Wat schrijvers van een smid kunnen leren

Ik heb gisteren een smid ontmoet. Ik kom in mijn leven niet zo veel smeden tegen. Eigenlijk ontmoette ik ze tot gisteren alleen in sprookjesboeken uit lang vervlogen tijd, waar ze net die ene sleutel smeden voor de held die verloren is gelopen op zijn zoektocht. Maar nu kwam ik een echte smid tegen, en wat voor één.

Ton Akkermans is smid van vader op zoon, en heeft zich een leven lang bekwaamd in het smeden van klankschalen. Dieper en dieper is hij doorgedrongen in het mysterie van klank, hij reisde in diepe meditatie 5000 jaar terug in de tijd, en kreeg de oeroude geheimen van de Tibetaanse klankschalen geopenbaard.

Dit heeft hij neergeschreven in een prachtige vertelling Het Witte Veld dat gepresenteerd werd en waar ik een woordje mocht doen.

Toen ik me verdiepte in het leven van deze klanksmid, kwam ik erachter dat het ambacht van de smid, en dat van de schrijver wonderlijke paralellen vertonen.

Ton Akkermans vertelde me dat wanneer hij een nieuwe klankschaal gaat maken, hij eerst mediteert om contact te maken met de nieuwe klank die hij in de wereld gaat brengen. Een schrijver doet precies hetzelfde. Het is onmogelijk om tijdens de woeste stormen van het leven een verhaal te creëren. Daarvoor moet je eerst naar binnen gaan, rust en balans zoeken, en vanuit dat stille middelpunt kan pas een nieuw verhaal ontstaan.

Daarna gaat Ton voelen hoe groot de schaal moet worden. En als hij dat weet, knipt hij de ruwe vorm uit in het brons. Ook een schrijver moet inschatten hoeveel ruimte zijn nieuwe verhaal gaat innemen. Soms is het een sprookje, soms is het een epos. En zo bakent de schrijver het nieuwe aantal te schrijven pagina's af waarin hij zijn verhaal gaat gieten. Hij telt en legt de stapel witte vellen klaar die op dat moment nog alles kan worden, of niets. 

Een smid heeft steenkool nodig. Diep gedelfde koolsteen. Of zoals Ton het noemt, planten vol gezogen met zonnekracht die door miljoenen jaren heen getransformeerd zijn tot steenkool. is het niet wonderlijk dat koolstof zowel het basismateriaal is van zowel steenkool als koolstof? Met het ene verhitten we het passionele vuur, met het andere tooien we passioneel de vrouw die we beminnen. 

Eigenlijk delft de smid de brandstof van zijn verbeelding, net zoals een schrijver, ieder nieuw verhaal bouwt op de schouders van al die reusachtige verhalenvertellers vol zonnekracht uit het verleden. En uit die imponerende berg der verbeelding hakt en graaft de schrijver zijn brandstof om weer iets nieuws te gaan maken.

De steenkool wordt verhit in het vuur, het vuur van de passie, van de hartstocht, want zonder vuur in je ogen kan je geen verhaal noch schaal maken. Ook de smid en de schrijver moeten zichzelf oververhitten, zichzelf het vuur aan de schenen leggen. De lucht blaast het vuur aan, het kleurt de vlammen oranje, het is de ziel die ingeblazen wordt. Want een verhaal of een klankschaal zonder ziel, is slechts een gebrekkig en nutteloos ding op aarde.

Wanneer het vuur te heet wordt, blust de smid het met water. De verkoeling van het gevoel. Een verhaal moet behapbaar worden, aan te veel hartstocht brand je je vleugels, dan stort het als een paradijsvogel ter aarde. Een verhaal moet aarding krijgen, invoelbaar worden, gedoseerd. 

En pas wanneer het vuur precies de goede hitte heeft, steekt Ton Akkermans de geknipte bronsplaat in de vlammen. Het wordt schoongebrand, uitgezuiverd van overtolligheden, het brons moet zacht worden. Zoals de schrijver week moet worden, en vanuit die zachte weekheid moet vertellen. Hij moet tot de essentie komen, en alles wat zijn verhaal niet dient, durven uit te branden. 

Vervolgens neemt de smid zijn stoere gereedschap erbij. Hij verwijdert het roet, en op het aambeeld slaat hij met zijn hamer van binnen naar buiten de vorm die hij wilt, hij drijft met zijn hamer de wanklank eruit en de zuivere klank erin. Net zoals een verhaal van binnen naar buiten opgebouwd wordt. Alinea voor alinea worden de verhaallijnen aan elkaar gesmeed, en wordt het verhaal in het papier gebeiteld.

Tot de schaal weer verhardt. Het brons stug en weerbarstig wordt. Zo loopt de schrijver ook regelmatig vast. Komt hij niet verder. Is het te bedacht geworden, en werkt het materiaal niet meer mee. Hoe hard hij ook blijft hameren, het is stug, en moet nieuw leven ingeblazen worden. Dan moet het opnieuw het vuur in. Opnieuw verhit worden met vurige passie, met bezieling, met gevoel, en vooral weer met zachtheid. Het moet weer week worden in de buik van de schrijver.

En dit proces herhaalt zich steeds opnieuw, tot de schaal of het verhaal zijn perfecte vorm gevonden heeft. Dan kan het opgeblonken worden. Geschuurd en geschaafd tot het er helemaal uitziet zoals de smid of schrijver ooit in zijn visioen voor zich zag.

Dan is het spannendste moment aangebroken, om de eerste keer naar de klank te luisteren die in de wereld is gekomen. Ton Akkermans zoekt naar de juiste resonantie om een nieuwe klank geboren te laten worden. Een nieuwe trilling. Een magisch geluid dat heling brengt. Een nieuw verhaal moet ook eerst resoneren bij de schrijver, en dan laat hij het horen aan een paar intimi, en pas wanneer de nieuwe klank is ingedaald, is het klaar om op eigen kracht de wereld in te gaan. Om zijn klank en stem te laten horen. Om zijn verhaal te vertellen. 

En zo heeft Ton Akkermans die zijn leven lang brons smeedde, nu een verhaal op zijn aambeeld eruit geslagen. Hij heeft zijn woorden gesmeed tot een vertelling vol wijsheid, over een eeuwenoud mysterie; het geheim van de mirakuleuze kracht van klank.

Het boek Het Witte Veld is overal in de boekhandel verkrijgbaar.

Meer weten over Geert Kimpen? Bezoek dan eens zijn website.

Wil je Geert tijdens één van zijn wervelende lezingen ontmoeten? Dat kan tijdens de Schrijven Magazine Schrijfdag 2016 op 18 september.

Nog geen ticket? Abonnees van Schrijven Magazine profiteren van €20,- korting!

Bestel je ticket

Word abonnee

Techniek