Lid sinds

13 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

#319 Herfststorm

Ik beweeg me van schaduw naar schaduw. Soepeler dan ik in jaren heb gedaan. Alsof de herinnering die voor me uit loopt, kruimels van een verloren jeugd strooit. Ik heb geleerd zo onzichtbaar mogelijk te zijn en nu ik het verleden najaag, komt me dat goed van pas. 

Ze draagt een glimmend rode regenjas, de capuchon waarin ze diep is weggedoken, verbergt haar gezicht, goed beschermd tegen de herfststorm die genadeloos om ons heen draait.
Met een lichtheid, een lenteseizoen waardig, ontwijkt ze de plassen. De aanblik van haar soepele, zo karakteristieke bewegingen verwarmt me en de rusteloosheid die ik altijd met me meedraag, verdwijnt voor even naar de achtergrond.

Honderd levens geleden was ik nu naar haar toegesneld. Had ik haar koude handen vastgepakt en haar vol overgave gezoend. Honderd levens geleden had ze me lachend aangekeken, "je bent doorweekt" gefluisterd en tevergeefs geprobeerd haar jas om ons beiden heen te slaan. Ik zou haar lichte parfum ruiken en de belofte van haar naakte lichaam tegen de mijne koesteren.

Maar in dit leven is het van het allergrootste belang dat ze me niet ziet. De vodden die ik draag, mijn haar dat al maanden niet geknipt is, de gebroken man die ik ben. Dus volg ik haar geluidloos, onzichtbaar, terwijl de regen ons voortjaagt.

Als ze voor een café stilstaat, duik ik dieper weg in het donker. Ze doet haar capuchon af en voordat ze naar binnen stapt, vang ik een blik op van haar krullen. Rood, net als haar regenjas. Er waait geroezemoes over de straat als ze de deur opendoet. Ze stapt het warme licht binnen, haar krullen vonken, dan verdwijnt ze in de menigte.

Ik wacht een halfuur, steek de straat over en glip het overvolle café binnen. De vochtige warmte overvalt me, evenals de afkeurende blikken van de mensen die ik passeer. Ik wil rechtsomkeer maken, maar dan zie ik hem, aan de kapstok. Ik gris de rode jas van de haak en maak me zo snel mogelijk uit de voeten.

De steeg is donker en koud. Ik duik in de beschutting van een grote grijze container en trek de regenjas over me heen. Een lichtzoete geur omhult me als een zachte deken. Langzaam word ik warm; ik heb alles verloren, maar vannacht, vannacht  zal mijn herinnering aan haar de herfst buiten houden. 

Lid sinds

4 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Wow, Chantal. Wat een mooi verhaal. Zo beeldend en met gevoel geschreven. Je laat ons echt in de huid van de hp kruipen. Met bewondering gelezen. Top!

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Bij het zoeken naar een woord om jouw stukje te beschrijven, Chantal, kwam ik bij 'subliem' uit.

Lid sinds

3 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Wat een schitterend verhaal, hulde! Moet haast even een traantje wegpinken.

Wel struikelde ik over de laatste zin, want het is toch niet háár herinnering, maar jóúw herinnering aan haar?

Lid sinds

12 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
  • Stagiair
  • Redacteur
  • Uitgever

Ha Chantal, wat een mooi, melancholisch herfstverhaal. Prachtige sfeer. En als je vraagt valt er dan níets aan te merken? In deze zin: 'De vodden die ik draag, mijn haar dat al maanden niet geknipt is, de gebroken man die ik ben.' Zou ik het sterker gevonden hebben als je 'de gebroken man die ik ben' zou hebben vervangen door iets anders. Show dont tell. Maar in dit geval is het bijna spijkers op laagwater zoeken. 

Lid sinds

13 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Ingeborg en Frank, dank voor jullie reactie! Heel blij mee!

Frank, ik twijfelde zelf ook over de zin die je aanhaalt. Die gebroken man is inderdaad misschien beter te vervangen. Ik zal nadenken over een meer 'show' beschrijving.

Lid sinds

5 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Chantal,
Ik vind je verhaal heel mooi geschreven en fijn om te lezen. De laatste zin zou ik nog wel een keer naar kijken, het voelt heel erg alsof er woorden missen. Bedoel je dat de jas hem herinnert aan haar en helpt de herfst buiten te houden? Dat is namelijk hoe ik de zin interpreteer.