. Ik vraag hem what the fuck hem bezielt.

De hagel klettert op de pannen. Door mijn oogleden schemert het rode licht van mijn wekkerradio. 4uur. Nog zo vroeg. Ik draai me om en schrik me rot. Mijn vriend. De nachtraaf komt onder de dekens geslopen. ‘Sorry schat, ik wou je niet wakker maken.’

 

 

Lid sinds

2 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

V.Key,

Interessante tekst, ik heb met belangstelling gelezen. Het gevoel van dromen heb je goed weten over te brengen.

Een paar opmerkingen waar je wellicht iets mee kunt:

- ''Ik word wakker en hoor beneden een deur slaan. Ik loop op mijn blote voeten behoedzaam de trap af. '' --> Het personage is behoedzaam, maar gaat wel direct de trap af om nachtelijke geluiden te onderzoeken. Dit strookt - naar mijn mening - niet goed met elkaar. Wellicht kun je het personage eerst laten observeren of twijfelen, in plaats van direct op onderzoek uit te laten gaan. Daarmee wordt de spanning ook beter opgebouwd. 

- ''Ik was in de buurt, en zag je voordeur openstaan en ik kwam even kijken of alles ok was?’ ‘Hoe bedoel je? Het is midden in de nacht?’  --> Dit stukje zou ik even onder elkaar zetten, iets meer in dialoogvorm.

Bedankt voor je creatieve inzending, sterk geschreven! Het woord 'nachtraaf' kende ik trouwens nog helemaal niet. Leuk om zo een nieuwe term te leren! 

Groet,
Lotte Petersen