Lid sinds

11 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

2e persoon

Weet iemand wanneer het gerechtvaardigd is om in de tweede persoon te schrijven? En hoe kan je die vorm het mooist laten uitkomen? Ik herinner mij dat ik pakweg 15 jaar geleden een boek heb gelezen dat volledig in de jij-vorm is geschreven. Ik kan me de titel, noch de auteur (een vrouw) voor de geest halen. Het begon met een begrafenis. Iemand een idee?

Lid sinds

11 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Ik kan je niet vertellen hoe je dit het mooist kan laten uitkomen, en ook niet hoe het boek in kwestie heet, maar ik denk dat je als schrijver alles kan rechtvaardigen? Als jij vindt dat je de 'jij' vorm moet gebruiken, lekker doen! Zeker als een heel verhaal in dezelfde vorm geschreven is zoals het boek waar je het over hebt, kan dat iets extra's toevoegen. Zelf zit ik met het idee te spelen om een boek te schrijven, waaruit je alleen maar vanuit het perspectief van omstanders kijkt. De hoofdpersoon komt nooit aan het woord en je kunt dus je eigen mening vormen aan de hand van de meningen van de mensen die hij ontmoet. Als je het kunt laten werken is je schrijfstijl altijd te rechtvaardigen!

Lid sinds

11 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Paul Auster heeft zijn Winterlogboek helemaal in die vorm geschreven. Het schept wat afstand, vind ik persoonlijk. Maar het kan dus wel :-)

Lid sinds

11 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
@Leij: 'Het toeval' van Willy Spillebeen is zo'n boek, waarbij enkel de omstaanders aan het woord zijn om de verdwijning van een kind te verklaren. Het leuke is de puzzel die je als lezer toegeschoven krijgt. Een proeflezer heeft me laten weten dat de jij-vorm niet werkt, dat ik er beter een derde persoon van zou maken. Maar ik wil graag zoeken naar waarom het niet werkt, om het alsnog recht te trekken. @Elfrith, dankjewel voor de tip!

Lid sinds

14 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
  • Moderator
Als je in de jij-vorm wilt schrijven, zijn er voor zover ik zie, drie mogelijkheden: 1. je richt je specifiek tot iemand, bijvoorbeeld: Jij weet er meer van, Marcel. Jij was het immers die door de straat liep toen de violen in mijn vensterbank begonnen te verwelken? Ik zie het nog voor me. Juni was het, en warm, en je had alleen een korte broek aan. En een hemdje, ja. Wit. En je rookte. Ik zie je nog gaan met dat smoezelige peukje in je mondhoek . 2. je houdt een innerlijke monoloog, bijvoorbeeld: Als je op de hoek van de Billitonstraat staat, daar bij de lantaarnpaal die sinds Pasen niet meer brandt, terwijl het inmiddels november is, en het is avond, zeven uur, dan weet je dat het donker is en koud. En je wilt daar niet staan, maar het is toch gebeurd. Zonder dat je het doorhad, stond je er. En je wachtte. Terwijl je nooit meer wilde wachten. Zeker niet tot Bernhard komt. Fietsend, op zijn oude rammelbakje zonder licht, want je weet: hij komt niet meer. Het was immers juist met Pasen, die avond, dat hij daar, op het hoekje van de Billitonstraat, geschept werd door een grote auto - was het niet een Ford? Ja, een Mondeo, je weet het heel zeker. En je weet: het was Pasen, elf uur 's avonds, de lantaarn brandde - toen nog - en je wachtte op Bernhard. In de verte zag je zijn fiets. Ineens die Ford. Een klap. Je wist niet dat een Ford zo'n klap kon geven - en hij reed niet eens te hard. En je begreep het niet. Alle lampen gingen uit. 3. je bedoelt met jij / je de mensheid in het algemeen of een specifiek deel daarvan, bijvoorbeeld: Je bent een mens. Je wilt ook wel eens wat. Je wilt net als je buurman elk weekend drie kratten bier naar huis slepen. Je wilt er niet wakker van liggen of je dat betalen kunt. Je buurman kan het immers ook.

Lid sinds

18 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
Egni, ik denk dat je dit boek bedoelt: "Een man" van Oriana Fallaci. (Prachtig boek, trouwens!) Zij schreef het boek volgens punt (1) van Thérèse: gericht aan haar, in het begin van het boek overleden, man.

Lid sinds

14 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
  • Moderator
Ik dacht dat er ook een NL boek was volgens jij; kan me de naam niet herinneren, noch van boek, noch auteur. Ik denk in de richting van een Anja Meulenbelt, een Mischa de Vreede - een dergelijke vrouw als ik het zo mag zeggen :-).

Lid sinds

13 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Weet iemand wanneer het gerechtvaardigd is om in de tweede persoon te schrijven?
In horror vind ik het goed werken :P "Je moet het vlug doen. Doe het , snij dan, stoot het lemmet diep in het vlees, kijk naar het bloed. Je duwt de punt van het mes in de navel en trekt het omlaag dwars door opwellend bloed en huidlagen, omlaag en omlaag naar een plek boven het schaambeen, je probeert een rechte lijn te maken van de gapende wond maar je wordt verblind door de pijn, de pijn schreeuwt binnen in je, de druk is onvoorstelbaar, je bloed drijft weg over het water, en het mes - scherp en verschrikkelijk - het mes blijft door het vlees snijden, door lagen van vlees en vet, klievend, scheurend aan de ingewanden, openrijtend, en de pijn is als vuur in je schedel." (De Bruid,Tomas Altman, 1984) Frans Stuger over het jij-perspectief (Personages, conflict, perspectief): "Het je-perspectief geeft een grote betrokkenheid van de lezer, omdat het de indruk wekt dat de verteller zich rechtstreeks tot het personage richt, terwijl de lezer erbij staat. Het is een lastig perspectief, en het wordt weinig gebruikt." James Scott Bell (Conflict & Suspense): "Yes, some novelists have used second-person POV. My advice is not to follow their lead. If you really, really want to, then heed this advice: You sit down at your desk and begin to write in second person. It seems a good way for you to stretch your literary style. You know that it reduces the chances you'll be published, and also that most readers find it frustrating. But you decide to learn all you can about it and write it and see how it works. And you wish yourself goodluck."

Lid sinds

11 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
@Marlies: Jaaa! Dat is'm! Ik ren meteen naar de blbliotheek. Heb mijn jas al aan. @Thérèse, de opsomming is helder. Ik probeer uit te vissen onder welke categorie ik mijn tekst kan plaatsen. Het gaat een beetje als volgt: 'Jij zit te lezen. Ik bel aan. Je doet de deur open. Je vraagt je af...' En daar ga ik misschien (waarschijnlijk) al in de perspectieffout. Ik beschrijf het gebeuren vanuit een alwetende verteller en benoem mijn personages met 'ik' en 'jij'. Hoe moet ik dit rechttrekken. Ik wil er niet zomaar een derde persoon van maken. Ik wil eerst proberen hoe ver ik kan gaan met 'ik' en 'jij'. @Xuchiejlala, wat zeggen Frans, en vooral James dat goed. Yes, I wish myself goodluck. :-) Bedankt om jullie licht een beetje over mijn duister te werpen!

Lid sinds

14 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
  • Moderator
Het kan helpen, de focus te leggen op de beleving van de een of de ander. Je kunt misschien wel schrijven vanuit een alwetende verteller en tegelijkertijd vanuit een ik en een jij, maar dan moet je heel sterk focaliseren op één personage, anders krijg je disbalans, en waarschijnlijk breng je de lezer ermee in verwarring. Die moet wel ergens een anker hebben. In jouw voorbeeld kun je focaliseren op de ik door een waarschijnlijkheid toe te voegen aan de jij:
'Jij zit te lezen. Ik bel aan. Je doet de deur open. Je vraagt je misschien af...'

Lid sinds

11 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
@Thérèse, dankjewel, dat helpt! Kan je het echte voorbeeld eens bekijken? Zie je hoe snel ik overschakel van 'ik' naar 'jij', hoe de alwetende verteller eerst binnen is en dan buiten? Moeilijk om de hele tekst met veronderstellingen op te lossen... 'Het is even na middernacht. Je zit rustig te lezen, als er wordt aangebeld. Je kijkt op. Wie kan dat zijn, op dit uur? Je opent de voordeur, niet te ver. Ik zie je arm, een stukje van je linkerschouder en je argwanende blik. Ik stel mezelf voor: ‘Hallo, ik zag nog licht branden. Sorry dat ik zo laat ben. Ik ben Anna.’ ' Ja, het viel me zelf ook al op dat er geen variatie zit in de zinsconstructie, maar ik focus me eerst op het perspectief. ;-)

Lid sinds

13 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
@Xuchiejlala, wat zeggen Frans, en vooral James dat goed. Yes, I wish myself goodluck. :-)
Haha, I wish you goodluck too! :D

Lid sinds

14 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
  • Moderator
'Het is even na middernacht. Je zit rustig te lezen, als er wordt aangebeld. Je kijkt op. Wie kan dat zijn, op dit uur? Je opent de voordeur, niet te ver. Ik zie je arm, een stukje van je linkerschouder en je argwanende blik. Ik stel mezelf voor: ‘Hallo, ik zag nog licht branden. Sorry dat ik zo laat ben. Ik ben Anna.’ '
Ik vind het enorm zwalken - vooral van het je (je zit rustig te lezen) naar het ik (ik zie je arm / ik stel mezelf voor). Vanwaar dat zwaaien van de een naar de ander? Wie is wie? Wie doet wat? Wie spreekt? Wie beleeft?

Lid sinds

11 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Leuk dat dit topic net nu verschijnt, want ik ben er al een weekje over aan het denken om een verhaal in de 2e persoon te schrijven. Ik weet niet zeker of dit jou helpt, Egni, want misschien is jouw opzet heel anders, maar bij mij moet aan het einde blijken dat het hele verhaal als het ware één grote brief is. Daarmee bedoel ik niet dat je dat ook moet doen (ik heb nog geen flauw idee of het bij mij zal gaan werken :) ), maar misschien moet je zorgen dat er een "reden" is om je jij-vorm te gebruiken. Ik heb ooit eens over een boek gehoord in de 2e persoon dat zo was geschreven omdat het over een stalker ging. Het is maar een voorbeeld. En verder, om zwalken te voorkomen: misschien moet je in gedachten houden dat je over de 'jij' eigenlijk niet meer weet dan je in de 3e persoon over de 'hij' zou weten. Succes!