Afbeelding
Pexels
Pexels
Wanneer in mei van dit jaar mijn debuutroman Zonnemeisjes verschijnt, ben ik eenenzestig.
Al in 2006 staat in NRC een artikel van Arjen Fortuin over de Anton Wachterprijs met de kop: Een lawine van laatbloeiers. Hij doelt op de genomineerde debutanten van wie de gemiddelde leeftijd dat jaar net boven de veertig ligt. Fortuin stelt dat we literair aan het vergrijzen zijn en dat uitgevers daar op inspelen door meer boeken op de markt te brengen van niet meer zo jonge schrijvers.
Het zijn vooral vrouwen van boven de veertig die literaire fictie lezen. Dit verklaart het succes van romans met thema’s waarmee zowel de in leeftijd gevorderde lezer als de oudere debutant te maken krijgt, bijvoorbeeld familiekwesties. Halverwege – of over de helft – van hun aardse bestaan, vragen nogal wat senioren zich af wat er is gebeurd in hun leven en wat dit betekent voor de toekomst. Veel van de oudere debutanten kijken dan ook heel wat terug in hun letterkundige eersteling.
Inherent aan de vergrijzing is volgens Fortuin het krimpende bereik van de literatuur: het wordt een kunstvorm voor en door de rijpere medemens. Bovendien hebben deze seniorennieuwelingen vanwege hun leeftijd minder tijd om zich verder in de schrijfkunst te bekwamen dan jonge debutanten.
De meeste vrouwen van ‘een zekere leeftijd’ kunnen zich moeiteloos inleven in het gevoelsleven van mensen jonger dan zijzelf. Ze lezen niet alleen romans over levensvragen die spelen op latere leeftijd, maar ook over verwikkelingen van twintigers of dertigers. Werk van veel jonge debutanten, dus. Liefdesverdriet, jaloezie of wraak zijn geliefde letterkundige thema’s van alle leeftijden en alle tijden.
Persoonlijk denk ik dat er genoeg oudere schrijvers zijn die al heel wat vlieguren hebben gemaakt voordat ze de stap naar publicatie zetten. Als ik naar mezelf kijk: schrijfcursussen, korte verhalen en veel niet-gepubliceerde oefenprojecten. Dat ik tot drie jaar geleden een drukke baan en een rijk sociaal leven had en daardoor vaak niet tot schrijven kwam, is niet de belangrijkste reden van mijn late debuut. Er was een teil narigheid nodig om me op mijn achtenvijftigste tot het besef te laten komen dat ik het liefst van al wilde schrijven en dat ik me hierin verder wilde bekwamen.
Thuis, zonder werk en met minder vrienden dan voor de ellende begon, had ik ineens de benodigde tijd. Terugkijken op hoe de narigheid is ontstaan en wat het me gekost of opgeleverd heeft zoals Fortuin beschrijft, was er voor mij niet bij. Mijn debuut gaat over vermeend seksueel misbruik en de gevolgen van verkeerde conclusies, hoewel ik seksueel nooit ben misbruikt en mijn verkeerd getrokken conclusies intussen zijn rechtgezet.
Ik heb er alle vertrouwen in dat het wel los zal lopen met dat kleiner wordende bereik van de literatuur. Er zal altijd jonge aanwas zijn en hun werk zal even dikwijls door leeftijdsgenoten worden gelezen als door de gestaag groeiende groep grijsaards. Het kan zijn dat er relatief meer romans van ouderen verschijnen over thema’s die hen en hun leeftijdgenoten aanspreken. Maar ach, vijftig wordt het nieuwe dertig. Want over een paar jaar zijn honderdtienjarige lezers wellicht heel gewoon.
Debuteer je net als ik boven de zestig, dan heb je misschien nog tientallen jaren om je verder te bekwamen in het schrijven over thema’s van alle leeftijden. En om je lezersschare uit te breiden.
Tot 2016 was Hedwig Meesters werkzaam als secretaresse. Drie korte verhalen van haar hand verschenen in bundels met verhalen van verschillende auteurs. Sinds enige tijd schrijft ze wekelijks een blog: www.hedwigmeesters.nl
Bron foto: Pexels
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!