opdracht #36 Roodkapje

Roodkapje schrok niet, want ze wist niet dat de wolf een slecht dier was. 'Waar ga je naar toe, meisje?' 'Naar mijn grootmoeder, ze is niet lekker.' 'En wat heb je in dat mandje?' 'Wijn en zacht brood, daar zal ze van opknappen.' De wolf likte met zijn tong. 'En waar woont je grootmoeder?' 'In het huisje bij de drie eiken, u weet vast wel waar dat is.' De wolf knikte en dacht: eerst dat oude vrouwtje en dan dit meisje als zoet toetje. 'Waarom pluk je niet een paar mooie bloemen voor je grootmoeder?' Roodkapje keek opzij. Verderop stonden kleurige bloemen onder de bomen. 'Ja, een goed idee, meneer wolf. Dank u wel. Roodkapje ging van het pad af. De wolf grijnsde en haastte zich naar het huisje bij de drie eiken. (Eerst het originele sprookje gelezen - best wreed, een half uurtje nagedacht en dit stukje in exact 5 minuten geschreven zonder na te lezen. Best eng om te doen)