Mijn meisjes en de bal #300
’t Is natuurlijk een klein veldje en mijn dochters zijn nog maar zes en zeven jaar, toch tintelen mijn benen en ik wil die bal er gewoon keihard in rammen. Zoals vroeger: de wind laten ruisen en met een lichaamsschijnbeweging mijn directe tegenstander in verwarring achterlaten, en dan, buitenkantje rechts, een afdraaiende bal, strak in de kruising.
Ik voel me weer vijftien.
De actie lukt, dwars door korte benen van de oudste. Maar dan het verschrikte gezichtje van Hannah, die het doel verdedigt, met een lat waar ze pas over een jaar of tien bij kan, waarschijnlijk door te springen. Haar handen al in de vangstand, voor haar gezicht. Ik leg aan, ze bukt en ik raak de bal vol op de wreef. Met een snelle boog spat die op de lat uiteen, schampt haar hoofdje. Lichtjes hoor, toch gaat ze er demonstratief bij zitten.
Maartje roept, al ligt ze nog op haar buik door mijn passeerbeweging.
“Ik wil nu op de trampo!”
Maar de bal rolt nog, richting mijn voeten, die beginnen met hooghouden.
‘We zijn hier nog maar net. Straks mag je even springen.”
Volgend weekend weer naar Monkeytown, nu even een kwartiertje ballen.
“Nu, jij op goal, papa.” Wat een held, mijn Hannah. Tuurlijk wil papa wel eventjes keepen.
“Je hebt de wind mee, popje. Schiet maar zo hard je kan!”
Een rollertje, meer is het niet. Met een zo sierlijk mogelijke duik plof ik naast de bal, die ik in het voorbijgaan nog een extra zetje geef.
“Goooaal papa!”
De volgende pak ik, met zoveel mogelijk moeite.
“Nu ik, geef de bal aan mij!” De buikschreeuwer hobbelt richting doel, mijn knie begint weer op te spelen. Nog eventjes, nog één keertje die bal raken.
“Oké, hierna gaan we weer naar de tuin. Opletten, hij komt hoog.”
Even kijk ik naar het het blauw-oranje bord van de oude meester, dat ze hier opgehangen hebben. Regel nummer 7, ‘Wees wie je bent’. Ik trap uit, veel te hard, maar o zo lekker. Het ding stijgt als een raket, een meeuw zwenkt ternauwernood. Niet ver van de vogel buigt de bal voor de zwaartekracht. In de richting van mijn meisjes, zij kijken naar de bal, kinnetjes met kapseltjes. Er komt steeds meer vaart in, ik roep hun namen.
Hannah kan ik nog net in mijn armen grijpen, naast me klinkt gestuiter. Arme Maartje ligt op haar rug dit keer, op zoek naar lucht, haar brilletje staat scheef. Gelukkig maken ze de glazen tegenwoordig van een soort plexiglas. Ik raap haar op - ze begint te brullen en geeft me kleine klapjes.
“Waarom doe je dat nou, papa?” Toch begraaft ze haar gezichtje in mijn schouder.
Zout op mijn huid, maar nog steeds die heerlijk tintelende benen.
Hoi, Geen feedback of iets…
Lid sinds
4 jaar 7 maandenRol
Hoi,
Geen feedback of iets. Ik wilde gewoon even zeggen dat ik het een mooi geschreven verhaal vind.
Hallo Mender, leuk verhaal…
Lid sinds
5 jaar 8 maandenRol
Hallo Mender, leuk verhaal. Weer even kind zijn, moet kunnen toch?
Klein zeurtje: een lichaamsschijnbeweging --- alleen een schijnbeweging is voldoende volgens mij.
@Annie, Dankjewel. Ik…
Lid sinds
8 jaar 11 maandenRol
@Annie,
Dankjewel. Ik beschouw het stiekem toch een beetje als positieve feedback.
@Fief, Ook dankjewel. Het…
Lid sinds
8 jaar 11 maandenRol
@Fief,
Ook dankjewel. Het verschil tussen een schijnbeweging en een lichaamsschijnbeweging, zit hem in het gebruik van het hele lijf, of alleen de benen. In ieder geval in het voetbal. Vanwege dat 'dubbele' vind ik het juist wel een leuk woord.
Edit: Ik pas het aan, het brengt inderdaad teveel verwarring.
Mooi hoe je het fanatisme…
Lid sinds
9 jaar 9 maandenRol
Mooi hoe je het fanatisme van de sporter beschrijft gecombineerd met het bescherminstinct van de vader. Beeldend en met gevoel geschreven.
gr. Nynke
Heerlijk herkenbaar verhaal,…
Lid sinds
6 jaar 8 maandenRol
Heerlijk herkenbaar verhaal, Mender. Een sportieve innerlijke strijd ;-) Uiteindelijk wint de sporter, maar gelukkig zonder al te veel scherven. Je verhaal heeft lekker vaart door die bal die voortdurend rolt, de suizende wind en ook deze fijne zin 'Het ding stijgt als een raket, een meeuw zwenkt ternauwernood.' En beeldend, o.a. hier 'In de richting van mijn meisjes, zij kijken naar de bal, kinnetjes met kapseltjes.' Leuk ook die verwijzing aan het einde, het zout op je huid.
Een paar suggesties mbt taalgebruik; je hoofdpersoon 'raapt' een dochter op. Ik zou hier kiezen voor optillen of oppakken, omdat het zo klinkt alsof ze in stukken op de grond ligt. Ook schrijf je hier 'naast me klinkt gestuiter.' De dochter stuitert of de bal? Dat is me niet helemaal duidelijk.
@Nyceway Dankjewel, Nynke…
Lid sinds
8 jaar 11 maandenRol
@Nyceway
Dankjewel, Nynke. Hoe jij het omschrijft was precies de bedoeling. Mooi dat je het dan ook zo leest.
@Lizette,
Fijn, bedankt. Goede suggesties, rapen is hier niet helemaal op zijn plaats, zie ik nu.
En dat gestuiter deed ik expres, om zijn afstandelijkheid naar zijn oudste uit te drukken, alsof het hem niet kan schelen wat er precies stuitert.
Toch maar niet doen dan?
Vriendelijks,
Mender Marinus