Het schrijven van literaire thrillers

Literaire thrillers, een populair genre. Ik heb me er onlangs aan gewaagd, had al veel van het ‘soort’ gelezen en wist al een beetje waar ik op moest letten. Geen goedkoop, makkelijk te verteren flutromannetje, waar je na lezing niets van bijblijft. Nee, het etiket ‘literair’ moet wel ergens voor staan en zich waarmaken.

In eerste instantie staat of valt dat natuurlijk met de auteur. En niet te vergeten de uitgever. Die plakt meestal wel het etiket op. Wel eens te snel, menen sommigen. Als een auteur succes heeft met het ene boek kan het volgende al gauw het  bewuste predicaat ‘ literaire thriller’ opgeplakt krijgen. Aan de andere kant: uitgevers zijn ook niet gek. Die zien al gauw of een schrijver zich ervan heeft afgemaakt met een goedkoop verhaal en dan zullen ze alsnog ingrijpen.

Toch zijn de meningen over dit genre verdeeld. Volgens sommigen is het adjectief ‘literair’ niets anders dan een verkoopstunt, een verzinsel van de commercie, in plaats van dat het een nieuwe literaire stroming vertegenwoordigt. Had je vroeger detectives, zoals die van Havank en later die van Baantjer, nu worden dat ‘thrillers’ genoemd en de volgende stap is al geweest dat dergelijke boeken ineens ‘literair’ gingen heten, terwijl ze echt niet zoveel verschilden van de nogal ludieke- en van toevalligheden aan elkaar hangende misdaadromans.

Hoe het ook zij, feit is dat vooral na 2000 het genre ‘literaire thriller’ een geweldige boost kreeg. De ene na de andere auteur verscheen op het toneel en had meteen succes. De toevoeging ‘literair’ had daarbij wel zeker de functie om het genre op te krikken naar een hoger niveau. Een gewone detective had toch altijd het stigma van leesvoer zonder meer. Rechttoe-rechtaanverhalen; met weinig diepgang, zonder dat de schrijver experimenteerde met perspectief, flashbacks, en een verknoping van meerdere verhaallijnen. Van literaire thrillerauteurs mag meer verwacht worden, inderdaad. En wie zich aan dit genre waagt zal zich dat terdege moeten realiseren.

Het eerste boek van Saskia Noort Terug naar de Kust was een groot succes. Een navrant verhaal, maar het zat goed in elkaar en de spanning bleef erin tot het eind. Je had niet het minste vermoeden van de werkelijke dader. Het bevatte ook een flinke dosis psychologische spanning. Bovendien waren de karakters goed getekend. Dit lijkt me een belangrijk element van een dergelijke thriller: geloofwaardige personages die een zekere ontwikkeling doormaken. De spanning erin houden, de spanningsboog strak houden, zodat het verhaal nergens inzakt en de lezer gretig doorleest.

Een valkuil kan zijn dat een schrijver teveel hooi op z’n vork neemt. Met teveel verhaallijnen werkt, die aan het eind niet allemaal zinvol bij elkaar komen en losse eindjes achterlaten.

Hoed je dus voor ‘teveel’. En ‘te ingewikkeld’. De doorsneelezer is iemand die houdt van een stuk goedgeschreven spanning, maar hij/zij heeft geen zin om steeds terug te bladeren en zich voortdurend af te vragen hoe het nou precies zat , terwijl hij/zij aan het eind achterblijft met een onbevredigd gevoel.

Anderzijds, de fantasie van de lezer mag best geprikkeld worden. Zelf liet ik in het midden wat er werkelijk gebeurde met de ik-verteller, nadat iemand haar in zijn huis met een drankje had bedwelmd en ze zichzelf later op de zolder van haar huis terugvond. Er was best een aannemelijke verklaring, eigenlijk maar één, maar die heb ik niet expliciet beschreven. Ik vond het effectiever om de lezer er zijn eigen voorstelling bij te laten maken. (Langs Geheime Trappen, uitg. Pamac te Groningen, informatie over het boek is te vinden op de website van Pamac).

Nog een tip: zorg altijd voor voldoende mysterieuze elementen, een mistige avond, of dreigend onweer bijvoorbeeld, waarbij een bepaalde gebeurtenis plaatsvindt. Verrassende wendingen zijn ook heel effectief. Zo heeft Langs Geheime Trappen twee delen. Het eerste deel eindigt ‘in tranen’. Tranen van de ik-verteller. Deel twee begint met een nuchter, zakelijk relaas over het winkelbestand van het dorp waar ze is gaan wonen. Vervolgens kom je langzaam maar zeker te weten hoe het haar is vergaan sinds die heftige huilbui. Het effect ervan is dat de lezer de gelegenheid heeft gekregen even op adem te komen om daarna als het ware met nieuwe energie en belangstelling bezig te gaan met het vervolg. Natuurlijk kun je iets dergelijks ook bereiken door een nieuw hoofdstuk te beginnen met tegengestelde inhoud.

Comments

Ik lees: Hoed je dus voor ‘teveel’. En ‘te ingewikkeld’. De doorsneelezer is iemand die houdt van een stuk goedgeschreven spanning, maar hij/zij heeft geen zin om steeds terug te bladeren en zich voortdurend af te vragen hoe het nou precies zat --- Inderdaad. Ik hou van verhalen die me tijdens het lezen opzadelen met vragen waar ik het raden naar heb, maar als ik ook maar één keer moet terugbladeren om te zien hoe het zat, gaat het boek dicht.