Afbeelding

Rebel in literaire wereld

Foto: Pixabay

Rebelse daad tegen het etablissement

Ik worstel met een levensgroot dilemma, nou ja het is slechts een kleinzerigheid, maar het is groot genoeg om me twee keer per dag een onbestemd onderbuikgevoel te bezorgen. In het schrijverswezen verwachtte ik dat het jargon bol zou staan van nuances, maar al bij de eerste bocht botste ik op een ijzeren gordijn; aan de ene kant het land van fantasievolle vertellingen ‘fictie’ en aan de andere kant het terrein van wetenschappers, journalisten en waarheidsvorsers, ‘non-fictie’. Nu blijkt ineens dat ik moet kiezen. Je zou kunnen zeggen dat ik die keuze al had gemaakt toen ik onder aanmoediging van een vriendin (een historica, lees non-fictie) begon aan de cursus literaire non-fictie. Maar als absolute beginner, had ik weinig acht geslagen op het n-f gedeelte, verblind als ik was door de schittering van het ‘literaire’. 


Fictie of non-fictie

Toen ik les twee voorstelde om toch her en der mijn vaatje Jozo-zout aan te rukken, leidde dat tot verontwaardigde gezichten. Ik herstelde mijzelf direct, en ging vanaf toen op mijn allerwaarachtigs te werk. Aan de hand van oude fotoboeken, brieven, notities, interviews en stambomen componeer ik nu zo realistisch als ik kan een autobiografisch verhaal (non-fictie) maar een absolute feitelijkheid, die kan en wil ik niet garanderen (of toch een percentage fictie?). Dat zit zo, als ik mijn herinneringen voorleg aan de kroongetuigen van het verhaal, zegt de een: ‘ja precies, zo is het gegaan,’ terwijl de ander verontschuldigend verklaart dat hij het toch iets anders heeft beleefd. 

Inmiddels wordt het dilemma een obsessie en controleer ik via Google in welke categorie schrijvers hun werk indelen. Het is verwarrend. Hoogstandjes uit de literaire fictie lijken soms zo te worden bestempeld uit familiaire overwegingen, om medeplichtigen te kunnen vrijwaren van schuld en schaamte. Maar soms is het ook andersom, dan heet het wel non-fictie, maar zijn de dialogen zo  absurd of humoristisch, dat ze onmogelijk in het echt kunnen zijn gevoerd. Dan weer wint iemand een prijs in de categorie non-fictie en staat de titel een dag later in het lijstje bestverkochte romans.

Rammelen aan eeuwenoude conventies

Het heeft iets aanmatigends om als cursist gelijk te gaan zitten rammelen aan eeuwenoude conventies maar wellicht kan een gelijksoortige affaire licht schijnen op mijn ongemak. Neem in dit geval het man-vrouw fenomeen, in het afgelopen decennium kwam er steeds meer verzet tegen het beperken van een identiteit tot twee hokjes. (m/v)  Er werd een derde vink toegevoegd: onbepaald of non-binair. Facebook ging nog verder en kwam met een keuzemenu van wel vijftig gendersoorten, van de meesten wist ik niet eens dat ze bestonden. Het alternatief is neutraliteit, nu de NS bijvoorbeeld niet langer perronberichten aankondigt met ‘Dames en heren’ maar  overstapte op  ‘Beste reizigers’. Een kleine revolutie tegen de heersende dualiteit.

Ik schrijf aan een waargebeurd verhaal en maak me hard om de waarheid te benaderen, maar daarbij kom ik eerlijk uit voor het feit dat mijn geheugen zwalkt en zich bevindt in een neuraal netwerk dat bestaat uit kort-door-de -bocht banen en achteraf ingekleurde zijpaadjes. In een wereld vol complotten en liegende wereldleiders is het vaak bittere noodzaak om feit van fabel te onderscheiden, maar buiten de nieuwsmedia, en andere arena’s waar dit onderscheid van levensbelang is, kan dualiteit zich ook ontpoppen tot een gebrekkig gedrocht. Tweespalt als een haperend instrument, de ogenschijnlijk makkelijkste weg om iets te duiden, die dat niet blijkt te zijn. Fictie en Non-Fictie, zijn net zomin iets absoluuts als goed en slecht, mooi en lelijk en zoet en bitter. Dus beste medereizigers, hierbij mijn coming-out, mijn rebelse daad tegen het etablissement: ik blijf neutraal en doe vooralsnog aan non-binaire frictie.

Service