Afbeelding
Bron Pixabay
Bron Pixabay
Soms wilde ik dat ik een schaamteloos egoïstische schrijver was. Zo één die zich bij thuiskomst opsluit in zijn schrijfkamer en die niet gestoord wenst te worden door vrouw (of in mijn geval: man) en kinderen. Later, als gelauwerd auteur, zouden mijn kinderen me dan weliswaar verwijten maken - ik was een afwezige moeder, ze moesten altijd op hun tenen om me heen sluipen en waarom had ik ze in armoede laten opgroeien? Ze zouden een aantal jaren in therapie moeten, maar dat had ik er dan graag voor over. Alles voor de kunst, nietwaar?
Ik kan bij vlagen ook enorm jaloers zijn op vrouwelijke schrijvers zonder kinderen, alleen of met een lat-relatie, hooguit een poes op schoot of een hond aan de voeten, die in een stil huis eindeloze uren ongestoord in hun hoofd kunnen wonen. En ik mijmer vaak over mijn persoonlijke youth is wasted on the young. Want waarom koesterde ik als begin-twintiger niet mijn vrijheid en zeeën van tijd, daar in dat eenkamerappartementje van 30 m2 in Amsterdam? Waarom besteedde ik niet al mijn dagen aan boeken lezen en boeken schrijven? Serieus geld verdienen hoefde ik nog niet en ik zou er niemand mee hebben lastiggevallen.
Onzinnige gedachten natuurlijk. Als begin-twintiger leidde ik goddank een propvol sociaal leven, kón ik nog helemaal geen boek schrijven en was ik veel te onzeker en tobberig om van zoiets abstracts als 'tijd' te kunnen genieten. Waren mijn drie mannen (een grote en twee kleine) niet in mijn leven gekomen, dan zou ik nu nóg manisch en navelstaarderig door het leven dwalen. En ze nu plots te moeten missen, daar wil ik niet eens aan denken. Ik zou me alleen maar geamputeerd en miserabel voelen.
En dus verslind ik alle praktische schrijftips van bekende schrijvers. Hoe doen zij het dan? Hoe wrikken zij het schrijven in hun leven? Hoe zien hun dagen en nachten er uit? Waar schrijven ze en hoe lang en vaak precies? Ik lees hoofdschuddend hoe Leon de Winter, met tv en radio aan en liefst ook nog in de drukte van een gezin in de keuken, onverstoorbaar weet door te schrijven terwijl Jessica Durlacher juist naar een stille pied-á-terre vlucht. Of voel bewondering voor Hanna Bervoets - ik hou zo van haar boeken - wanneer zij vertelt hoe gestructureerd zij werkt, en met behulp van een wekker haar dagen verdeelt in schrijfblokken van veertig minuten. Maar ook de tips van niet-fulltime-schrijvers neem ik ter harte, zoals die van de geschiedenisleraar die alleen op vrijdag schrijven kan. De ideeën die hij aan het eind van de week niet heeft onthouden, waren blijkbaar niet belangrijk genoeg.
Elke dag schrijven lukt me op dit moment niet, ook al hoor ik zo vaak dat dat eigenlijk zou 'moeten'. Daarvoor voel ik me te veel gesandwicht tussen de verplichtingen van alledag. Dus wat ik doe: ik vertrek meerdere keren per jaar naar een schrijfplek, steeds weer een andere, vaak in een stad (ik doe het tegenovergestelde van stedelingen die een schrijfhuisje in de natuur zoeken). Voor een paar dagen. Daar sta ik mezelf toe te verdwijnen in mijn hoofd. Alles om me heen vervaagt, ik ben alleen met het verhaal en ik dompel mezelf onder, tot het tijd is om naar huis te gaan. Het is niet de snelste manier om tot een boek te komen, maar op dit moment wel de enige die voor mij werkt.
En jij? Hoe verover jij schrijftijd? Ik hoor het graag, ik zei al, ik verslind jullie tips.
LEES OOK: Tijd Lenen (Lotte Boot)
Lotte Boot (1976) is auteur van het young adult-boek Smiley (Bertram + De Leeuw Uitgevers). Ze werkte 15 jaar als journalist en is op dit moment hoofdredacteur bij Kennisnet. Daarnaast schrijft ze aan haar eerste roman. Op haar website blogt ze openhartig over de dilemma's, de onzekerheden, de worsteling maar ook het geluk van schrijven.
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Comments
Lotte Boot, 'En jij? Hoe
Lotte Boot,
'En jij? Hoe