Ik heb één van mijn hoofdpersonen de naam: "Alexander" gegeven. Zijn vrouw noemt hem Lex. Ik vertel het verhaal vanuit het perspectief van de alwetende. Noemt die hem Alexander of mag Lex dan ook?
Alles mag.
Zou hij over zichzelf denken als Lex of als Alexander? Hoe noemen zijn vrienden hem? Wat past bij hem? Wat past bij de toon van de alwetende verteller? Is die formeel en afstandelijk, of nabij en dicht op zijn huid?
Jouw vraag kan niemand voor je beantwoorden. Het enige antwoord is: je moet doen wat gepast is binnen jouw verhaal.
Je alwetende verteller kan de vrouw van Alexander Lex laten noemen, terwijl iemand anders - stel: de buurman - hem Alexander noemt, en weer iemand anders - stel: een leerling - kan hem meneer De Vries noemen (als zijn achternaam De Vries is, natuurlijk), en weer iemand anders - stel: zijn dochter - kan hem Papa noemen.
De alwetende verteller houdt rekening met de relaties die Alexander heeft en met de manier waarop ze hem aanspreken. Dus de een noemt hem zus, de ander zo.
Alles mag. Zou hij over
Lid sinds
14 jaarRol
Je alwetende verteller kan de
Lid sinds
15 jaar 3 maandenRol