#50 - Voetje van de vloer

Ze doen voetje van de vloer. Mijn voeten zijn ook van de vloer, heel erg ver zelfs. Maar ik doe niet mee. Ik haat dat gedoe met al die spelletjes. Het is niet leuk om rond te rennen en Remco duwt mij altijd zo hard dat ik op de grond val. En soms dan pakt hij ook nog mijn bril af, de laatste keer had hij hem zelfs gesloopt. Dat durfde ik niet aan mama te vertellen, dus heb ik gezegd dat ik zelf mijn bril kapot had gemaakt. Mama werd heel boos op mij want het geld groeit niet op haar rug. Dat lijkt mij niet gek want geld groeit niet op een rug. Ook niet aan een plant of een boom. Toen ik dat tegen haar zei werd ze nog bozer op mij omdat ik een luie wijsneus ben die alleen maar stomme boekjes wil lezen. Volgens mama kom je er niet met lezen. Ze vindt dat het verstandiger is om fit en mooi te zijn. Als ik eenmaal twaalf ben dan krijg ik lenzen want dan kun je dat leuke snoetje van mij veel beter zien. Volgens haar is dat de enige manier om aan een goede man te komen die hard werkt voor zijn geld en geen omhooggevallen hufter is. Ik weet eigenlijk niet precies wat ze daarmee wil zeggen. Als alle mannen zijn zoals Remco dan hoef ik nooit een man. Mama is ook heel boos op papa omdat hij in een ander huis is gaan wonen. Als tante Rhea bij ons op visite is, moet mama altijd huilen als ze het over papa heeft. Ze zegt dan altijd hele stomme dingen over papa. Van tante Rhea mag mama mij niet belasten met haar eigen sores. Ik heb opgezocht in het woordenboek wat sores is. Dat betekent dat iets ellendig is. Als ik zeg dat het ellendig is om met de buurkinderen te spelen, zegt mama dat ik me aanstel. Eigenlijk wil ik bij papa wonen want papa is heel erg lief. Als ik bij hem logeer dan mag ik boeken lezen. Dan hoef ik mezelf niet te verstoppen om ervoor te zorgen dat ik geen stomme rondrenspelletjes hoef te doen. Papa zegt dat lezen juist goed is voor mij. Maar ik mag niet bij papa wonen van mama omdat zij mij heeft gekregen bij de scheiding. Dat snap ik niet zo goed eigenlijk. Op mijn horloge zie ik dat het vier uur is. Over een uur kan ik eindelijk naar huis toe gaan.