Wekelijkse schrijfopdracht #37
Als het even kan is ze in het bos te vinden. Ze kent er alle paadjes, elke wissel heeft ze scherp op het netvlies. Meestal draagt ze haar rode sweater met capuchon, een enkele voorbijganger hoort ze ‘roodkapje’ lispelen. Ver van begaanbare paden heeft ze een paar schuilplekken ingericht. Daar zit ze graag, op de voorste rij, luisterend naar het theaterspektakel dat de natuur haar voorschotelt.
Ze zoekt naar al wat eetbaar is en weet inmiddels elk plantje en beestje te benoemen. Ze plukt de witte bloempjes van de dovenetel en zuigt er de nectar uit, raapt de tamme kastanje en knuppelt de okkernoten uit de boom. Ze doet zich te goed aan de rijpe bessen van de vlier en plukt de bladen van het zevenblad. Roos zou hier voor altijd willen blijven, ze voelt zich niet thuis in die prestatiegerichte buitenwereld.
Die morgen legt ze een briefje op tafel, haar moeder moest vanochtend vroeg beginnen. “Ik blijf vanavond bij Chantal slapen!”.
Liefs Roos xxx!
De volgende morgen leest haar moeder dit bericht: ‘1 gemiste oproep, terugbellen?’ Ze aarzelt, het nummer komt haar niet bekend voor! Diane belt: ‘Administratie van het Ignatius Lyceum, waarmee kan ik u van dienst zijn?’ Dan volgt een ingewikkelde conversatie die het de adrenaline in de bloedsomloop van Diane doet toenemen. Roos is niet aanwezig, Chantal is er wel, die weet ook niet waar Roos is.
Er staat Diane niets anders te doen dan de politie te bellen en ze haspelt dat ze niet weet waar haar dochter is.
Er gaat een Amber-alert uit en Burgernet stuurt een regionaal bericht uit.
“Meisje (14) vermist, blauwe spijkerbroek, rode sweater, zwarte laarzen en er volgt een reactie”.
Die morgen hebben wandelaars in het bos een meisje zien lopen met een rode sweater. Er wordt een zoektocht op touw gezet.
Roos zwaait de poort open en schrikt van het schouwspel dat zich voor haar ogen voltrekt. In de kamer zitten haar moeder en haar vader die ze al in geen tijden heeft gezien. Wat doet de politie hier?
“Waar heb jij gezeten?”, Diane is in tranen. Roos heeft hier geen zin in, ze ziet kans zonder antwoorden haar kamer te bereiken en sluit zich daar voorlopig op.
In haar dagboek schrijft ze: “Volgens mij heb ik een wolf gezien, ik noem hem Lupus!”.
Ik vind je begin mooi
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Tot en met Roos vond ik het
Lid sinds
15 jaar 6 maandenRol
Een originele en actuele
Lid sinds
10 jaar 9 maandenRol
Ik krijg de indruk dat het
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol