Wat kinderverhalen anders maakt dan verhalen voor volwassenen

Minder is soms zoveel meer. Zeker als het gaat om kinderboeken. Verhalen voor kinderen hebben minder woorden en zijn eenvoudiger dan verhalen voor volwassenen. Toch moeten ze boeien en tot de verbeelding spreken. Een hele uitdaging! In deze blog lees je wat de belangrijkste verschillen zijn tussen kinderverhalen en verhalen voor volwassenen. Ook ontdek je wat een kinderverhaal bijzonder maakt.

Makkelijk te begrijpen teksten

Een verhaal voor kinderen moet makkelijk te begrijpen zijn. Duidelijke en concrete taal voorkomt dat er verwarring ontstaat. Dit geldt ook voor alledaagse woorden en korte zinnen. Lange zinnen met veel komma’s en bijzinnen, zijn al snel te ingewikkeld.

Teksten met complexe verhaallijnen, veel ironie en flashbacks zijn ook minder geschikt voor kinderen. Deze technieken vragen te veel inzicht van jonge lezers. Door de opbouw van een kinderverhaal eenvoudig te houden, kunnen kinderen de ontwikkeling van de gebeurtenissen en personages goed volgen. Een moeilijk te begrijpen verhaal is niet toegankelijk voor jonge lezers. 

Humor

Kinderen houden van humor en om die reden mag humor dan ook eigenlijk niet ontbreken in een kinderboek. Zelfs niet (of eigenlijk: juist niet) als je een verhaal over een serieuzer onderwerp schrijft. Humor helpt niet alleen om de aandacht van jonge lezers vast te houden, maar maakt het verhaal ook luchtiger.

Er zijn veel mogelijkheden om een grap in een verhaal te verwerken. Zoals een eenvoudige woordgrap (bakker Brood), een gekke actie (uitglijden over een bananenschil) of een rake vergelijking (de man was zo lang als een giraffe op stelten). Deze grappige elementen maken een verhaal speelser en daardoor nog leuker voor kinderen.

Minder woorden

Een boek voor volwassenen heeft ongeveer 80.000 woorden. Een prentenboek voor de allerkleinsten daarentegen heeft slechts een paar honderd woorden. Hier gaat het vooral om de illustraties, die samen met de tekst het verhaal vertellen. Naarmate de doelgroep ouder wordt, stijgt het aantal woorden in een boek. Een leesboek voor oudere kinderen heeft gemiddeld tussen de 25.000 en 40.000 woorden. Dit is dus nog altijd veel minder dan een boek voor volwassenen. 

Een boek met minder woorden is dan misschien makkelijker te lezen, dit betekent niet dat het ook makkelijker te schrijven is. Met minder woorden tot je beschikking moet elke zin raak zijn.

Herhaling

Kinderverhalen met herhaling zijn makkelijker te begrijpen voor kinderen. Herhaling creëert een voorspelbaar ritme en helpt kinderen te anticiperen op wat er komen gaat. Dit maakt een verhaal begrijpelijker, maar ook boeiender. Kinderen vinden het leuk om te voorspellen wat er de volgende keer zal gebeuren.

Voor de allerkleinsten kunnen woorden en stukken tekst herhaald worden. Maar voor oudere lezers zijn subtielere vormen van herhaling beter. Zoals het gebruik van een stopwoord of een terugkerende gewoonte van een karakter.

Fantasie

Kinderen hebben veel fantasie. Fantasie is niet alleen leuk, het is ook heel leerzaam. Fantasie helpt kinderen om de wereld om hen heen beter te begrijpen. Het geeft ze de ruimte om nieuwe ideeën en situaties te verkennen: dingen die ze in het echte leven misschien nog niet hebben meegemaakt. 

Deze nieuwe ervaringen zijn goed voor de ontwikkeling van kinderen. Ze stimuleren hun nieuwsgierigheid en sluiten aan bij hun inlevingsvermogen. Gooi dus gerust een paar vliegende varkens of wonderlijke werelden door je verhaal heen!