# 29 Schoonmaken

Schoonmaken Elke dinsdag ging Stella naar haar moeder om haar huis schoon te maken. Ze kwam er niet alleen op dinsdag maar ook twee keer per week om haar moeder gezelschap te houden. Haar twee broers lieten zich zelden bij hun moeder zien. Regelmatig belde haar moeder met de vraag of ze boodschappen voor haar kon halen. Dat vond Stella geen probleem. Haar moeder was een aardige, begripvolle vrouw en altijd in voor een geintje. Dankzij haar optimistische karakter had Stella een geweldige jeugd gehad. ‘Hallo mam, hoe gaat het?’ ‘Afgezien van het feit dat ik niets kan doen, gaat het geweldig.’ Hoewel haar moeder al twee jaar in een rolstoel zat, vond ze elke dag een meegenomen dag. ‘Waar moet ik mee beginnen?’ ‘Met koffie,’ antwoordde haar moeder. Stella ging naar de keuken om koffie te zetten. Nadat beiden twee kopjes hadden gedronken, vroeg Stella nogmaals waar ze het beste mee kon beginnen. ‘Met de wc. Die zit onder de strontstrepen en ik heb een hekel aan stront.’ ‘Oké, en daarna?’ ‘De kast opruimen waarin ik een aantal trommels heb staan.’ ‘Trommels? Sinds wanneer trommel je?’ ‘Grappig, hoor. Je weet best dat ik het over koekjestrommels heb. In de meeste zitten geen koekjes, wel kruimels. Wat mij betreft mag je ze allemaal weggooien.’ ‘Sommige trommels zijn best mooi.’ ‘Meld je aan bij kunst en kitsch. Misschien zijn ze een kapitaal waard.’ Haar moeder lachte klaterend. Toen Stella thuiskwam, opende ze de blikken en gooide de achtergebleven rotzooi in haar pedaalemmer. Even later ging ze naar de tuin om het onkruid te verwijderen. Daarna haalde ze een schep uit de schuur en groef een gat. Daarin gooide ze een blikken trommeltje van haar moeder. Niemand hoefde te weten dat daar bijna honderdduizend euro in zat.