#124 Spiegeltje, spiegeltje, aan de wand.
Een vreemde energie is voelbaar in elke vezel van mijn lichaam, bij elke keuze die ik maak. Een vorm van besluiteloosheid die iedere keer net buiten mijn bereik ligt, waardoor ik maar helemaal niets meer doe.
Ik raak met m'n wijsvinger mijn spiegelbeeld aan, mijn hart breekt, net als de golfjes die naar de kant toe razen en chaotisch uiteenspatten tussen het riet. Chaos. Ik adem het, ik voel het door mijn lichaam stromen als een wildwaterrivier die ik niet wil bevaren omdat ik bang ben dat ik erin verdrink.
Ik sta op, al wandelend kom ik bij een hek. Dit hek heb ik gebouwd, het bewaakt mijn beheersbare stukje leven. Dat hek gaat zelden open, en begint meer en meer op een vestingmuur te lijken. Op sommige plekken zo hoog en dik, dat ik de zon niet meer wil zien. Ik keer om en ga weer bij het water zitten.
Het wezen dat in mijn zelf ommuurde kasteel woont herken ik niet. De vrouw die me aankijkt in de waterspiegel is als een vreemde. Ze vertelt me alleen maar wat ik wil horen en zien. En uit al die gedachten vloeien soms werkelijkheid en egostrelers vriendelijk in elkaar over. Maar vaak is de eenheid zoek. Gaan mijn gedachten springend van tak naar tak; als verspreidde paperassen gevuld met krabbels en tekeningen, samengebonden met linten en elastiekjes. Alles opgestapeld tot een stapel boeken, reikend tot de maan. Hoe hoger, hoe onstabieler.
Ik verdwaal in mijn boeken, mijn bomen, mijn donkere, koude bos. Mijn spiegelbeeld vervaagt, daarna mijn voeten, de rest volgt vanzelf. Mijn vergeten ik verdwijnt tussen de golven van het eens zo kalme water.
Nu ben ik niets meer dan een herinnering aan een gebeurtenis van welleer.
Op zich een interessant haast
Lid sinds
18 jaar 2 maandenRol