# 286 verloren
Elk voorwerp kan onderwerp zijn. Van mijn zoektochten. Alsof die dingen zich met opzet aan mijn blik onttrekken. Even kijk ik een andere kant op en hop: weg die sleutels. Of bankkaart, pen, mijn favoriete koffiemok,... Die hamer had ik net nog in mijn hand. Ik weet zeker dat ik die even ervoor op tafel had gelegd… En ik zie slechts een vaas, kaars, bril, boek met titel ‘waarom mensen niet gelukkig zijn’ . Maar géén hamer. Zelfs niet in de omgeving van de tafel…
Ik zie dat stuk metaal gniffelend in zijn steel lachen, overgaand naar in alle stilte proestend, heen en weer schuivend van de pret. Zodra hij mijn emotie kan aflezen van m’n gezicht en algehele houding: die van verbazing naar ontzetting overgaat. Van: ‘hoe is dat nu mogelijk’ over ‘luidop vloekend, waar is dat klopding?’ naar ’t is weer van dat, ik haat het elke keer te moeten vragen: “schat, heb je mijn hamer gezien?”
En jawél, zodra ik die vraag stel, gaat huisgenote van dienst met vastberaden pas naar dé plaats delict. Daar waar ik, in dit geval een hamer, die zelf neergelegd zou hebben….En elke keer opnieuw krijg ik een of andere variant te horen van een voor mij retorische vraag: “wat zou je zijn zonder mij?” of “kunnen mannen eigenlijk wel zoeken? Terwijl ze het betreffend onding meewarend glimlachend in mijn hand duwt: “nèh”…
Ware het niet dat ik wéét dat het absoluut niet kan dat voorwerpen hun eigen weg gaan, zo nu en dan besluipt mij toch de twijfel. Ik kijk beteuterd naar de hamer, verdenk hem van pestgedrag…Hoorde ik nu schaterlachen? Zou ook nog kunnen: ik heb een fantastische carrière als goochelaar gemist. Weg toveren: alles, altijd en overal. Alleen werkt de magie voor het terug brengen niet. Ik wist niet eens dat ik kón goochelen. Googlen, dat wel. Je vindt er van alles. Behalve dat wat ik zoek.
Niet dat ik het kan hebben dat alles zo maar rondslingert. Dat er binnen de kortste keren op elke stoel, tafel of zetel zich stapels vormen. Nee, ik kan het zelfs niet hebben. Het zorgt voor chaos in mijn hoofd. Dus alles netjes aan de kant. Alleen is die kant nu eens hier, dan eens daar. Mijn jongste verwoordde het kort en bondig: “Geef nu toch eens alles een vaste plaats én hou je daar aan”
Vooral dat laatste blijkt keer op keer een moeilijke te zijn. Dat leunt heel dicht aan bij multitasken. En gezien ik een man ben, kan ik wetenschappelijk bewezen, niet multitasken. Bij uitbreiding zoeken dus ook niet, geef ik de volgende keer ridderlijk toe. Wanneer de vindster van dienst weer eens vraagt: “is ‘t weer van datte?”
dag Tijl Plezante…
Lid sinds
5 jaar 10 maandenRol
dag Tijl
Plezante invalshoek.
Ik vind ook dat je tekst beter wordt na de eerste paragraaf, je slaagt erin om er wat vaart in te brengen. Je beginzin Elk voorwerp kan onderwerp zijn. Van mijn zoektochten. vind ik niet zo sterk. Dat lijkt op een telexbericht....