# 186 een honden rijm

Ik leefde al jaren samen met mijn hond. We deelden lief en leed, wat er ook gebeurde, hij stond bij mij altijd op de voorgrond. Een kennis zei wel eens dat hij het raar vond. Hij had een vrouw, maar ik wist dat als ik daaraan begon, ze altijd op de achtergrond zou staan. Toch viel ik op een gegeven moment voor het andere geslacht. Ze was blond en had een dikke kont. En niet alleen dat, ze was ook grof in de mond. Onze eerste kennismaking verliep niet helemaal vlekkeloos, maar ze zag wel iets in mij en ik vond haar ook niet onaardig. Hoe langer ik met haar omging, hoe meer zaken mij niet bevielen. Ze hield niet van mijn hond en ik niet van de manier waarop ze haar geld verdiende . Ze was, wat werd genoemd in de volksmond een prostituee. Ze beloofde mij er mee te stoppen, maar daar moest wel iets tegenover staan. En dat hoorde ik op een gewone doordeweekse dag. Ze keek gemeen naar mijn hond, en zei tegen mij: 'Hij eruit, of ik eruit.' Mijn ogen vernauwden zich en ik voelde woede opborrelen. Een leven zonder mijn hond kon ik mij niet voorstellen. Van lieverlee ging ze steeds meer voor mij de dienst uitmaken, tot ik er zo genoeg van kreeg dat ik een plan ging verzinnen. Op het einde van een dag nodigde ik uit haar voor een wandeling over een stuk bosgrond met de smoes dat de grond daar bouwrijp werd gemaakt voor ons nieuw te bouwen huis. Dus op een avond liepen we erheen met ons drieën terwijl de zon onderging. Op een gegeven moment liepen we naar aan een boom waar ik een schep tegen aan had gezet. Volgens mij rook ze lont want ze draaide om en liep snel weg. Maar ik was sneller. Met mijn schep sloeg ik haar net zo lang tot ik uiteindelijk hijgend stopte. In het donker groef ik snel een diep gat, rolde haar erin en gooide het weer dicht. Mijn hond ging er op staan en deed zijn poot omhoog. Ik krabde over zijn kop.'Nou jongen, dat is weer mooi afgerond.' Samen liepen we naar huis.