De koffer wekelijkse schrijfopdracht 158
De koffer
Het is half zes, Anna werpt een blik naar buiten, zucht en kleedt zich aan. Het moeilijkste moet nu nog komen. Met versnelde pas loopt ze het land in, het gras is nat van de dauw, ze merkt het nauwelijks, haar gedachten zijn bij haar taak, ze kijkt om zich heen, in de verte ziet ze het schuurtje. Daar moet ze zijn, ze aarzelt even, over de hele lengte van het paadje liggen een hoop rottende takken, ze wil geen lawaai maken en probeert er omheen te lopen, ze kijkt om zich heen of iemand haar heeft gezien. Achter een boom uit het zicht van de schuur staat ze stil, ze weet niet goed wat haar te wachten staat, of er überhaupt wel iemand zal zijn om haar te vertellen wat er hierna moet gebeuren. Ze kan niet naar huis terug, dat is zeker, er kruipt een rilling langs haar rug, ineens merkt ze dat ze het koud heeft terwijl haar voorhoofd nat van het zweet is, ze steekt haar hand in haar jaszak en pakt er een zakdoek uit, bij de meest eenvoudige beweging van haar hoofd voelt ze haar nek al kraken, ze is bang dat iemand haar zal horen. Ineens ziet ze rechts van haar een koffer staan, iemand moet die koffer vergeten zijn of hebben weggegooid. Hoe dichter ze bij de koffer komt hoe sterker de penetrante geur haar neus binnendringt, een geur van niet thuis te brengen rotting. Ze knijpt haar neus dicht, wat zit er in hemelsnaam in, ze wil naar de schuur rennen, ver van dat stinkende ding, dat ruikt naar ellende. Het zal toch niet zo zijn dat mijn taak straks zal zijn om die koffer……………….Nee……...
Spannend verhaal met een zeer
Lid sinds
7 jaar 7 maandenRol
Dag Schrijfgraag, Een
Lid sinds
10 jaarRol
Bedankt i-Kat en Nel voor de
Lid sinds
7 jaar 5 maandenRol
Spannend verhaal zeg
Lid sinds
7 jaar 8 maandenRol