'De vrouwen liepen hard lachend weg.'
Wat staat hier?
Liepen de vrouwen hard of lachten de vrouwen hard?
Of moet het zo: De vrouwen liepen hardlachend weg.
Of zo: De vrouwen liepen schaterlachend weg.
Welke zin is goed?
De eerste zin betekent dat de vrouwen hard lachten toen ze wegliepen.
Waarom?
Omdat, als het andersom zou zijn, de zin zo zou moeten: De vrouwen liepen lachend hard weg.
Omdat, als het andersom zou zijn, de zin zo zou moeten: De vrouwen liepen lachend hard weg.
Dat zou je denken, maar volgens mij is dat niet correct Nederlands. Ik heb de indruk dat de syntax niet klopt, de woordvolgorde. Ik zou er van maken "De vrouwen liepen hard weg, lachend." Dat komt op mij natuurlijker over. Ik denk dat het te maken heeft met "hard" dat je in de buurt van de persoonsvorm wilt houden (liepen), want hard slaat niet op weg en in dit geval ook niet op lachend.
Iemand een idee of daarvoor regels zijn?
Omdat, als het andersom zou zijn, de zin zo zou moeten: De vrouwen liepen lachend hard weg.
Dat zou je denken, maar volgens mij is dat niet correct Nederlands. Ik heb de indruk dat de syntax niet klopt, de woordvolgorde. Ik zou er van maken "De vrouwen liepen hard weg, lachend." Dat komt op mij natuurlijker over. Ik denk dat het te maken heeft met "hard" dat je in de buurt van de persoonsvorm wilt houden (liepen), want hard slaat niet op weg en in dit geval ook niet op lachend.
Iemand een idee of daarvoor regels zijn?
Ik heb geen idee. Maar gevoelsmatig zou ik jouw keuze volgen. Of; "De vrouwen liepen al lachende, hard weg." Maar dat klinkt weer iets te archaïsch. Of: "De vrouwen liepen, lachend, hard weg." Naar mijn gevoel zitten daar nuance verschillen in.
Regels; ik kan ze niet vinden, maar de zin die Earthlady gaf, is in mijn ogen fout, op z'n minst erg krom. Voor mijn gevoel moet je "hard" vóór het werkwoord houden en niet erachter zetten - ook niet vóór het tweede deel van "weglopen". Misschien heeft het iets met de splitsing van "weglopen" te maken? (Ik kan het écht niet vinden.)
Schaterlachend schrijf je aan elkaar. Hard lachend niet. Schaterlachen is namelijk één woord, terwijl "hard lachend" echt twee afzonderlijke woorden zijn (hard zegt iets over het werkwoord lachen).
De vrouwen liepen hard lachend weg -- ze liepen weg en lachten hard terwijl ze wegliepen.
De vrouwen liepen weg, hard lachend -- ook goed, zelfde betekenis
Hard lachend liepen de vrouwen weg. -- idem
De vrouwen liepen hard weg, lachend (ze liepen hard, ze lachten terwijl ze dat deden)
De lachende vrouwen liepen hard weg (zelfde betekenis als voorgaande)
Mogelijkheden genoeg.
Ja, dit is een zin die ik schreef en bij het hardop lezen, vroeg ik me af of er wel stond wat ik wilde zeggen, nl. De vrouwen lachten hard en liepen weg.
Ik had ook de oplossing bedacht: Hard lachend liepen de vrouwen weg,
maar dan wist ik nog niet of mijn eerste zin - De vrouwen liepen hard lachend weg - fout was of niet.
Het is ook de bedoeling dat ze eerst lachen en dan meteen weglopen.
Misschien als het je eigen zin is kun je er deze van maken
De vrouwen liepen luid lachend weg. of verandert de betekenis dan ?
Of luid lachend liepen de vrouwen weg ?
Het is ook de bedoeling dat ze eerst lachen en dan meteen weglopen.
Als het heel specifiek zo moet zijn, dan is het dus niet een "Al lachende liepen de vrouwen weg" (voor de duidelijkheid laat ik het hard even weg, nutteloos bijwoord in het voorbeeld). Dan doen ze het dus tegelijk.
Bij "De vrouwen lachten, daarna liepen ze weg." heb je wel dat het een op het ander volgt.
De kunt het ook nog iets verduidelijken: "De vrouwen lachten, daarna liepen ze weg terwijl er eentje nog nagiebelde."
Of: "De vrouwen lachten. Daarna liepen ze in stilte weg."
Hoe je het precies schrijft hangt natuurlijk af van a) wat je precies wilt uitdrukken en b) of het belangrijk genoeg is in het verhaal om er zo'n nadruk op te leggen.
@Earthlady, jouw antwoord in #1 is natuurlijk helemaal goed. Ik begrijp al het gezever erna niet als het enig juiste antwoord al gegeven is. Daarmee is de vraagsteller niet gebaat.
Het antwoord van Earthlady is inderdaad correct!
Dit kun je ook zelf controleren door de zin te veranderen met woorden van dezelfde waarde om zo dat beetje contrast te vormen dat handig is om een zin te controleren.
De zin die Earthlady analyseerde is: De vrouwen liepen hard lachend weg.
Als we nu de volgende woorden vervangen voor equivalenten of tegenhangers:
weglopen - wegstappen
lachend - huilend
hard - zachtjes
De constructie van Earthlady wordt dan als in zin 1. De constructie van schlimazlnik wordt dan als in zin 2.
1. De vrouwen stapten zachtjes huilend weg.
2. De vrouwen stapten zachtjes weg, huilend.
De eerste zin zegt heel duidelijk dat de vrouwen terwijl zij zachtjes huilen wegstappen. Het werkwoord 'wegstappen" is een scheidbaar samengesteld werkwoord en hier is dus sprake van een tangconstructie.
De tweede zin zegt dat de vrouwen zachtjes wegstappen terwijl zij huilen.
"zachtjes" functioneert hier als bijwoord en bijwoorden worden doorgaans voor het werkwoord geplaatst. In zin 1 zegt het dus iets over "huilend" en in zin 2 zegt het iets over het scheidbare samengestelde werkwoord "wegstappen".
Op deze manier kun je een zin voor jezelf duidelijker maken. Indien de constructie eenmaal duidelijk is kun je de woorden weer vervangen voor hun oorspronkelijke tegenhangers.
Earthlady heeft gelijk.
@Earthlady, jouw antwoord in #1 is natuurlijk helemaal goed. Ik begrijp al het gezever erna niet als het enig juiste antwoord al gegeven is. Daarmee is de vraagsteller niet gebaat.
Af en toe heb ik de indruk dat je het taalgevoel van een baksteen hebt. Dat antwoord in #1 is voor de helft fout - het is geen Nederlands dat een Nederlandse moedertaalspreker ooit zal gebruiken, en daardoor is het een slecht advies.
De rest van de discussie afdoen als gezever siert je evenmin.
Leviwosc, de zin van Earthlady waar ik en schlimazlnik over struikelden, is niet de zin die jij aanhaalt, maar deze:
De vrouwen liepen lachend hard weg
Maar je geeft het antwoord eigenlijk al:
bijwoorden worden doorgaans voor het werkwoord geplaatst.
- want 'lachend' staat in dit voorbeeld vóór het bijwoord, ipv andersom.
Overigens: ik wil graag weten waarom ik over deze zin struikel, omdat ik graag bijleer. Dat lijkt me geen zinloze discussie.
De vrouwen liepen hard lachend weg -- ze liepen weg en lachten hard terwijl ze wegliepen.
De vrouwen liepen weg, hard lachend -- ook goed, zelfde betekenis
Hard lachend liepen de vrouwen weg. -- idem
De tweede zin met de komma vind ik niet prettig lezen.
De derde zin krijgt een eervolle vermelding.
De zin die het gaat worden, is: De vrouwen liepen schaterlachend weg.
Deze volgorde vind ik het meest natuurlijk klinken en als ik 'hard lachend' vervang door 'schaterlachend' is het voor iedereen duidelijk.
Bedankt voor de uitleg, want WAAROM het zo is, vind ik wel belangrijk.
De eerste zin betekent dat de
Lid sinds
18 jaar 10 maandenRol
Mooie uitleg, earthlady
Lid sinds
12 jaar 4 maandenRol
Dank je wel. Loop er al de
Lid sinds
19 jaar 9 maandenRol
Earthlady schreef: Omdat, als
Je kan de zin ook omdraaien:
Lid sinds
18 jaar 10 maandenRol
schlimazlnik
Lid sinds
12 jaar 6 maandenRol
Regels; ik kan ze niet
Lid sinds
12 jaar 5 maandenRol
Angus schreef: : "De vrouwen
Lid sinds
12 jaar 6 maandenRol
@EsWee: wat wil je zeggen met
Lid sinds
17 jaar 11 maandenRol
Cool. En ik dacht dat de
Lid sinds
12 jaar 3 maandenRol
...alleen voor mij moeilijk
Lid sinds
12 jaar 3 maandenRol
Ja, dit is een zin die ik
Lid sinds
19 jaar 9 maandenRol
Misschien als het je eigen
Lid sinds
12 jaar 4 maandenRol
Maak er dan van: De vrouwen
Lid sinds
19 jaar 11 maandenRol
EsWee schreef: Het is ook de
@Earthlady, jouw antwoord in
Lid sinds
12 jaar 11 maandenRol
Het antwoord van Earthlady is
Lid sinds
12 jaar 4 maandenRol
Déesse-en-France
Leviwosc, de zin van
Lid sinds
12 jaar 5 maandenRol
Ginny schreef: De vrouwen
Lid sinds
19 jaar 9 maandenRol