Afbeelding
Pixabay
Pixabay
De titel van dit stukje had ook kunnen zijn; ‘Waarom vrouwen vooral vrouwelijke schrijvers lezen.’ Maar om ook de mannelijke lezer uit te nodigen, voilà; een titel die beide seksen aanspreekt. Want mannen zouden hoofdzakelijk schrijvers lezen, terwijl vrouwen schrijvers én schrijfsters lezen.
In de Volkskrant verscheen halverwege oktober een stuk over het leesgedrag van zes schrijvers. Het leesgedrag van mannen en vrouwen blijkt namelijk sterk uiteen te lopen. In haar onderzoek uit 2013 constateerde literatuurwetenschapper Corina Koolen dat vrouwelijke lezers zowel boeken van mannen als vrouwen lazen. De verhouding was 50-50. Mannen daarentegen bleken vooral mannen te lezen, de verhouding was bij hen 80-20. Recent onderzoek van Jeroen Dera bevestigde dit. Uit datzelfde onderzoek van Koolen blijkt dat mannelijke schrijvers nog steeds meer aandacht en waardering krijgen dan schrijfsters. Maar zou dat verklaren waarom mannen weinig vrouwenboeken lezen?
Het relaas van de zes schrijvers in de Volkskrant leverde niet veel nieuwe inzichten op. Wat vooral bijblijft is dat ieder er het zijne van dacht, en dat iedere boekenkast anders is. Maar ook ik was plotseling nieuwsgierig en inspecteerde mijn boekenkast. Na drie planken wist ik het zeker; ik lees vooral vrouwelijke schrijfsters, uitzonderingen daargelaten. Zo heb ik ook een hele boekenplank vol met John Irving. In mijn boekenkast is de verhouding ook 80-20, maar dan in het voordeel van de vrouwen.
Kies ik bewust vrouwelijke auteurs als ik een boek koop? Of moet ik mezelf afvragen waarom ik minder kies voor mannelijke schrijvers. Ben ik bevooroordeeld?
Als meisje las ik al graag boeken met ‘heldinnen’ in de hoofdrol. Gewone vrouwen, geen traditionele heldinnen, schone maagden of femme fatales. Zo las ik onder andere ‘Versprongen ster,’ van Olaf J. de Landell. Over Betsy, die op 50-jarige leeftijd zomaar haar kantoorbaan opzegde en al theedrinkend een gevierd actrice in een toneelgezelschap werd. Niet lang daarna kocht ik een van mijn eerste boeken ‘Een wereld van mooie plaatjes’ van Simone de Beauvoir (zonder enige notie van wie ze was) en bleef haar boeken kopen.
Natuurlijk lees ik ook andere boeken. Maar de rode draad in mijn boekenkast is de heldin, hoofdzakelijk gezien door de ogen van de schrijfster. Met als mooi detail dat schrijver Olaf J. de Landell die leeslust stimuleerde (hij publiceerde overigens verhalen in bladen als de Libelle, Margriet en ‘De vrouw en haar huis’). En ik besef dat John Irving natuurlijk over heldinnen schreef in het eerste boek dat ik van hem las; ‘De wereld volgens Garp’ en dat de luidruchtige, heldhaftige Fran in zijn “Hotel New Hampshire’ een van mijn favoriete romanpersonages is.
Geen verklaring dus voor het gegeven dat mannen vooral boeken van mannelijke schrijvers lezen, excuses. Of het moet zo zijn dat ook mannen graag (een realistisch of vertekend beeld van) zichzelf terugzien in boeken. Dat maakt het dan weer lastiger om te verklaren waarom vrouwen meer boeken van mannelijke schrijvers lezen – of kijken wij liever, of net zo gemakkelijk, naar onszelf door de ogen van de man. The male gaze, om het maar zo te zeggen?
Of heeft het echt niets van doen met de inhoud. Gaat het enkel en alleen om het geslacht van de schrijver dat ons doet besluiten om een boek te lezen, zoals dat bij de waardering van schrijvers ook gebeurt. En doe ik dat misschien zelf ook?
Ik ga zo nog maar eens naar mijn boekenkast kijken.
Lizette van Geene schrijft commerciële en journalistieke teksten, korte verhalen en educatieve publicaties in haar eigen vakgebied (arbeidsmarkt, onderwijs en loopbaanbegeleiding). Ze blogt (soms geregeld) en werkt onder andere als schrijfcoach en als freelance recensente literatuur bij het Eindhovens Dagblad. Meer lezen van Van Geene? Bezoek hier haar website.
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Abonnees profiteren van extra voordelen.