Schrijfopdracht #217 - Witte kat

Een kreet weerklinkt in de nacht. Met haar pootjes, besmeurt van bloed, loopt hij de witte loper van de trap af. Beneden staat de buitendeur op een kier. De kat schiet naar buiten. De straat wordt opgeschrikt door geluiden van politiesirenes en een ambulance. Na enige minuten verstilt het lawaai. Buiten is er niets meer hoorbaar dan de stilte van de nacht. In verscheidene huizen in de straat brandt inmiddels licht. De gealarmeerde buurtbewoners komen naar buiten om te zien wat er aan de hand is. De politie heeft de omgeving rondom huisnummer 13 afgezet en maant de mensen tot kalmte. ‘Gaat u rustig naar uw huis terug, er is hier niets te zien.’ De inspecteur op het plaats delict, ziet de pootafdrukken. Deze lopen door de plas bloed bij het hoofd van de dode dame via de trap naar beneden naar de voordeur. Maar waar is het dier? De volgende dag gaan politiemensen huis aan huis de straat af. Zij stellen vragen over de dode dame op nummer 13. ‘Kende u de dame, woonde zij alleen, heeft zij echt geen familie, had zij werk, heeft zij een huisdier?’ Allemaal vragen om te achterhalen wie de dame is en hoe haar leven er uit zag. De vrouw bleek een zeer welgestelde dame te zijn die een rits minnaars had verslonden. Aan de laatste had de kat een gruwelijke hekel. De politie die niet wist van wie zij sporen had aangetroffen, ondervroeg de minnaar. Er werd geconstateerd dat de man wonden op zijn wang had. Bij het afnemen van een DNA-monster vonden zij een match met het DNA van de vrouw en de kat. De kat kwam na enige dagen weer terug naar huis en werd liefdevol opgevangen door een buurvrouw. In het testament van zijn vrouwtje werd hij rijkelijk bedeeld.