Opdracht 50: De eikenboom
Vanuit hier zagen ze me niet. Maar ik zag hun wel. de pestkoppen. Ze stonden bij het fietspad, een stuk verder dan school. Zodat de leraren hun niet konden zien. Maar vandaag was ik slimmer. Ik had mamma gesmeekt en mocht eindelijk met de bus. Kom op zeg, ik ben bijna twaalf. Vandaag zouden ze niet winnen. Alleen was ik vergeten dat ik, om bij de bushalte te komen, ook langs het fietspad moest. Ik liep langzaam. Mijn knieën rilden en mijn handpalmen waren nat van het zweet. Toen ik ze zag bleef ik staan.
Ik kon niet meer verder lopen. Sjoerd, de ruigste van het stel, leunde tegen zijn fiets. Zijn vuisten gebald, klaar om me weer pijn te doen. Gewoon, dat vonden ze leuk. Toen zag ik hem. De grote eikenboom, met lage, dikke takken. Snel dook ik weg en klom omhoog, tot ik niet meer verder kon. Mijn ribben deden nog zeer van gisteren. Papa wou dat ik op boksen of karate zou gaan. Weerbaar, dat moest ik worden volgens hem. Maar ze waren met zijn zessen, ik kon nooit winnen. Maar nu wel, met mijn verstand. Zo stil mogelijk bleef ik zitten. Het leek eeuwg te duren. Maar opeens sprong Sjoerd op zijn fiets, zijn volgers deden hetzelfde. Achterover leunend reden ze weg. Ik wachtte nog even, voor de zekerheid. Langzaam klom ik naar beneden en liep naar de bushalte. Ik trilde nog steeds. Maar er was niemand meer. Ik kon naar huis, zonder pijn.
Een tijdelijke oplossing voor
Lid sinds
9 jaar 11 maandenRol
Ja, ik heb dit geschreven via
Lid sinds
10 jaar 1 maandRol
Koen87, Een beklemmend
Lid sinds
11 jaar 8 maandenRol
Hoi Koen, aangrijpend verhaal
Lid sinds
18 jaar 2 maandenRol
Dag Koen, tja dat pesten, hè?
Lid sinds
16 jaar 5 maandenRol
Een heftig onderwerp, pesten.
Lid sinds
10 jaar 9 maandenRol