opdracht 156 'Vergeten'
Vergeten
Je vertelde niemand iets, je was wel gek, wie zou je geloven, niemand toch. Zo’n aardige man en dan was hij nog de vader van je halfbroer, dus dan begrijp je wel dat je niets kon vertellen.
Toen je huilend langs de kassen wegrenden en om hulp riep. keken de werknemers allemaal op, maar deden niets. Ongelooflijk. In de kamer waar je logeerde pakte je helemaal overstuur je tas toen Sylvia binnenkwam. Al snikkend vertelde je wat haar vader had gedaan, zij bleef ontkennen en herhaalde steeds maar weer dat zoiets niet kon, je had het verkeerd begrepen. “Nee echt, dat kan niet, dat is niet waar, niet waar, niet waar” bleef ze maar roepen en ineens zei ze dat je niet weg kon gaan , dat je blijven moest en dat je moest beloven aan niemand te vertellen wat er gebeurd was, je zou anders de hele familie kapot maken als je het toch vertelde.
Je was 11 en wilde niemand kapot maken en dus ben je daar nog een aantal dagen blijven logeren. Dat was geen sinecure, deze man bleef je achtervolgen met weer zo’n voorstel om naar het eiland, zijn eiland te varen. Wie wil dat als elfjarige nou niet, maar je wist nu wel beter en verzon allerlei smoezen om er onderuit te komen. Een nachtmerrie was het. Elke keer kwamen de beelden terug van het paarsrood aangelopen gezicht van de man die je wild vastgreep. Gek dat je het na die week jaren was vergeten totdat je bij het vrijen merkte dat je op bepaalde plekken niet aangeraakt wilde worden. Toen kwam het allemaal weer naar boven.
Hoi schrijfgraag, indringend
Lid sinds
7 jaar 8 maandenRol
Hallo Schrijfgraag, Het is
Lid sinds
7 jaar 5 maandenRol
Hoi Schrijfgraag72, welkom op
Lid sinds
7 jaar 9 maandenRol
Nee, niet autobiografisch,
Lid sinds
7 jaar 5 maandenRol