Afbeelding
Foto: Pexels
Foto: Pexels
Om je verhaal te kunnen volgen heeft je lezer informatie nodig: de achtergrond van je personages en hun persoonlijkheid, de setting waar het verhaal zich afspeelt, en meer. Al die informatie geef je niet tegelijk natuurlijk, want dat is saai én overvoert je lezers.
Maar zodra je lezer bepaalde informatie nodig heeft om het verhaal nog te kunnen volgen, moet ze* die informatie wel hebben. Voldoende, maar niet te veel. Terloops ingedruppeld, zonder dat het opvalt.
Hoe doe je dat?
Dialogen zijn een heel handig middel om onopvallend informatie toe te dienen.
Je kunt ook een beeld schetsen waarin je informatie smokkelt zodat de oplettende lezer op het spoor wordt gezet. Bijvoorbeeld als je personage bij een vriendinnenlunch het ene glas wijn na het andere naar binnen gooit. Is ze stiekem alcoholist? Aha, denkt je lezer, dát verklaart haar eerdere eigenaardige gedrag!
De informatie die je geeft hoeft niet direct compleet te zijn. Integendeel, door je lezer stukjes van de puzzel te voeren maak je haar nóg nieuwsgieriger naar hoe de vork aan de steel zit. Bijvoorbeeld omdat die drankzucht van je personage van daarnet, niet vanwege een alcoholverslaving blijkt te zijn, maar omdat haar vermoeden dat haar man vreemdgaat, net bevestigd werd doordat ze hem een andere vrouw zag zoenen. Ineens valt alles op zijn plek: dáárom moest hij steeds overwerken!
Jijzelf zit diep in je verhaal en je hebt alle achtergrondkennis; soms niet direct alles, maar wel altijd meer dan je lezer. Wees daarop bedacht, want door jouw informatievoorsprong kun je soms onbewust uitgaan van bepaalde kennis bij je lezer, die ze (nog) niet heeft. Waardoor iets wat voor jou volkomen logisch is, voor je lezer verwarrend is. Met als gevolg afhaakgevaar.
In thrillers, detectives en dergelijke whodunnits, maar ook in andere genres, worden lezers op het verkeerde been gezet doordat er aanwijzingen worden gegeven die naar een verkeerde verdachte wijzen: de red herring. Een red herring is een afleidingstechniek. Die verdachte is bijvoorbeeld sinds kort schathemeltjerijk en, o jee, probeerde dat ook nog eens geheim te houden. Dan móét hij wel de inbreker zijn die de kluis heeft gekraakt. Maar later blijkt dat hij de waarheid heeft gesproken toen hij zei dat zijn rijke oudtante is overleden en hij de enige erfgenaam was.
Overigens is die rode haring zo vaak voor ‘valse daders’ gebruikt, dat je van een personage dat overduidelijk heel verdacht is, meteen al denkt: die is het dus niet. En het onschuldigste personage blijkt dan de slechterik. Maar ook daar trappen lezers al niet meer snel in.
Natuurlijk moet je misleidende informatie op zich wel kloppen; anders voelt je lezer zich genept. Het mooiste is als je je rode haring inderdaad een belangrijke aanwijzing laat zijn, maar dan voor iets heel anders dan zoals het eerst leek.
Als je snippers informatie hebt gegeven die naar een bepaalde verrassing leiden, dan hoeft het helemaal niet erg te zijn als je lezer al een vermoeden heeft waar het heen gaat. Veel lezers vinden het juist leuk als ze het goed geraden hebben – “ik had het al door!”
Succes met het indruppelen!
* Lees voor: zij, ze en haar ook: hij, hem en zijn.
Miriam Wesselink:
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!