Een kind in een boom
De zon scheen glimlachend door het gebladerte. Zijn voeten bungelden losjes in de ruimte. De wind liet de bladeren zachtjes ruisen. Hij hoorde het duivenpaartje boven zich vredig koeren. Als hij naar beneden keek, zag hij zijn spiegelbeeld in het wateroppervlak schitteren. Knipogend tegen het felle zonlicht probeerde hij de diepte te peilen.
Hij zag het kind. Het speelde verstoppertje. Het zat in moeder' s klerenkast. Hij zag de jurken en de rokjes hangen. Hij liet de zijdezachte kousen door zijn handen gaan. Hij streelde de satijnen lingerie en bewonderde de hakken. Snel ontkleedde hij zich en trok het mooiste van het mooiste aan. Een gouden ketting maakte het compleet. Wolken verdreven de zon en de spiegeling verdween. Moeder had de klerenkast op slot gedaan en bewaarde de sleutel op een geheime plek.
De jongen ging verzitten. De tak kraakte vervaarlijk. De zon verdreef de wolken en de spiegeling verscheen opnieuw. Nu dacht het kind een jongeman te zien. Of was het een jongedame? Ze liep door haar slaapkamer en bewonderde zichzelf voortdurend in de levensgrote spiegel. Ze zag er prachtig uit in haar zwarte zijden rok, het korte witte truitje, haar crème wollen mantel en glimmende zwarte hoge laarzen. Zorgvuldig gekamde lange blonde haren, kersenrood gestifte lippen en een vleugje rouge op haar wangen completeerden het beeld. De wind stak op. Er ging een rimpeling door het water. In de spiegeling zag het kind nog juist dat er een andere vrouw de slaapkamer binnenkwam. Ze stampvoette en huilde hartverscheurend.
Het kind tuurde weer naar het water. De wind was gaan liggen. Er verscheen een vrouw. Ze liep door een stille straat, omringd door eenzaamheid. Ondanks haar dikke wollen poncho leek het alsof ze het koud had. Ze keek niet op of om. Het kind boog zich voorover om het beeld beter te kunnen zien. De tak kraakte, alsof hij het ging begeven. De vrouw werd achtervolgd door drie opgeschoten jongens. Ze riepen woorden als: "homo!", "vuile travestiet!". Het kind boog zich nog verder voorover. De tak kraakte nog vervaarlijker en met een droge knal brak het af. Het koele water omringde de jongen. Hij wilde nooit meer boven komen.
Begeman, Welkom
Lid sinds
11 jaar 8 maandenRol
Een alarmerend visioen?
Lid sinds
9 jaar 11 maandenRol
Mooi geschreven. Triest
Lid sinds
9 jaar 8 maandenRol
Mooi stukje proza. Het einde
Lid sinds
16 jaar 5 maandenRol
Welkom op het forum . Een
Lid sinds
10 jaar 9 maandenRol
Begemen, een mooi verhaal. Ik
Lid sinds
10 jaar 7 maandenRol