opdracht #202

Mijn haren staan overeind en bemerk dat ik kippenvel heb over mijn gehele lichaam. Ik luister… Ja, daar hoor ik het weer. Ik hoor een gezoem van jewelste. Ik tast de muren af en voel grote gladde tegels, waar ben ik in hemelsnaam en wat is dit? Een vochtige substantie zit aan mijn vingers. Het is wat dikkig, kleeft niet, bah. Ik ruik een enorme vieze geur welke ik niet goed kan thuis brengen. Volgens mij komt daar mijn hoofdpijn vandaan. Ik voel het bonken. Ik heb frisse lucht nodig. Hallo? Ik besluit op het gezoem af te gaan. De vloer wordt glibberiger en het gezoem luider. Ik voel beweging om me heen, vliegen? Hallo? Gadverdamme ik moet hier weg. Mijn hand kwam ergens waar die niet had moeten komen, vochtig, kriebelend, volgens mij zat ik in de maden. Vandaar de vliegen waarschijnlijk ook. Mijn maag speelt op en ik begin te braken. Ik voel een vlieg die mijn keel probeert in te vliegen. zijn kriebelende pootjes en zijn lijf wat mijn luchtpijp afsluit. Ik begin te hoesten. Die vlieg moet eruit. Ik hoest en hoest en voel mijn bed. Ik hoor gezoem. En nu die lamp aan!