Dit nummer niet missen? Neem vóór 24 januari 23:59 u. een abonnement dan ontvang je dit nummer!
Plankenkoorts
De zaal van het Lezersfeest waar ik zou optreden bood ruimte aan 150 mensen, zo had ik begrepen. Twee weken lang had ik me daar de vreselijkste voorstellingen van gemaakt: Hon-derd-vijf-tig mensen! Zij zouden elk woord dat ik uitsprak opvangen. Geen enkele hapering of verspreking zou hen ontgaan. En ja, ook als ik het op een gillen zette, struikelde of hyperventilerend ter aarde stortte zou dat niet onopgemerkt blijven. Bij elke nachtmerrie werd de zaal groter en killer en uiteindelijk verwerd ik tot een geslacht dier in de vitrine van een helverlichte slagerszaak, naakt overgeleverd aan de grillen van het publiek.
Visioenen
Het voordeel van deze visioenen was dat de ruimte, toen ik deze uiteindelijk betrad, veel kleiner leek. Door de sfeervolle verlichting deed hij zelfs intiem aan, een beetje alsof je met een stel vrienden in een woonkamer zat. Nou ja, mijn vrienden hingen doorgaans minder verveeld in hun stoel dan het publiek dat er nu zat. Sommigen van hen keken zelfs ronduit chagrijnig. 'Ze luisteren geconcentreerd,' had iemand me verteld. En: 'Wees niet bang als een reactie van de zaal uitblijft, of als mensen ergens lachen waar jij dat niet bedacht had.' Allemaal goedbedoelde adviezen, net zoals dat ik niet te snel moest lezen, en dat het vooral heel monotoon moest.
Intonatie
Ik had het geprobeerd hoor, thuis. Maar na vier regels werd mijn voordracht overstemd door het luide gesnurk van mijn enige toehoorder. Monotoon lezen mocht misschien prima werken bij literaire proza, bij een humoristische column was het geen aanrader. Het was even zoeken naar een vorm die wel werkte. Ik wilde de humor niet te veel voorkauwen door een groot verschil in intonatie te gebruiken, maar had het intonatietrucje wel nodig bij de dialogen om duidelijk te maken wie aan het woord was. Op papier is zoiets helder, bij een voorgedragen tekst veel minder. Al snel kwam ik erachter: schrijven en voordragen zijn twee heel verschillende dingen.
Sperma
Dit laatste was ook te zien aan de schrijver die nu zijn stuk stond voor te dragen. Een jongeman die omschreven was als 'een belofte' en 'onderdeel van een nieuwe generatie schrijvers'. Waarschijnlijk had hij dit gewaagde stuk vol elan geschreven. Iets met een oma en seks, zeer plastisch en met een recordaantal synoniemen voor het woord 'sperma'. Thuis, in de veiligheid van zijn zolderkamer, had het hem vast een goed idee geleken. Nu had hij zichtbaar spijt. Snel en hijgerig las hij het op van een papier dat vibreerde door de trillingen van zijn hand. Ik had met hem te doen, een kort moment, om me meteen daarna te richten tot de regiemedewerker naast me: 'Ik wil een katheder!' riep ik paniekerig. 'Iets om mijn papier op te leggen. En snel!' Het werd geregeld, goddank.
Paniek
Het moment waarover ik me het meest druk had gemaakt, brak aan: de laatste paar minuten voordat ik op moest. Dat moment waarop je weet dat je niet meer terug kunt, wanneer de introductie is ingezet, de presentator je aankijkt en de aanloop naar het noemen van je naam is begonnen. Ik had verwacht dat ik nog wat laatste paniekgedachten zou hebben: 'Heb ik wel de juiste column uitgeprint?!' 'Zit er geen spinazie op mijn tanden?' En: 'Niet vergeten, rechtop lopen!' Maar niets van dat alles.
Applaus
Mijn naam klonk en opvallend relaxed liep ik naar voren. Ik startte mijn voordracht, kalm en rustig. Ik articuleerde goed, het ging lekker. En zoals ik had geleerd, keek ik regelmatig aan het einde van een zin even op naar het publiek, naar al die 'geconcentreerde' blikken. Het deerde me niet, net zo min als dat stelletje benevelde mensen in het publiek dat na een paar zinnen luidruchtig begon te lachen - wat achteraf gezien niets met mijn voordracht te maken had. Het stoorde me ook niet dat mijn man foto's nam en dat een schrijfmaatje me filmde. Ik zag het, ik registreerde het, maar het bracht me niet van mijn stuk. Ik bleef in hetzelfde tempo voordragen, me volledig bewust van de tekst en de mensen in de zaal. En ik genoot! Dit was mijn moment, ik had het verdiend, ik had er naar toegeleefd en ik deed het prima. Een mijlpaal kon worden afgevinkt: mijn eerste voordracht voor groot publiek. En ik was niet flauwgevallen.
Iris Houx houdt zich sinds twee jaar serieus bezig met schrijven. Ze publiceert elke week een column op haar website (www.missmoneypennyblogs.nl) en werkt momenteel aan een roman. Iris was één van de winnaars van de Lezersfeest wedstrijd van dagblad Metro, en mocht daarom op zaterdag 10 november haar verhaal voordragen.
- Login of registreer om te reageren
Ervaren redacteur Maria Genova deed voor Schrijven Online meer dan dertig manuscriptbeoordelingen. Lees haar tips in het komende nummer!
Topauteur Herman Koch geeft naar aanleiding van het verschijnen van zijn nieuwe boek advies aan jonge schrijvers. Meld je aan!
Mariken Heitman geeft tips! Meld je aan en ontvang dit nummer.
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Comments
Ja Iris, je hebt het goed
Ja Iris, je hebt het goed
Jazeker, Gwennie! Jouw
Jazeker, Gwennie! Jouw
Ik heb jouw voordracht mogen
Ik heb jouw voordracht mogen
Jullie hebben het goed
Jullie hebben het goed
Dank voor jullie lieve
Dank voor jullie lieve
Hahaha, It's a deal, Trenke!!
Hahaha, It's a deal, Trenke!!