#346 - C’est la vie
‘Mooie liedjes duren niet lang,’ weerklinkt het plots.
Geschrokken verliest hij zijn evenwicht waardoor hij bijna van het aftandse melkkrukje dondert. Met de geringe soepelheid die zijn oude botten hem nog gunnen, weet hij zich nog net te redden.
Een verbaasde blik gaat richting de herkauwende herbivoor die hem indringend aankijkt. Vervolgens richting het bijzettafeltje in een uithoek van de stal.
De lage, androgyne stem van Cher stroomt echter onverstoord uit het transistorradiootje.
‘We hebben beiden al betere tijden gekend, toch Arjen?’
Opnieuw die stem die weergalmt in de stal. Of was het in zijn hoofd? Hij wist het niet goed. Verward schudt hij een paar keer met z’n kop, alsof hij daarmee de sluimerende mist die rondhangt onder zijn hersenpan kan verdrijven.
Sinds vorige maand was die mist harder en harder komen binnendrijven. Namen verwisselen, afspraken vergeten, sleutels kwijtraken – dat soort dingen.
‘Wie van ons zal, denk je, als eerste het loodje leggen?’
Met de kop lichtjes scheef, staart de melkkoe hem vragend aan.
‘Gerda?’
Hij mompelt de vraag en hoewel er geen mens in de buurt is, verwacht hij toch plots hoongelach te horen.
‘Ja, is dat even schrikken hè, Albert.’ Doorheen de zware stem schemert een zekere droefheid door.
Alvorens hij kan antwoorden vervolgt gedachten-Gerda schijnbaar onverstoord:
‘Nou, Arie, ik heb goed én minder goed nieuws voor jou.
Wat wil je eerst horen?’
‘Hoe … hoe is dit mogelijk?’ De vraag rolt er fluisterend, stamelend uit. Was de volgende stap in zijn aftakeling ingezet?
‘Nou, daar heb ik zo mijn theorie over, maar daar kom je zo dadelijk vanzelf wel achter. Wat wil je nou horen?’
Dat een koe ook ongeduld kon tonen, was nog de minst verrassende vaststelling van het moment.
‘Euhm, het goede dan maar.’ Zijn stem herwint iets van zijn vastheid.
‘Nou, het goede nieuws is: je hebt geen beginnende alzheimer!’
Hoe wist Gilda van zijn symptomen? Zelf zijn eigen dochter had niets door – of dat hoopte hij toch.
‘En … en het slechte?’ Daar is die aarzeling terug.
‘Of het bij jou een sappige biefstuk of hamburger was die het hem gefikst heeft, weet ik natuurlijk niet, maar jij en ik delen dezelfde ziekte Ard, veroorzaakt door wat misvormde eiwitten. Hierdoor komen er gaten in onze hersenen en gaan we beiden binnen afzienbare tijd dood.’
De toon was nuchter – bijna zakelijk, maar met een vleugje melancholiek. Langzaam verwerkt zijn lekkend brein de boodschap.
‘Dood? Ik?? Aan de gekkekoeienziekte?’
‘Hartstikke dood, Albie.’ Een koe ferm instemmend zien knikken zou normaal gezien aanleiding moeten geven tot hilariteit, maar zijn nevelig hoofd stond er niet naar.
‘En hoe weet jij dat zo zeker?’ repliceert hij half protesterend.
‘Mijn moeder heeft nog een tijdje in de wei gestaan bij een veearts uit Leiden, dan pik je vanzelf wat dingen op.’
Confuus staart hij haar aan.
‘Dus … ik hoor gekke koeienstemmen in mijn hoofd en binnen enkele maanden ga ik dood.’
‘Kort samengevat komt het daar wel op neer, ja.’ De grote tong roert zich een paar keer in de natte muil.
In een uithoek van de stal kwelen Sonny en Cher onverstoord verder:
‘Sing c’est la vie,
And soon you will see
Your cares will be free
Sing c’est la vie’
Hoi Tudor, leuk verhaal. Ik…
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
Hoi Tudor, leuk verhaal. Ik neem aan dat je met het noemen van de verschillende namen de ziekte wil aantonen. Ik vond het persoonlijk verwarrend lezen, alsof je een nieuwe personage introduceert. Als je consequent bent, moet je de namen van Sonny en Cher ook steeds veranderen.
Verward schudt hij een paar keer met z’n kop, ---> zijn kop of zijn hoofd?
verassende ---> er mist een r.
maar jij en ik delen dezelfde ziekte Ard, ---> Misschien is het voor de duidelijkheid beter om hier Ard weg te laten als je de naam van de boer bedoelt. Nu leest het alsof je de ziekte Ard bedoelt. (niet dat deze ziekte bestaat)
Hoi Fief, Ook nu weer…
Lid sinds
3 jaar 8 maandenRol
Hoi Fief,
Ook nu weer bedankt voor je feedback. Altijd waardevol!
Van een trieste verassing een (eigenlijk even trieste) verrassing gemaakt. Inderdaad wou ik met de naamsverwisselingen een verwijzing maken naar de ziekte. Tijdens het schrijven bedacht ik echter ook dat dit misschien verwarrend kon overkomen. Vandaar dat alle 'foute' namen voor de boer én voor de koe iet of wat gelijkend zijn. Misschien toch niet helemaal geslaagd in mijn opzet dan. ;-)
Ik vind persoonlijk ook niet…
Lid sinds
4 jaar 3 maandenRol
Ik vind persoonlijk ook niet dat het veranderen van de namen een meerwaarde geeft, het schept meer verwarring. Misschien kun je het oplossen door het op een andere manier te doen, bijvoorbeeld door 2-delige namen te gebruiken en dan van Jan-Piet naar Jan-Peter te gaan, of door wel dezelfde naam maar een andere schrijfwijze te gebruiken, maar ik vrees dat de verwarring daardoor niet wordt opgeheven. Misschien is er een creatievere manier om ermee om te gaan, de namen in cursief of vet te zetten ofzo zodat je duidelijk merkt dat er iets aan scheelt?
Hoi Dinneke, Bedankt voor…
Lid sinds
3 jaar 8 maandenRol
Hoi Dinneke,
Bedankt voor je suggesties. Het idee om alle (afwijkende) namen in cursief te zetten, vind ik persoonlijk een goed idee! Heb de tekst dan ook aangepast a.d.h.v. jouw suggestie. Enkel de eerste vermelding van de naam heb ik ongemoeid gelaten om zo het contrast met de 'foute' versies te benadrukken.
Verdere input altijd welkom!