Lid sinds

14 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

#285 - Ciara

 

Overleven

Tegenwind! Altijd als het hard waaide had ik tegenwind. Ik fietste zoals iedere dag de twaalf kilometer van school naar huis. In ons dorp was geen middelbare school. Vooral langs de lange rechte vaart kwam ik amper tegen de wind in. Ik moest al mijn kracht inzetten om de trappers in beweging te houden. De wind loeide om mijn oren en het begon ook nog te regenen. Ik voelde me zielig en alleen. Het enige levende wezen in mijn buurt was een witte zwaan. Hij probeerde tegen de grauwe en woeste golven van de brede sloot in te zwemmen. ‘’Wil jij ook zo graag naar huis?’’ vroeg ik in gedachten.

Tot de kruising gingen we vrijwel gelijk op. Daar sloeg ik af en kreeg ik eindelijk de wind van opzij. Nog een kwartiertje en ik zou thuis zijn, nog net voor donker. De wind leek wat af te nemen. Opgelucht ging ik wat meer rechtop zitten. Precies op dat moment zette de storm juist weer aan. Een sterke windvlaag blies me van de weg de berm in en voor ik het wist lag ik in een koude prutsloot. Op mijn hoofd na lag ik helemaal onder water. Ik probeerde op te staan maar ik kon geen kracht zetten in de drassige modder. Ik probeerde op de kant te klimmen. Gleed steeds weer terug. Wat was het water koud! ‘’Help’’ riep ik. Steeds harder maar er was niemand die me hoorde. Alleen de wind…  

‘’Word wakker meisje. Kijk me eens aan!’’ klonk een mannenstem. Wie was dat? Waar was ik? De man bleef praten. Dat ik wakker moest blijven; dat ik in een ambulance lag, op weg naar het ziekenhuis. Ik had geluk gehad, zei hij. Het was een wonder dat ik gevonden was in het donker. Anders was het heel slecht met me afgelopen.

Op de EHBO werd ik onderzocht. Op wat schrammen na mankeerde ik niets. Ik moest alleen een nachtje blijven om goed op temperatuur te komen. Mijn ouders waren gebeld. Moesten zij de storm trotseren om nog te komen? Voor mij hoefde het niet. Ik wilde alleen maar slapen, in een warm bed!  

De volgende dag haalde mijn moeder me op. Ze moest huilen toen ze me zag. Ik zat stilletjes naast haar in de auto. Ik realiseerde me nu pas hoe ongerust mijn familie ’s avonds was geweest toen ik maar niet thuis gekomen was. We reden dezelfde route die ik altijd nam van school naar huis. Overal lagen afgerukte boomtakken. Getuigen van de storm die inmiddels was gaan liggen. Alsof er niets gebeurd was. Het water in de vaart was nu zelfs spiegelglad. Opeens veerde ik op. ‘’Kijk’’ riep ik. ‘’Die zwaan!’’ Mijn moeder keek me vragend aan. “Die zwom daar gisteren ook!’’ zei ik. ‘’Hoe weet je nou dat het dezelfde zwaan is?’’ vroeg mijn moeder verbaasd.

Tja, daar had ik natuurlijk geen antwoord op, maar van binnen wist ik gewoon dat het mijn zwaan was. Hij had de storm gelukkig ook overleefd!

 

Lid sinds

10 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hallo Linde,

... een belevenis die jij niet meer zult vergeten. 

Je schrijft hier levensecht. Goed gedaan.

Lid sinds

5 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Fijn verhaal Linde! De zwaan als lotgenoot en mede - overlevende, leuk gevonden die titel. Ik voelde de opluchting toen je hoofdpersoon een afslag nam en de wind van opzij voelde, in plaats van die tegenwind, goed beschreven dus.

Een tip, schrijven is schrappen; kijk nog eens naar overbodige zinnen, en woorden. Deze zin 'In ons dorp was geen middelbare school.' kan weg, want deze uitleg is overbodig.  Deze zin 'vroeg ik in gedachten,' kun je veranderen in 'dacht ik.' Denk ook aan woorden als 'heel' en 'nog,' die vaak niets toevoegen.