#157 Zeeziek
Zeeziek
'Kindje toch, alweer? Ieder jaar hetzelfde liedje, vlak voor vertrek ben je ziek, zwak en misselijk,' zegt mijn moeder. 'Als ze geen koorts heeft vertrekken we gewoon,' roept mijn vader, die vanaf de gang heeft gehoord wat zich afspeelt. Even later zitten we in de auto.
Mijn maag kriebelt van de opwinding. Nog even en dan zijn we weer op het strand van de Bretonse kust, waar de zee bij eb onzichtbaar ver weg ligt en krabben en zeewier het harde natte zand bedekken. Ik weet dat als ik er eenmaal tussenloop, ik me verwonder over al wat krioelt en glibbert en dat ik helemaal niet bang ben. Waarom heb ik dan altijd die nachtmerries waarin de krabben mij met hun scharen aanvallen en ik stik door het zeewier dat zich strak om mijn nek draait?
Ik pak mijn emmertje en schepnet en ren van het zachte zilverzand het koele donkere zand op. Ik bekijk hoe vissers pieren uitgraven. Deze zijn makkelijk te vinden door de duizenden 'slingerdrolletjes' die op het strand liggen. Als ik na meters huppelen tussen schelpen en zeewier de branding bereik, rennen krabben alle kanten uit. Mijn vader had gelijk, ze zijn banger voor ons dan wij voor hen. Trots laat ik later die dag mijn vangst zien. Zeker vier krabben, mosselen die ik van de rotsen heb geplukt en zelfs een zeepaardje. 'Ben je nog ziek? vraagt mijn moeder. 'Nee hoor, ik voel me prima,' antwoord ik en loop weg om op de mosselen na, alles aan die machtige zee terug te geven. Ik hoef niet meer zo ver te lopen. Wilde golven kruipen steeds dichterbij en bedekken alle schatten die net nog voor het oprapen lagen.
Beeldend geschreven met de
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol
@Annette, dankjewel @I-Kat
Lid sinds
7 jaar 8 maandenRol