#223 Het Zwavelmeisje
Het Zwavelmeisje
Het Zwavelmeisje woont en slaapt in een oude stal. Elke ochtend vindt ze naast haar een stuk brood en wat melk. Ze denkt er niet over na en eet het gretig op. Op een ochtend is er geen brood en melk. Het hongerige meisje gaat op zoek en ziet een man op de keukenvloer. Ze pakt een stuk brood en een doosje met zwavelstokjes. Ze heeft gehoord dat je met zwavelsstokjes geld kan verdienen. Het Zwavelmeisje neemt de stokjes mee en gaat de kou in. Ze probeert de houtjes te verkopen maar de mensen lopen snel door naar hun warme huizen. Ze steekt een zwavelstokje aan en haar gezicht gloeit. Om de vlam heen dansen cirkels van de kleuren van de regenboog. Opnieuw stapt ze op mensen af. ‘Moet u eens zien, wat mooi!’ Sommige mensen duwen haar van zich af en tonen geen belangstelling voor haar licht. Anderen blijven verbaasd kijken naar het meisje met het zwavelstokje met het wonderlijke schijnsel. Ze raken onder de indruk van de magische kleuren en kopen een stokje.
Als de straatlantaarns uitgaan en het licht in de huizen dooft, gaat het meisje terug naar de stal. Tussen de koeien valt ze met een restje zwavelstokjes in haar handen in slaap. Als ze wakker wordt is het nog donker. Rillend van de kou kijkt ze naar buiten. Er is geen ster te zien en zelfs de wolken laten geen spatje licht door. Het moet wel ochtend zijn want ze voelt haar maag rammelen. Op de tast gaat ze het huis in, struikelt bijna over de man en pakt een laatste stukje brood. Met de stokjes in haar handen loopt ze naar het dorp. Daar zitten mensen in de sneeuw met een zwavelstokje in hun hand en vertellen elkaar verhalen. Stiekem luistert ze mee. Ze steekt een zwavelstokje aan en loopt naar de mensen toe: ‘Wat een mooi verhaal.’ De man, de vrouw, de jongen, het meisje, iedereen die de vorige dag een zwavelstokje bij haar kocht en nu in handen heeft, krijgt een nieuw licht aangereikt. Hun huizen worden verlicht, de zon breekt door en schittert in de sneeuw.
In andere huizen, zonder zwavelstokje, blijft het donker, wordt er de hele tijd geschreeuwd. De dagen gaan voorbij. De mensen met een zwavelstokje leven in het licht en genieten van de wonderlijke verhalen die ze elkaar steeds maar weer vertellen. Verhalen, die zomaar ontstaan bij het licht van een houtvuur of overdag in de sneeuw. En ’s avonds staren ze naar hun zwavelstokje met het vuur dat nooit dooft. De mensen die geen zwavelstokje hebben, leven in het donker, maken ruzie en drijven elkaar tot wanhoop. Het Zwavelmeisje krijgt medelijden met hen en laat het licht in hun huizen en straten weer ontbranden. Op een dag, precies een jaar later, ligt er sneeuw en weigert het licht door te breken. Iedereen loopt naar buiten.
De mensen met een zwavelstokje zien een licht zoals bij het aansteken van het eerste zwavelstokje. In die lichtstraal verschijnt het Zwavelmeisje dat zich mee laat voeren in het licht. Een regenboog verschijnt met heldere tinten. De mensen houden de adem in tot de kleuren verbleken. Diep onder de indruk gaan ze naar huis. De mensen zonder zwavelstokje zien de regenboog niet. Zij maken ruzie met elkaar om hun angst voor het vreemde donker te verbergen. En elk jaar, rond hetzelfde tijdstip, is er een dag vol duisternis waarin bij de mensen zonder zwavelstokje de wanhoop toeslaat. Sommigen gaan zelfs het ijs op om zich in een wak te laten zakken. De andere mensen raken elk jaar weer in de ban van de magie van de regenboog en kunnen niet stoppen met vertellen van verhalen waarvan de echo nog eeuwenlang te horen is.
Ach, het hartbrekende
Lid sinds
13 jaar 9 maandenRol
Een hartverwarmend en
Lid sinds
6 jaar 7 maandenRol
Leeuwin58, … het
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol