#300 Fout
Patrick kijkt op zijn lijstje. Meneer de Vries, zeg maar Koos, is één van de bewoners die hij vandaag moet helpen met de verzorging. Koos wordt door zijn medebewoners gemeden. Hij zou “fout” geweest zijn tijdens de oorlog. Patrick zou zo graag zijn kant van het verhaal willen horen, maar Koos ontwijkt meestal zijn vragen over de oorlog.
Na de verzorging gaat hij bij Koos aan tafel zitten. Hij heeft zich voorgenomen om hem het gewoon te vragen.
Patrick verzamelt moed om over HET onderwerp te beginnen.
‘Ik weet dat je er niet graag over praat,’ begint hij en Koos heeft meteen in de gaten waar het naar toe gaat. Patrick is vasthoudend.
‘Wat wil je horen? Dat ik fout ben geweest? Dat is toch wat iedereen hier over me vertelt? Nou, dat klopt. Wat ik gedaan heb, was hartstikke fout. Dat kan ik nooit meer goedmaken.’ Koos klinkt bitter.
‘Ik wil begrijpen wat er gebeurd is. Wil je me jouw kant van het verhaal vertellen?’
Koos kijkt Patrick aan. Hij lijkt oprecht geïnteresseerd.
‘Zou het wat uitmaken? Zou jij het begrijpen; opgegroeid in vrijheid?’
‘Dat weet ik niet, maar nu moet ik afgaan op wat ik van anderen hoor.’
‘Ja, daar heb je gelijk in.’
Koos haalt diep adem en begint te vertellen.
‘Ik was gemeenteambtenaar, belast met het uitgeven van persoonsbewijzen. Het verzet vroeg mij om papieren te vervalsen. De Duitsers kregen hier lucht van en ik kreeg de keuze: namen noemen of mijn gezin nooit meer zien.’
Hij kijkt Patrick aan, maar slaat dan zijn ogen neer. Patrick durft de stilte niet te doorbreken.
‘Ik had verhalen gehoord van kampen. Mensen kwamen daar niet levend vandaan. Ik had de keuze om mijn gezin hiervoor te behoeden en dat heb ik gedaan. Kort daarop werden vijf mensen uit het verzet opgepakt en net buiten de stad gefusilleerd.’
Patrick ziet tranen in zijn ogen verschijnen.
‘Ik heulde niet met de vijand, maar ik was bang voor mijn gezin. Ik was geen held. Het idee hen te moeten verliezen was iets waar ik niet aan durfde te denken. Ik heb de levens van vijf moedige mensen opgeofferd voor mijn eigen vrijheid. Daar droom ik nog elke nacht van. Ik denk dat Onze-Lieve-Heer me daarom zo oud heeft laten worden. In de ogen van de maatschappij deug ik niet en ik geef ze geen ongelijk.’
Koos pakt een zakdoek en snuit zijn neus.
‘Ik kan mijn daden er niet ongedaan mee maken, maar ik laat elk jaar een bloemetje bij het graf van die vijf mannen leggen.’
Patrick legt zijn hand op die van de oude man.
‘Ik weet niet wat ik in jouw situatie zou hebben gedaan, Koos. Het is makkelijk oordelen als je het niet hebt meegemaakt.’
Mooi verhaal, Fief. Je kan…
Lid sinds
9 jaar 8 maandenRol
Mooi verhaal, Fief. Je kan je afvragen wat zwaarder weegt de veroordeling door anderen of de veroordeling die Koos zichzelf oplegt.
Een moment van liefdevolle aandacht kan een mensenleven veranderen.
Groetjes Nynke
Hallo Nynke, bedankt voor je…
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
Hallo Nynke, bedankt voor je bemoedigende reactie. Ik wil met dit verhaal absoluut niet goedpraten wat er is gebeurd, maar ik kan me voorstellen dat je onder een bepaalde druk anders reageert dan je normaal zou doen.
Bedankt voor het lezen.
Hoi Fief, ik word heel stil…
Lid sinds
7 jaar 9 maandenRol
Hoi Fief, ik word heel stil van jouw verhaal, het maakt een ontzettend diepe indruk! Het is een onmenselijk dilemma waar deze man voor stond, ik weet niet wat ik gedaan zou hebben. Ik heb zomaar het idee dat wie niet in zijn schoenen hebben gestaan wel heel makkelijk praten hebben. Ook ben ik het eens met wat Nynke zegt over zwaarder wegen.
Je hebt het heel invoelbaar geschreven, ik had het gevoel of ik erbij zat in die kamer en hield mijn adem in.
Toch nog een klein zeurtje: als Patrick zegt dat hij wil begrijpen wat er gebeurd is, zou ik daar geen vraagteken achter zetten.
Met bewondering gelezen en herlezen.
Met vriendelijke groet,
Ton Badhemd
Hoi Ton, bedankt voor je…
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
Hoi Ton, bedankt voor je mooie compliment en je "zeurtje". Daar ben ik heel blij mee.
Het vraagteken is verdwenen. Ik had de tekst iets aangepast en heb daarbij het vraagteken over het hoofd gezien.
Mooi verhaal Fief, ik heb…
Lid sinds
4 jaar 6 maandenRol
Mooi verhaal Fief, ik heb niets aan de reactie van de anderen toe te voegen.
Dank je wel, Katja.
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
Dank je wel, Katja.
Hoi Fief, mooi verhaal! Het…
Lid sinds
6 jaar 7 maandenRol
Hoi Fief, mooi verhaal! Het leest ook lekker dat je het in tegenwoordige tijd hebt geschreven. Ik heb het twee keer gelezen, maar ik kon geen zeurtjes voor je vinden :) :(.
Hoi Karel, dank je wel voor…
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
Hoi Karel, dank je wel voor dit mooie compliment.
Goed verhaal Fief, vooral…
Lid sinds
6 jaar 7 maandenRol
Goed verhaal Fief, vooral omdat je dat vreselijke dilemma zo helder schetst. Er zijn meer verhalen verschenen over dit soort onmenselijke keuzes. Jij verwoordt het hier in eenvoudige woorden, in een mooi klein verhaal. Fijn als een verhaal lezers aan het denken zet, bij mij doe je dat, en ook bij eerdere lezers hierboven. Het thema verwerkte je hier mooi in, waarbij ik me afvraag; kun je in een keuze als deze, trouw blijven aan jezelf?
Twee suggesties; je schrijft 'Meneer de Vries, zeg maar Koos.' Dat komt op mij gekunsteld over. Meestal zeg je 'zeg maar Koos,' als je jezelf voorstelt. Ik zou hier meneer de Vries laten staan, en hem dan aanspreken met 'Koos.' De lezer weet dan ook dat hij Koos heet.Of alleen de naam Koos gebruiken.
Verder start je het verhaal vanuit het perspectief van Patrick, die nieuwsgierig is naar Koos. In deze zin 'Koos kijkt Patrick aan. Hij lijkt oprecht geïnteresseerd,' laat je dat eenmalig los. Zorg dat je bij een perspectief blijft. Als je wil uitleggen waarom Koos nu wel praat, kun je dat misschien laten zien in zijn gedrag, of Koos een vraag laten stellen, of Patrick zijn oprechte interesse laten uitspreken.
Hoi Lizette, ik ben erg blij…
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
Hoi Lizette, ik ben erg blij met je compliment, maar zeker ook met je aanvullende opmerkingen. Dank je wel.
"Meneer de Vries, zeg maar Koos" --- met dit stukje wilde ik aangeven dat Patrick toestemming had om hem Koos te noemen. Zelf als verpleegkundige zal ik namelijk zelf niet iemand snel bij de voornaam noemen. Misschien had ik het er zo bij moeten zetten, of, zoals jij adviseert, gewoon weglaten.
Het stukje waarin ik van perspectief wissel ga ik aanpassen.