Lid sinds

17 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Verwijswoorden?

23 januari 2007 - 14:37

Hoi allemaal,

Ik zit met een probleem. Wanneer ik schrijf, merk ik dat ik heel vaak verwijswoorden gebruik.
Woorden als 'dat', 'die', 'deze', etc.

Vooral het woord 'dat' gebruik ik (naar mijn mening) te vaak.

Heeft iemand tips hoe ik ervoor kan zorgen dat (zie je!) ik dit (en weer) niet meer zo vaak doe?
Ik vind het namelijk heel moeilijk om woorden met 'dat' erin te ontwijken...

Lid sinds

17 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
23 januari 2007 - 14:55

Hoe vaak is heel vaak? Elke zin, na elke komma, elke alinea? 't Hangt er maar net vanaf hoe vaak je 't gebruikt voor 't irritant wordt vind ik.

Lid sinds

18 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
23 januari 2007 - 21:07

Een verhaal gaat al snel saai lezen als er constant die en dat wordt gebruikt. Een oplossing is simpel, maak van je zin 2 zinnen. Dat doe ik altijd. Suc6 (dit is mijn oplossing, ik weet niet hoe een ander dat doet, maar misschien heb je er wat aan)

Lid sinds

17 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
23 januari 2007 - 21:23

Aart wrote:
Hoe vaak is heel vaak? Elke zin, na elke komma, elke alinea? 't Hangt er maar net vanaf hoe vaak je 't gebruikt voor 't irritant wordt vind ik.

Ligt er helemaal aan. Niet zeker iedere zin, maar wel regelmatig. En het valt me zelf op, alleen ik kan meestal niets verzinnen om het anders te doen.

23 januari 2007 - 21:24

Zinsopbouw veranderen misschien?

Plaats anders hier enkel voorbeeldzinnen, kunnen we zien in wat voor context je het meestal plaatst :)

Lid sinds

18 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
24 januari 2007 - 12:27

Idd, plaats eens een fragment, dan kunnen we je misschien helpen!

Lid sinds

17 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
25 januari 2007 - 11:23

Paar voorbeelden:

Quote:
Misschien lag ze wel te slapen en had ze geen idee van de tijd. Dat kwam de laatste tijd wel vaker voor.

Quote:
Uit verveling begon Kyana bloemetjes te tekenen op het rekenschrift dat voor haar neus lag.

Quote:
“Sommigen van jullie denken dat dit een leuk grapje is,” zei Annelies.

Het is niet zo dat het extreem vaak gebeurd. Maar het valt me wel op wanneer ik het gebruik.

Lid sinds

17 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
25 januari 2007 - 12:20

Zoiets?:

Misschien lag ze wel te slapen en had ze geen idee van de tijd, wat de laatste tijd wel vaker voorkwam.

Uit verveling begon Kyana bloemetjes te tekenen in het rekenschrift op haar tafel.

Alleen bij die laatste zou ik niet weten hoe het anders moet.

Lid sinds

17 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
25 januari 2007 - 12:36

Hmm ja, zo kan het inderdaad :)

Alleen, nu zoek ik dus een beetje manieren om er zelf iets vervangends voor te vinden. Ik kan natuurlijk moeilijk iedere keer dat ik het schrijf, op een forum (of aan vrienden) vragen hoe het anders kan...

Lid sinds

18 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
25 januari 2007 - 12:38

Silent Dream wrote:

Quote:
Uit verveling begon Kyana bloemetjes te tekenen op het rekenschrift dat voor haar neus lag.

Verwijswoorden zijn vaak onmisbaar. Ik vind ze niet storend in je twee andere voorbeelden; echter in het bovenstaande wél.
Het is onzin, als je erbij verteld dat het schrift op de tafel of voor haar neus ligt. Je krijgt er hetzelfde 'gevoel' bij als je zou zeggen: 'hij fietste op zijn fiets'. Het is onnodig. Het lijkt me namelijk sterk, dat Kyana bloemetjes tekent in een schrift, wat op het dak ligt. Als deze zin onderdeel uitmaakt van een verhaal, heb je vast elders al verteld, dat Kyana aan tafel zit, of op haar buik op bed ligt. Maak dit er bijv. van: Kyana begon uit verveling bloemetjes te tekenenen in haar rekenschrift. Je tekst/schrijfstijl wordt meteen ook veel actiever.

25 januari 2007 - 12:41

Quote:
Misschien lag ze wel te slapen en had ze geen idee van de tijd. Dat kwam de laatste tijd wel vaker voor.

Misschien lag ze wel te slapen en had ze geen idee van de tijd, voor de zoveelste keer de afgelopen tijd.

Quote:
Uit verveling begon Kyana bloemetjes te tekenen op het rekenschrift dat voor haar neus lag.

Uit verveling begon Kyana bloemetjes te tekenen in het rekenschrift voor haar neus.

Quote:
“Sommigen van jullie denken dat dit een leuk grapje is,” zei Annelies.

'Sommigen van jullie vinden dit een leuk grapje,' zei Annelies.
Deze laatste andere zin-optie kan enkel in een bepaalde context, ik denk niet dat jij met die zin zoiets als dit bedoelt, maar toch.

Je kunt ook altijd een proeflezer fiksen die enkel op de verwijswoorden let. Kijkt wanneer het irritant begint te worden en onderstreept de overtollige en de irritante, zodat jij daar wat aan kunt doen :)

Lid sinds

19 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
25 januari 2007 - 12:50

Vind moelijk uit te leggen, hoe je de verwijswoorden kan vermijden.
Probeer ze ook niet altijd te mijden.
Maar om verwijswoorden weg te laten in onderstaande zinnen:

Soms meer dingen weglaten die al logisch zijn uit de handeling:
Dat het schrift voor haar neus lag is al duidelijk:

Quote:

Uit verveling begon Kyana bloemetjes te tekenen op het rekenschrift dat voor haar neus lag.

Kyane verveelde zich en tekende bloemetjes op het rekenschrift voor haar.
Uit verveling begon Kyana bloemetjes te tekenen op het rekenschrift voor haar.

Herschrijven, tot je de zin omsleutelt zonder dat:

Quote:

Misschien lag ze wel te slapen en had ze geen idee van de tijd. Dat kwam de laatste tijd wel vaker voor.

Misschien lag ze wel te slapen en had ze geen idee van de tijd. Het kwam de laatste tijd wel vaker bij haar voor.

Lid sinds

17 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
25 januari 2007 - 14:13

Silent Dream wrote:
Hmm ja, zo kan het inderdaad :)

Alleen, nu zoek ik dus een beetje manieren om er zelf iets vervangends voor te vinden. Ik kan natuurlijk moeilijk iedere keer dat ik het schrijf, op een forum (of aan vrienden) vragen hoe het anders kan...


Haha geeft niet hoor ik vind t leuk om dit te doen :wink:

Lid sinds

18 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
25 januari 2007 - 16:58

kreeg ik ook te horen van mijn testlezer dat ik dat teveel gebruikte. Vervang door dit, het, hetgeen, wat, die OF omschrijf. Minder lange zinnen helpt ook.

Na corr sugg kreeg ik van een andere testlezer weer te horen dat het hier en daar wat geforceerd klonk. Dus weer een beeetje meer datjes erin gedaan en zo getracht een gulden middenweg te vinden.

DAT blijft lastig.
DIT blijft lastig.
HETGEEN lastig blijft.
WAT lastig blijft.
HET blijft lastig.
EEN GULDEN MIDDENWEG blijft lastig.
BLIJFT LASTIG.
:wink:

Lid sinds

16 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
9 augustus 2008 - 11:42
Ik wil nog iets vragen over verwijswoorden: Wanneer gebruik je verwijswoorden en wanneer niet? En hoe zit het met gebruik van synoniemen voor bepaalde woorden? Of moet ik hier een nieuw topic voor openen?

Lid sinds

16 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
11 augustus 2008 - 12:49
Verwijswoorden gebruik je om niet heel tijd de naam te hoeven noemen. Of hele tijd 'de tv' te noemen. Voorbeeldje:
"In het bos staat een boom. Daar staan meer bomen. Die zijn groot en groen." Tegen: "In het bos staat een boom. In het bos staan meer bomen. De bomen zijn groot en groen."
Maar je moet ze wel goed gebruiken. Daarvoor moet je weten welk geslacht (mannelijk, vrouwelijk, onzijdig) woorden hebben. Vaak wordt dan gedacht dat je dat allemaal moet weten, maar eigenlijk is het meer dat je als schrijver weet waar de valkuilen zitten en dat je weet hoe je die kan voorkomen. Wat betreft synoniemen: nooit te geforceerd. Bovendien zijn synoniemen niet altijd synoniemen. Een voorbeeldje: 'Een waterpartij' kun je op verschillende manieren noemen: een vijver, een plas, een watertje, een ven, een meer, een zee, een rivier, een waterpartij. Maar sommige dingen zijn aangelegd (vijver, een waterpartij) en sommige zijn natuurlijk (een zee, een rivier). Bovendien is de term 'een waterpartij' heel krampachtig, heel gezocht. Daarom kun je beter verwijswoorden gebruiken.
"Het ven dampte van de kou. Rondom de waterpartij stond veel riet. Achter dit riet stonden bomen. Over het meertje zweefden veel vogels. Het water van de plas was koud." Tegen: "Het ven dampte van de kou. Eromheen stond veel riet, daarachter bomen. Vogels zweefden erover heen. Zijn [het ven, dus zijn] water was koud."