Lid sinds

6 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#302 Geen haar op zijn hoofd

 

Geen haar op zijn hoofd

Geen kapper verdiende het predikaat barbier beter dan kapper Zwart aan de Breestraat. Met zijn gesoigneerde snor, zijn dikke buik onder de leren schort en gewapend met vlijmscherpe scharen die bewogen op het rappe ritme van zijn tong, zag hij eruit als een veldmaarschalk voor wie geen kuif te vet en geen knot te zot is.

Ingemetseld in de gewoonten der jaren en met de blik beperkt op de hoofden van zijn clientèle wist hij behalve met lange haren ook korte metten te maken met de wereldproblematiek, die voor hem varieerde van de kosten van het koninklijk huis tot de jaarlijkse stijging van de WOZ - die afkorting klonk uit zijn mond als een besmettelijke ziekte. Zijn eigen prijsstijgingen liet ik wijselijk rusten omdat de man de vervelende gewoonte had zijn handen stil te houden zodra een onderwerp hemzelf raakte en ik in zo’n geval gedwongen was nog langer vastgesnoerd te zitten in zijn achtbaan van knisperende messen en wervelende inzichten, in de wetenschap dat een knik mijnerzijds genoeg kon zijn voor een onbedoelde knip uit mijn oor of toch al beperkte haardos.

Elke keer zag ik er tegen op de man te ontmoeten, wellicht vooral omdat het bezoek zich telkens volgens hetzelfde vaste patroon voltrok. Na bijna veertig jaar waren de spiegels nog altijd schoon, de plavuizen nog altijd bruin en de eikenhouten stoelen telkens opnieuw met boenwas ingewreven. Na zijn routinematige vraag of het bovenop wat korter moest knikte ik steevast: ‘Langer kun je het niet maken.’ Waarna het gesprek zich ontvouwde als de Telegraaf van diezelfde ochtend.

De Brusselse boevenbende had in zijn verbale bibliotheek een vaste plaats naast de Belastingdienst, die hij over een kam schoor met criminelen en zakkenvullers. Maar ja, wat doe je eraan. Aartsconservatief was zijn commentaar, badinerend, licht geërgerd maar nooit schurend. Hij ontweek mijn oren met dezelfde vaardigheid als controverses. Nooit je klanten tegen de haren in strijken, zal zijn devies geweest zijn.

Nadat hij binnensmonds een prijs had genoemd die altijd weer hoger was dan de laatste die ik me herinnerde, betaalde ik contant en nam ik me stellig voor een andere kapper te gaan zoeken.

Toen kwam Corona. Alle kappers waren dicht. Wat een rust! Tien weken kapvakantie. Maar aan al het moois komt een eind en mijn haar was niet meer mooi te noemen. Wandelend over de Breestraat moest ik aan kapper Zwart denken. Zijn mening over de te treffen maatregelen kon ik wel uittekenen. Hij zou ze afdoen als ‘kouwe drukte’, een ondermijning van de ondernemingszin. Net zoals hij andere verplichtingen in de wind had geslagen. Afgaand op de geur in zijn zaak verdacht ik hem ervan dat hij ergens achter mij een smeulende Oud-Kampense bolknak verstopte waarvan hij een trek nam zodra ik een andere kant op keek. Met de corona-maatregelen zou het wel niet anders gaan, vermoedde ik.

Maar de zaak van Zwart was nu donker. De stoelen leeg, de stoep niet aangeveegd, er brandde geen enkel licht. Verbaasd deed ik een stap naar voren. ‘Wegens privé-omstandigheden gesloten’, stond op een handgeschreven briefje achter de ruit.

De bovendeur stond echter open en daarachter, midden in de donkere zaak, zag ik hem staan. Roerloos, steunend op de steel van zijn rubberen bezem.

Zijn enorme snor was verdwenen, zijn gezicht ingevallen, zijn hoofd zo kaal als ware het door sprinkhanen bestormd. Er was weinig meer over van het heerschap dat ik jaren mijn haren had toevertrouwd. Ik schrok en begon te beven.

In zijn ogen lichtte iets op toen ik nog een stap dichterbij deed en hij me herkende. ‘Langer kan ik het niet maken’, mompelde hij met een wrange glimlach.

Ik keek hem beduusd aan.

‘Kanker’, gromde hij.

Ik stapte op hem af en sloeg mijn armen om hem heen. Hij wankelde.

‘Alles is opeens anders.’

Ik wist niet dat je een kapper zo kunt missen.

 

Lid sinds

4 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Floris, wat een goed geschreven verhaal. Ik ben jaloers op de mooi geformuleerde zinnen.
Indringend hoe hij die zin herhaalt: "langer kan ik het niet maken."

Ieniemienie zeurtje: De Brusselse boevenbende had in zijn zijn verbale bibliotheek ---- een zijn teveel.

Lid sinds

13 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Floris, sluit me aan bij Fief! Mooie, kleurrijke zinnen waarmee je kapper Zwart prachtig weergeeft.

"...voor wie geen kuif te vet en geen knot te zot is."

Is het hier niet "te zot was"? Omdat je de rest in de vt schrijft, komt deze "is" een beetje vreemd over.  

Lid sinds

6 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Als antwoord op door edwinchantalen…

Ah, da’s een leuke voor de puristen. Toegegeven dat ik het niet bewust in de tt gezet heb, maar dan toch: ‘ik had een schilder die perfect wist wanneer mijn huis aan een nieuwe schilderbeurt toe was’ of ‘... aan een schilderbeurt toe is’? In het eerste geval had ik de schilder niet bepaald nodig (want inmiddels was het huis er niet meer oid, als het geschilderd had moeten worden kan iedereen dat zien). De tweede schilder kon iets zien wat ik niet kon.

Lid sinds

3 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Goed geschreven Floris. Ik dacht wel: waarom blijft hij toch teruggaan, maar dat zal de macht der gewoonte zijn. En mooi dat hij hem dan blijkt te missen. De zin "Alles is opeens anders" lijkt me overbodig. En dat je je armen om hem heen slaat... 'gelukkig' heeft hij geen corona.

Chapeau.

Lid sinds

5 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hé Floris. Mooi verhaal! Het las goed door en naast natuurlijk het sterke einde, waren er ook leuke zinnen tussendoor zoals: 
Zijn eigen prijsstijgingen liet ik wijselijk rusten omdat de man de vervelende gewoonte had zijn handen stil te houden zodra een onderwerp hemzelf raakte

Qua feedback:
Wat ik zelf een beetje verwarrend vond, is dat de hoofdpersoon de Barbier eerst omschrijft als een echte vakman, die korte metten maakt. Vervolgens komt dan in de zin: "en ik in zo’n geval gedwongen was nog langer ..." een afkeer om te lang vast te zitten bij deze man en zelfs de angst voor een schaar in zijn oor: "een knik mijnerzijds genoeg kon zijn voor een onbedoelde knip uit mijn oor". Dat vond ik elkaar wat tegenspreken. Zeker omdat je later zegt: "Hij ontweek mijn oren met dezelfde vaardigheid als controverses". 
Ook, maar dit is waarschijnlijk een vaag punt, mag er van mij iets meer iets persoonlijks zijn in de interactie tussen de Barbier en de hoofdpersoon. Dat hij misschien ook bleef omdat hij die kerel ergens ook wel waardeert mist een beetje, en dan komt de knuffel bij kanker enigszins wat onverwacht.

Maar sowieso leuk verhaal om te lezen! Dank!

 

Lid sinds

5 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Dag Floris

 

dat is een fijn verhaal, mooi opgetekend en ook hier en daar een fijne beeldspraak.

ik heb daar niets aan toe te voegen

 

 

Johanna

 

Lid sinds

6 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Dank allen voor jullie mooie woorden en interessante feedback! Leuk dat het zoveel losmaakt. Laat ik niet in de verleiding raken om alles uit te leggen zoals ik het bedoeld heb, maar dat het moest ‘puzzelen’ was zeker zo bedoeld. Ik denk dat de kapper rechtlijniger was dan de ik-persoon... bedankt!