Wekelijkse schrijfopdracht #4 - Sollicitatiegesprek
'Geachte heer Konings, hierbij wil ik blablabla'... de totaal foute beginzin die ik had geschreven denderde door mijn hoofd. Wars van details, altijd mijn eigen zin en totaal taal ongevoelig, ik dus. Toch was ik uitgenodigd en zat ik nu tegenover een vriendelijke dame die delen uit mijn motivatiebrief en CV citeerde. Ik hoorde mijzelf bij elke vraag hakkelen. Niet omdat ik niet voldeed aan de competenties of ander gevraagde zaken, nee, ik hakkelde omdat ik bleef hangen als een naald in een groef. ‘Het is een dame en het had er duidelijk gestaan. Met dikke letters zelfs, mevrouw W.J. van Doelenschap.’ De woorden galmden door mijn hoofd alsof mijn oren zich in een kerk bevonden waar de duivel werd gepredikt. Het leek wel alsof elke zin die mevrouw W.J van Doelenschap uitsprak mij een centimeter de grond in lieten zakken en ze sprak veel, die mevrouw W.J. van Doelenschap. Zoveel zelfs dat ik haar niet meer kon zien. Ik kon slechts nog staren naar haar bureau. Plots stond ik tot zowel mijn eigen, als mevrouw W.J. van Doelenschaps, verbazing op, knikte verlegen alsof ik mijn nederigheid wilde tonen, draaide mij om en liep zo het gesprek uit.
Het waarom is me tot op de dag van vandaag nog niet duidelijk. Ik weet wel dat ik niet aangenomen werd want de volgende dag al lag er een standaard brief op de mat die begon met ‘Tot onze spijt…’
Toch bracht mij dit voorval ook iets goeds. Ik leerde kijken wat er staat. Iets anders dan denken wat er komt. En nu ik lezen heb geleerd, heb ik niets meer om te solliciteren. De eisen zijn voor mij absurd en de functies veelal in het Engels. Als het nou nog Frans was geweest…
Het verhaal is geschreven
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol