schrijfopdracht#92 - het blije kind

Het blije kind. Ik word wakker van de zon die op mijn gezicht schijnt. Hoera, een nieuwe dag. Het wordt een fijne dag, een feestdag, heeft mama gezegd. Nieuwe schoentjes staan midden in mijn kamer omdat ik ze vanuit mijn bed wilde zien. Aan de kast hangt mijn witte jurk. Mama heeft er linten op genaaid. In dezelfde kleur als mijn schoentjes. Ik haast mij naar beneden. Het is nog stil in huis. Papa is niet naar zijn werk. Zijn jas hangt nog aan de kapstok. Op een feestdag moet ik niet gaan werken heeft papa gezegd en zijn ogen straalden. Net zoals die van mama. Maar mama heeft wel hard gewerkt. De tafel is mooi gedekt. Niet voor ons drietjes, zoals gewoonlijk, maar voor de hele familie. Het huis ruikt lekker, naar de taarten die ze gebakken heeft. Aan de voordeur hangen slingers en uit het raam van de slaapkamer steekt een lange stok met een grote vlag die vrolijk tegen de blauwe hemel klappert. Gisteren mocht ik met mama mee naar de kapper. We hebben allebei mooie, blonde krullen gekregen. Wat er nou eigenlijk allemaal aan de hand is, begrijp ik niet. Maar ik ben wel blij.