Afbeelding

Beeld Pexels

Over het schrijven van een kerstverhaal

Over het schrijven van een kerstverhaalIedere schrijver doet het, stiekem of in het openbaar. Of zijn er schrijvers die het nog nooit deden, of er zelfs niet over dromen? Ik wel, ieder jaar opnieuw, die eerste  knisperkoude avond in november, met de maan wit en vol boven de kale takken en de wind die me de adem beneemt, van die hoge kinderstemmen in het bos tegenover ons huis; het moment waarop ik het toch een keer wil proberen. Het kerstverhaal schrijven.

Wat maakt een kerstverhaal tot 'het' kerstverhaal?

De klassiekers onder de kerstverhalen zijn klassiekers omdat ze dat niet alleen in betekenis zijn, maar het ook echt zijn: klassiek. Geschreven in tijden waarin het geloof in kerk en god zegevierde en kindertjes en bejaarden vaker op straat stierven met een zwavelstok in hun handjes, de adem als een ronde plek tegen het raam waarachter kinderen liedjes onder de kerstboom zongen, met sterren in hun ogen. In het verhaal ‘Kerstspoken’ van Maksim Gorki komen die bevroren spoken zelfs weer tot leven, om te protesteren tegen de verhalenverteller die in ieder kerstverhaal wel iemand laat doodvriezen. Een soort van aanklacht tegen de realiteit van het kerstverhaal binnen een kerstverhaal, waarna de verteller uiteindelijk kwaad zijn laatste kerstverhaal verscheurt.

Welke ingrediënten heb je nodig voor een kerstverhaal?

Weemoed (want vroeger waren de winters nog echt koud, de kerken vol, en het kerstfeest meer dan een commercieel feest), iets met een moraal (met de strijd tussen goed en slecht, hoe die achterbakse baas uiteindelijk doodvroor nadat ze haar landhuis kwijtraakte aan alle mensen die ze in haar werkend leven benadeelde), natuurlijk iets met sneeuw (als een witte deken over straten en boerderijen, synoniem voor zuiver en maagdelijk,) of iets met engelen (als synoniem voor de buurvrouw die altijd voor iedereen klaar stond, en uiteindelijk na weken in haar huisje gevonden werd, doodgevroren natuurlijk, maar met een glimlach op haar gezicht.) Tenslotte moet er iets van hoop in het verhaal terug te vinden zijn, al is het maar dat het misschien beter is om hersendood te zijn, dan absoluut geen verwachtingen in het leven te hebben, zoals in het verhaal Jimmy van Nina Weijers.

Zou iedere schrijver maar één kerstverhaal te vertellen hebben, zoals de schrijver ook maar een verhaal te schrijven heeft? Want mijn kerstverhaal schreef ik jaren geleden, vol met engelen en sneeuwvlokken, en tegelijkertijd is het een soort van klassiek familieverhaal. 'Ik herken haar,' appte mijn moeder vorig jaar plotseling, 'die moeder in het verhaal, en die vader, niet helemaal sprekend hoor, maar toch!' Want ze las het verhaal nu voor het eerst echt, dat bleek, en ze vond het niet erg ofzo, ze vond het grappig, en ze wist dat mijn vader er ook om zou moeten lachen, zolang ik ze niet liet doodvriezen, was er niets aan de hand, zei ze. Ze zou het hem laten lezen. Tot nu toe heb ik niets gehoord dus dit jaar zet ik het verhaal weer op mijn website. Even wachten op de eerste keer die kerstreclame van Coca-Cola op televisie, als ik het echt niet meer houd. 

Lizette van Geene schrijft commerciële en journalistieke teksten, korte verhalen en educatieve publicaties in haar eigen vakgebied (arbeid, mens en onderwijs). Ze is freelance recensente literatuur bij het Eindhovens Dagblad en werkt als schrijfcoach. Sinds 2004 worden haar verhalen gepubliceerd in (e-) magazines. Deelname aan literaire schrijfwedstrijden resulteerde in nominaties en prijzen. In 2013 publiceerde ze haar debuutroman 'David en andere bewijzen van liefde’, via Brave New Books, een tweede roman is in de maak en in mei dit jaar verscheen een van haar nieuwe verhalen in Deus ex Machina, een Vlaams tijdschrift voor actuele literatuur uit binnen- en buitenland. Wil je meer over Lizette te weten komen? Check dan haar website.

Techniek

Comments

Kerstverhalen verstieren Het voorlezen van het kerstverhaal kon ik behoorlijk verstieren. Ik was niet altijd even aardig tegen mijn moeder. Ik had de irritante 'waarom' leeftijd en onderbrak het verhaal. De volgende kerst hoopte mijn moeder dan dat die fase voorbij was. Zij koos ieder jaar met zorg een nieuw verhaal dat zij zachtjes in zichzelf voorlas voordat zij het aandurfde het aan mijn zusje en mij voor te dragen, want dat kon je het best noemen: voordragen. Alle figuren kregen eigen stemgeluiden. Ik betrapte haar op een avond, toen ik een glas koude melk wilde drinken, dat zij het blaffen van een hond oefende. Zij voelde zich betrapt en misschien wel vernederd omdat ik haar 'blaf-les' meende te moeten geven. Voor zover ik het mij herinner ging elk verhaal over een betreurenswaardige situatie, hulpbehoevendheid, angst om dood te gaan, het lijden van dieren en de oplossing, het goede, de bereidheid anderen uit de nood te helpen. Alleen als God erbij gehaald werd bladerde mijn moeder haastig door naar een volgend hoofdstuk. En als het dan zover was, als de kan warme chocolademelk op de kachel stond en het haardvuur rustig brandde, dan riep zij ons bij haar. Ze gaf een korte inleiding door bijvoorbeeld te vertellen dat het over een arm meisje ging in een koude winternacht, maar we hoefden niet bang te zijn, het zou goed aflopen. "Zullen jullie stil luisteren?" "Ja mam." Echter, als het verhaal ons te traag ging en wij ons afvroegen waarom de schrijver geen oplossing had verzonnen, konden we ons niet inhouden. Zo werd het kerstverhaal telkens weer een literaire analyse en werden wij, mijn zus net zo goed als ikzelf, geïnspireerd ons eigen kerstverhaal te schrijven. Die gewoonte heb ik nog steeds. Schrijven online inspireert met opdrachten en wedstrijden. Heerlijk. Ik doe mee.